Het filter van de Stella Utopia is benaderbaar door een klep achterop de onderste mid-unit te openen. Een lichte druk ontgrendelt het geveerde uitschuifmechanisme waarop de klep is gemonteerd. Werkt naadloos én feilloos. Achter de klep zien we een heleboel bruggen die in meerdere standen contact maken met verschillende onderdelen op het filter. Hiermee is binnen enkele decibellen de karakteristiek van het filter aan te passen, en dat blijkt gedurende de luistersessie van grote invloed te zijn.
Van het laag is de Q-factor instelbaar. Heel in het kort houdt de Q-factor in hoe sterk de uitslag van de conus gedempt wordt door de kast en/of de magneet van de luidsprekermotor. Door de Q-factor te verhogen of te verlagen kun je de demping van de conus relatief lager of hoger maken. Een lagere Q geeft meer demping, en hogere Q juist minder. Het laag wordt daardoor strakker of juist wat bloemrijker, al naar gelang de behoefte. In de stand Nominal is de Q factor zoals Focal die theoretisch zelf het beste vindt klinken, wat ook geldt voor de andere onderdelen van het filter die kunnen worden aangepast. Van het middengebied is de afval van de filterhelling rond de overnamefrequentie naar de tweeter in te stellen. Door voor Presence te kiezen loopt het frequentiegebied in het midden niet iets verder door en valt het wat steiler af, wat een rijkere weergave van stemmen en akoestische instrumenten veroorzaakt. Wie wat meer laid-back wil luisteren kan ook nog voor de stand Low kiezen.
Exploded view van de Beryllium tweeter
Het hoog kent twee regelaars. Level en Slope. Met Level regel je hoe luid de tweeter in verhouding tot het middengebied klinkt, en met Slope stel je in hoe steil de overname vanaf het middengebied plaatsvindt. Ook hiervoor geldt dat de stand Presence een wat rijkere weergave oplevert. De verschillen bleken tijdens de luistersessie niet subtiel te zijn.
REVIEWFocal
Nog meer techniek
Max Delissen |
20 november 2010
| Focal
MERK