Hoewel de wat schuine gedachte in mij opkomt dat een Trio voldoende is, kun je, en moet je, partners op het apparaat aansluiten. Zoals de luidsprekers waarvoor ik achtereenvolgens Dali Ikon 2 gebruikte (800 euro per paar), Focal-JMlab Electra 937 Be (6000 euro per paar) en Denon SC-CX303 (1250 euro per paar). Een platenspeler als bron is mooi, ik koos een Vyger Baltic M met SME 312 arm en Goldring Eroica element. Met een vM phono versterker. Overdreven in prijs t.o.v. de Trio zelf. Met de aanwezigheid van een tape-monitor schakeling en een digitale uitgang leek het me heel aardig een externe dac aan te sluiten om zo te beoordelen hoe goed de inwendige conversie is. Ter beschikking stond een Musical Fidelity X-Dac V3 van 750 euro exclusief de opgevoerde voeding. Niet al te moeilijk doen, de receiver achter een SEEC netfilter in een Ikea kastje, speakers zonodig op Target stands, Chord luidspreker kabels en Crystal Cable Piccolo of Chord interconnects. Flink wat muziek mee op cd en lp en dan in een stoel zakken.
Lekker Trio
De Trio komt nieuw uit de doos en moet de importeur beloven dat ik het apparaat de tijd geef om in te spelen. Daarna gaan eerst de Dali’s aan de kabel. Het meest opwindende is op dat moment dat de Trio handig in gebruik is, lekker klinkt, aan de verwachting van een goede versterker en cd-speler voldoet en dat radio luisteren aangenaam is. Meerdere muziekstukken komen langs waarbij ik intensief luisteren afwissel met werken, lezen en lui achterover hangen. De Trio gaat meer en meer bevallen naarmate de tijd verstrijkt. Gemak dient de mens. De situatie verandert als ik noodgedwongen mijn Focal’s tijdelijk moet verhuizen naar de ruimte waar de Trio staat opgesteld. De Dali’s maken plaats voor luidsprekers die qua formaat en prijs niet in verhouding staan tot de Trio. Komt nog bij dat de ruimte in theorie veel te klein is voor een vloerstaander van meer dan een meter hoog met dubbele woofers. Audio zou geen audio zijn als het niet verraste. Wat is voorgeschoteld krijg van lp’s van onder meer Ray Brown, Ulla Meinecke, Stacey Kent, Vivaldi en Mozart klinkt strak, helder, lekker snel, detailrijk en ruimtelijk. Het laag is zeer gecontroleerd en de Trio heeft vermogen zat in huis om de Focal’s aan te sturen. Als ik terug ga naar de Denon luidsprekers vormen die, net als de Dali’s eerder, de beperkende factor. Een Trio verdient een goede luidspreker. Met de Focal ga ik de interne dac vergelijken met de externe MF. Ik zou verwachten dat de Trio een paar steken laat vallen. Dat doet hij ook. Maar de steken zijn maar klein.
Het laag is met de MF strakker en heeft meer doortekening. Het hoog is wat puntiger, stemmen meer open. Het scheelt eigenlijk niet zo veel als het lijkt. Ik moet in ogenschouw nemen dat “anders” niet op elk punt “beter” is. Twee avonden vergelijken doen mij besluiten dat in de Trio gebouwde cd-speler helemaal geen gek figuur slaat t.o.v. de X-Dac V3 en de meerprijs van 750 euro zeker niet rechtvaardigt. Ik kan mij slecht voorstellen dat de koper van een Trio een dergelijke investering zelfs maar zou overwegen. Neem er dan een fraaie Music Hall platenspeler bij en draai het op de zolder opgeborgen vinyl naar hartelust. Vanaf het moment dat de X-Dac uitgaat speel ik met de Focal’s nog een leuke stapel cd’s waaronder Jacintha’s “Lush life”. Als mijn vrouw binnenloopt met een kop koffie zucht ik tegen haar: “Als ik niet zoveel geïnvesteerd zou hebben in een losse cd-speler, een buizenversterker, een tuner en een dac, dan kocht ik acuut een Music Hall Trio, het ding klinkt zo lekker en zo sexy, ik zit hier puur te genieten. Ik wil er ook één in de keuken, de slaapkamer en voor mijn bejaarde moeder. Hij werkt simpel, doet alles goed en klinkt als een klok. Dat allemaal voor 1299 euro.” Na Jacintha speel ik een diversiteit aan popmuziek en volgt meer klassiek. Natuurlijk weet ik dat mijn Focal’s beter zingen in de huiskamer op een buizenversterker waarvan alleen de lijnversterker al veel meer kost dan de hele Trio, maar dat is niet relevant. Het gaat erom dat voor relatief weinig geld een uitstekende weergave bereikbaar is. De Trio is een cd-speler met tuner en versterker die behoorlijk goede luidsprekers verdient.
Bij het aanvragen van recensie apparatuur probeer ik mij altijd voor te stellen wat de doelgroep is. Want schrijven is leuk maar het moet een doel dienen. Het recenseren van een esoterisch apparaat is heerlijk, maar is betaalbaar en praktisch niet hetgeen de meeste mensen zoeken? We lezen allemaal graag hoe hard de nieuwe Porsche rijdt en kopen een Punto (nou ja, ik). De doelgroep die ik voor mij zie bestaat uit jongeren die van muziek houden. Komend uit een iPod, vanaf cd of vanaf dvd. Dat laatste liever met enige kwaliteit dan met 5.1 bagger. De Trio is tevens voor een groep muziekluisteraars die weinig heeft met apparatuur, zich niet spiegelt aan de buren en gesteld is op bedieningsgemak, goed geluid en lange levensduur. Of ouderen die van muziek houden zonder zich te omringen met een muur van apparatuur. Wellicht nog wel in het bezit van cassette en vooral platen. En dames: nee, ik bedoel dat niet discriminerend, de meeste vrouwen vallen niet op knopjes zoals mannen dat doen. Die kijken eerder naar klein, handig, makkelijk in gebruik. Of voor iedereen die zijn leefruimte niet opoffert aan vijf luidsprekers en wars is van mini speakers met dito mini weergave. Tenslotte voor de muziekliefhebber die niet zit te wachten op losse dozen en al helemaal niet op een glimmende, van equalizer voorziene, niet klinkende miniset. Kortom, als ik de echte audiofielen buiten beschouwing laat en de design seekers die vormgeving bovenaan stellen, dan is de Trio een apparaat voor iedereen. Bent u een echte audiofiel, dan kunt u trouwens heel goed leven met de Trio. Bekent u dat liever niet in het openbaar, dan neemt u er toch één voor een andere kamer. Kunt u daar genieten zonder uw reputatie schade toe te brengen.