Dat is wel heel erg vrij naar Shakespeare, maar hoewel in deze test de Low-output versie van dit element centraal staat wil ik toch enige woorden wijden aan wat praktische verschillen met de H-versie. Er zijn namelijk een paar algemene factoren waar de aanstaande eigenaar van tevoren even goed over moet nadenken. Iedere variant heeft namelijk zijn voor- en nadelen. Een voordeel van de H-versie is bijvoorbeeld dat hij met zijn output van 2,8 mV rechtstreeks op een MM-phonoversterker kan worden aangesloten. Veel (voor)versterkers die voorzien zijn van een ingebouwde phonotrap bieden alleen een aansluitmogelijkheid voor MM-elementen, dus dat is dan juist prima. Een nadeel is dat 2,8 mV ten opzichte van veel hedendaagse bronnen soms toch wat aan de lage kant is, waardoor het kan lijken alsof de platenspeler ‘veel te zacht’ speelt (hoewel de rest feitelijk te luid is) en niet iedereen kan leven met dat volumeverschil.
Foto: Ed Verkerk ©2011
Een voordeel van de L-versie is juist weer dat je er een keur aan prachtige MC-voorversterkers (of een losse en zeer hoogwaardige MC-trafo) achter kunt zetten die vaak een positieve invloed op de kwaliteit van de klank hebben. Het is een aanzienlijk duurdere oplossing, maar wel eentje die zijn audiofiele vruchten afwerpt. Bovendien is de massa van de spoeltjes in een low-output element veel lager dan bij een high-output versie, die gewoon meer windingen nodig heeft om de hogere spanning op te kunnen wekken. Hierdoor zal een low-output versie van een element doorgaans een wat verfijnder geluid geven, met meer snelheid, dynamiek en detaillering. Vandaar ook dat de duurdere modellen uitsluitend in low-output versies te koop zijn. Het verschil is in elk geval groot genoeg om de toekomstige eigenaar voor een duidelijk keuze te stellen.
Als je voor aansluitgemak gaat en met veruit de meeste losse of ingebouwde phonotrappen wil kunnen combineren zou de H-uitvoering de beste keus kunnen zijn. Heb je al een mooie MC phonovoorversterker staan (al of niet met trafo’s), zoals mijn eigen EAR 834P of de speciaal voor MC elementen ontworpen Naim SuperLine, dan zou ik voor de L-versie gaan.
Luisteren
Het element werd ingebouwd in een Naim Aro arm die gemonteerd is op een Linn Sondek LP12 met Naim Armageddon voeding. Een neutrale, muzikale en stabiele combinatie die zeer weinig toevoegt aan het karakter van een element, en daarom zeer geschikt is voor een review als deze. Het kostbare analoge muzieksignaal wordt op lijn-niveau gebracht in mijn EAR 834p buizen phonotrap met De Paravicini MC-trafo’s en TechTube E813CC buizen. Van daaruit gaat het via Van Den Hul en Siltech bekabeling van mijn Array P2 en S1 voor- en eindversterker naar mijn OLS Ceramique III luisprekers.
Zoals Ed Verkerk al had voorspeld klonk het element de eerste dagen een beetje dunnetjes, soms zelfs wat timide. Ook ruimtelijk was er nog niet veel te beleven. Dat is volkomen normaal bij een nieuw element, en ik ga me pas zorgen maken als ik na ongeveer vijftien uur nog geen duidelijke verbetering heb gehoord. Sommige elementen hebben belachelijk veel inspeeltijd nodig, maar de DV 20x2L liet na ongeveer twintig plaatkanten al een enorme toename in afbeelding en warmte horen, en tevens bloeide de ruimtelijk weergave helemaal op. Na ongeveer een week platen draaien (wat een straf!) veranderde het geluid niet echt meer, en vond ik de tijd rijp om met de serieuze luistertest te beginnen.
Pop
Een van mijn favoriete tracks is Two Skaters op het album In The Dutch Mountains van The Nits. Dit in een tot studio omgebouwde oude gymzaal opgenomen nummer heeft een prachtige sfeer en een verbluffende ruimtelijkheid, met veel laagjes en kleine geluidjes. Aan het begin hoor je tegen een lang aangehouden synthesizer-akkoord een langzaam aangeslagen bekken ruisen, en al snel voegen zich daar subtiele flageolet-toontjes van gitaarsnaren bij die door de ruimte lijken te dwarrelen. Opeens valt vanuit de verte een galmend gitaarakkoord in, tegelijk met een op een staande bas aangeplukte toon. Als Henk Hofstede vlak daarna de woorden “Two skaters on an ice-cream floor, and one of them fell on the ground” zingt staat het kippenvel me al dik op de armen.
Foto: Ed Verkerk ©2011
Een goed voorbeeld van een perfect verzorgde moderne persing is Odd Blood van Yeasayer. De complexe composities zijn af en toe behoorlijk tegendraads. Gevangen in een propvolle productie zijn ze echter uitstekend gemasterd, en met de DV 20X2L is een spectaculair en gelaagd geluidsbeeld te horen dat de cd-versie van het album moeiteloos voorbij speelt. Helaas zijn niet alle moderne persingen van deze uitzonderlijke kwaliteit, anders zou niemand nog omkijken naar digitale muziekformaten.
De Dynavector musiceert dus behoorlijk samenhangend, heeft behoorlijk wat dynamiek en detail, en weet tegelijkertijd een voorname rust te bewaren. Dat is in deze prijsklasse een knappe prestatie. Het laag is niet verschrikkelijk diep, maar wel mooi in verhouding en prima gedetailleerd. De ruimtelijke weergave is gul en in alle dimensies redelijk uitgebreid. Er is veel diepte, en bij sommige opnames bleek er ook veel muziek buiten de luidsprekers te klinken. Qua hoogteweergave blijft het element wat achter, maar dat is geen reden tot schaamte want die felbegeerde derde dimensie is veruit de moeilijkste om weer te geven, ongeacht de prijs van de gebruikte apparatuur.