De techniek

Max Delissen | 27 juni 2010 | Bowers & Wilkins

De MM-1 is in principe plug-and-play, wat betekent dat er geen drivers of software hoeven te worden geïnstalleerd. Het kan in zeldzame gevallen echter wel nodig zijn om de MM-1 in het configuratiescherm van de computer te selecteren, zodat hij weet dat hij audio over USB moet uitsturen. Maar zelfs als je daar tegenaan loopt heb je er alsnog binnen tien minuten geluid uit.

Voor ik in detail over dat geluid ga vertellen moet ik eerst het onderwerp DSP aansnijden. Dat is voor veel hifi-liefhebbers toch een beetje een vies woord. Digitale signaalbewerking tast de geluidskwaliteit aan, zullen zij betogen. Nou, dat was vijftien jaar geleden misschien zo, maar de ontwikkelingen zijn erg hard gegaan op dat vlak. Bowers & Wilkins heeft zich voor de ontwikkeling van de DSP processor in de MM-1 weten te verzekeren van de diensten van een briljante jonge ingenieur uit China.

Omdat de MM-1 bedoeld is voor gebruik in een desktop-situatie zullen de luidsprekers altijd relatief dicht bij elkaar naast het beeldscherm staan, en ook redelijk dicht bij de luisteraar. Het is dan vrijwel onmogelijk om zonder kunstgrepen een breed en diep geluidsbeeld neer te zetten. Daarom zie je bij veel computerluidsprekers dat ze vrij ver achterover hellen, maar dat zorgt er in het beste geval alleen maar voor dat het geluid niet aan het bureaublad lijkt te kleven.

De DSP processor in de MM-1 zorgt er voor dat het geluid bij een correcte plaatsing van de luidsprekers niet alleen op de goede hoogte voor de luisteraar wordt geprojecteerd, maar dat er ook nog eens een enorme ruimtelijkheid wordt waargenomen. En waar dat vroeger onvermijdelijk gepaard ging met waarneembare faseverschuivingen en een hol en vluchtig geluid is daar bij de MM-1 niets van te merken. Zeer knap gedaan.

MERK





EDITORS' CHOICE