Nadat de juiste opstelling van de twee kleine Eclipse weergevers was gevonden (met een hoge mate van toe-in á la LS 3/5a) kon er serieus worden geluisterd. De Stockfisch CD Roadhouses And Automobiles van Chris Jones ging in de cd-lade om de titeltrack te beluisteren. Wat meteen opviel was het feit dat de TD 508 II`s ondanks hun beperkte output op grote schaal wisten af te beelden. De akoestische gitaar van Chris Jones kwam op directe wijze naar voren en klonk puntig en snel. Zijn stem werd met een bijzonder goede focus afgebeeld en klonk zowel tonaal natuurlijk als vrij droog en `schoon`, met een lichte nadruk op de sibillance (s & t klanken). De close-miked opname van Chris Jones kan bij sommige weergevers (met een klankkast) een lichte `chestiness` (verdikking in het lage midden) meekrijgen. Daar was met de Eclipse weergevers geen sprake van terwijl de zeer schone middentonen weergave ook niet naar een te ijle klank neeg. De achtergrondzang werd ruimtelijk en wijds afgebeeld en stond volledig los van de weergevers, zoals het zou moeten. Elke individuele zanger was goed te volgen en werd met een zeer duidelijke articulatie weergegeven. De slide-gitaar klonk ultra-smooth en kreeg veel lucht mee. Deze ruimtelijk klinkende opname kwam hier zelden zo open en zonder enige afbakening naar voren.
Van Colin Liden`s cd Easin` Back To Tennesee werd de track `Tears Come rollin` Down` gedraaid, om te horen hoe de Eclipse weergevers met het pittige fingerpicking gitaarspel van Liden zouden omgaan. Colin Liden`s stem kwam op dynamische en expressieve wijze naar voren waarbij de verstaanbaarheid beter was dan met de meeste 1500 euro weergevers. Bij de knallende plukken van de bassnaren was de kast van de akoestische gitaar goed hoorbaar en kwam het gitaarspel met een opmerkelijk stevige klank naar voren (voor 8 centimeter units). De aanzetten van de snaarplukken klonken zowel impulsief als elastisch. De uithalen van zijn zang kwamen wel behoorlijk pittig over en waren dan ook wat aangezet in het hoge midden, waardoor af en toe wat glare ontstond.
Tim van Eyken`s album Stiffs Lovers And Holyman Thieves ging in de Marantz om de track `Gypsy Maid` te beluisteren. Van het knallende intro (van drums plus bekkens) bleef helaas weinig over, het klonk ingehouden en zelfs wat nasaal. Deze hoeveelheid energie vroeg duidelijk teveel van de kleine Eclipsejes. De stemmen (van Tim van Eyken en zijn vrouwelijke collega) kwamen echter op heldere en open wijze naar voren, waarbij elke aanzet vrij nadrukkelijk naar voren kwam. De cowbells en tamboerijn werden hier zelden op zo`n natuurlijke wijze weergegeven, met een luchtige presentatie en zeer duidelijke tonaliteit.
De cd For My Father van (Jazz) meesterpianist Hank Jones werd tevoorschijn gehaald om de mooie track `Bemsha Swing` te beluisteren. Het pianospel klonk parelend helder en ietwat slank maar kwam tegelijkertijd op ronde en soepele wijze naar voren. Het hoge midden klonk timbraal iets vlak maar niet dusdanig, dat er sprake was van bloedarmoede. De linkerhand partijen kwamen zelfs met een mooie bloom naar voren. De `klakken` van de rimshots (op de drums) werden hier nooit eerder zo impulsief of met zo`n natuurlijke houten signatuur gehoord, werkelijk briljant. De metaalruis van de hi-hats klonk rijk en verfijnd terwijl de trommelvellen op `losse` wijze en met veel lucht werden gepresenteerd. Hier bewezen de TD 508 II`s, dat ze wel degelijk in staat zijn om percussie op natuurlijke wijze weer te geven, ze komen pas in de problemen wanneer het om bijzonder grote dynamische sprongen gaat. De staande bas kwam met mooi `knorrend` klinkende snaarplukken naar voren en was tonaal goed te volgen. De baslijn kwam niet alleen timbraal natuurlijk over, maar klonk ook behoorlijk geloofwaardig (toch was er geen sprake van echte `body`), zeker gezien het minimale conusoppervlak waar deze weergevers het mee moeten doen. Dit was duidelijk dé muziek voor de Eclipse TD 508 II`s: een zeer natuurlijk klinkende opname van een swingend Hardbop Jazz trio, met een vloeiend pianospel en vrij rustige maar tonaal rijke baslijnen plus lekker snappy gespeelde rim-shots, waarmee ze hun bovengemiddeld snelle en impulsieve weergave konden laten horen.
Om te beoordelen hoe de Eclipse weergevers met een klassiek concert zouden omspringen werd er geluisterd naar Bach`s Brandenburg Concert No. 2 (allegro). De klavecimbel werd op verfijnde en luchtige wijze gepresenteerd, waarbij de typische puntige staalklank goed uit de verf kwam. De hoorn werd met een rijk timbre weergegeven en werd daarbij vrij ver in de diepte afgebeeld. De strijkers kwamen op zowel coherente wijze als goed gedefinieerd naar voren en de blokfluit werd met op ronde en soepele wijze gepresenteerd.
Het geheel klonk uiterst verfijnd en beschaafd maar miste door het lichte fundament wat aan `aarding`. De tonale weergave was echter heel goed en de ruimtelijke afbeelding van de instrumenten was boeiend om naar te luisteren.