Glenair
Persoonlijk heb ik altijd een zwakke plek voor de Tannoy Prestige lijn gehad, net als Piet Hiensch die er zijn Nirvana in vindt. Al kwam het nooit tot aanschaf, juist vanwege de houtsoorten. Een Tannoy Prestige spuit je ook niet even over. Daarvoor is hij te uniek. In de tijd dat Henny Groenendijk van HNNY aan het hoofd stond van het Schotse bedrijf legde hij de basis voor de Glenair. Een modern voorgegeven Prestige, uitgevoerd in kersen fineer met zwart doek, in een voor de Europese markt acceptabele vorm en afmeting. Dat is de enige concessie die gedaan is aan het unieke van de Prestige. Gebleven is een 380 mm weergever met in het hart een 33 mm dome tweeter uit een aluminium legering.
De conus van de basweegever is van gecoat papier en opgehangen in een geweven conusrand. Kenmerkend voor de Prestige serie is niet alleen het Dual Concentric principe maar ook het hoge rendement. De Glenair komt tot 95 dB/1 Watt/8 Ohm. Met een maximaal aanbevolen versterker vermogen van 225 Watt bereikt u een geluidsdruk van ongeveer 120 dB op 1 meter. Die geluiddruk zult u denk ik nooit in huis willen hebben, maar geeft wel een indicatie van het grenzeloze vermogen een symfonie orkest weer te kunnen geven op ware sterkte. Wie het bescheidener wil houden kan uitstekend werken met een buizenversterker die luttele Watt’s af weet te geven. Al weet ik uit ervaring dat een hoogrendement speaker heel fijn werkt met een fors vermogen erachter. Piet heeft de luidsprekers opgenomen in het Klankbeeld pakket vanwege de buitengewoon goede muziekweergave die met een Tannoy te bereiken is. Hij is daarin bijna uniek in Nederland, er zijn maar twee andere Prestige dealers die meerdere modellen altijd demo klaar hebben.
Het resultaat van zijn verkoopinspanning is dat hij onder zijn klanten nogal wat Prestige’s heeft weggezet. Klanten die vrijwel zonder uitzondering gerekend mogen worden tot muziekliefhebbers pur sang. Mensen die meer waarde hechten aan de uitvoering van een muziekstuk dan aan de techniek. Waarmee niet gezegd is dat techniek en prestatie niet interessant zijn, maar het is slechts een middel nooit het doel. Een Tannoy Prestige is in staat de ziel van muziek over te dragen en bloot te leggen. Iets wat ik met Piet ga ontdekken met deels mijn eigen CD’s.
In de afgescheiden luisterruimte heeft Piet een installatie opgebouwd bestaande uit een het Chord Electronics Blue transport, de DAC64, een 4000 voorversterker en een 1200E eindversterker. Bekabeling zonder uitzondering Van den Hul (CS-122, Jubilee en Integration). In de hoeken van de nagebouwde huiskamer pronken de Glenair luidsprekers waar het allemaal om draait. 5000 euro het paar geeft Piet aan nadat ik een uur heb geluisterd. Een onvoorstelbaar lage prijs voor de kwaliteit. Ik dacht eerlijk dat 5000 euro de stuksprijs was. Maar eerst de muziek maestro, pas daarna komen de bijzaken. Rustig aan beginnen met Oscar Peterson: “We get requests” dat breed wordt neergezet en in gedachten de muren van de luisterruimte doet wijken. Een streepje meer hoog zou wel mogen terwijl de bas geweldig transparant blijft. De piano staat netjes een beetje naar achter. De bas rechts voor en het slagwerk overall. Zo is de plaat thuis, zo is de CD hier. Ik blijf bij piano met Tsuyoshi Yamamoto die op een heel eigen wijze “Misty” neerzet. Tonen klinken heerlijk lang door en al zijn ze knalhard (de microfoon hangt in de vleugel) de Glenair laat een grenzeloze dynamiek toe. Geen krimp, noch van de speaker noch van de versterker. Het maakt niet uit of het heel zacht en subtiel is of juist de grenzen van de weergave zoekt. Dankbaar kijk ik in de 38 cm Dual Concentric’s die het geweld met het grootste gemak laten passeren. Het is een voorbeeld van een luidspreker die intern “vrij” is en niet wordt geremd door dempingmateriaal dat onvolkomenheden en resonanties moet voorkomen. Met als gevolg detail verlies, compressie en stress weergave. Hoe dicht de Glenair de sfeer kan benaderen van de opname blijkt als de dames van Velvet spelen. Een niet verkrijgbare opname van een jazz trio. Zang, bas en piano. Opgenomen in eigen beheer van Velvet op een zolder en ook zo herkenbaar. De studio waar Yamamoto speelde is droog. Deze zolder heeft een ruimere ambiance. Jammer is dat de stem niet hoog plaatst maar een meter boven de grond blijft hangen (noot: de volgende dag in de Doelen in Rotterdam was dat niet het geval, een akoestiek kwestie derhalve van de luisterruimte in Wageningen).
Glenair tijdens de Doelen Lente HiFi Show 2006 (foto: Jiri Buller)
De opname en weergave zijn heel puur. De dames zijn haast aaibaar. De bas zorgt voor het stuwende ritme. De piano vult de stem aan. De stem zelf is expressief en indringend. De geplukte bas heeft een natuurlijk formaat. De weergave is energiek, continue zuiver en wederom vrij van stress. Hoe goed de Glenair in staat is om een akoestiek te imiteren blijkt even later met de live CD van Mary Black. De luisterruimte van Klankbeeld is prima in staat zichzelf weg te cijferen met de opgestelde Glenair. Je hoort bij Mary direct de zaal. Als ze zingt, nog veel meer als ze de zaal laat zingen. Ik weet dat “Katie” mijn emoties op kan wekken en het gebeurt. Halverwege gaan de ogen branden en merk dat alle gevoel van de vele live concerten van haar, die ik her en der in Nederland mocht bijwonen, terug komt via deze weergevers. De stem met de keiharde “S” is mooi in balans ondanks dat de Chord elektronica niet veel vergeeft. Chord beschouw ik eerder als analytisch dan als romantisch. Mogelijk vormt het daarom een fraaie combinatie met Glenair. Best of both worlds. Nog steeds in de jazz sferen geef ik Piet een dosis Rachelle Ferrell wat zijn barok oren maar matig kan strelen. De mijne des te meer. Een veel grotere zaal dan bij Mary Black is te herkennen. De bas is stuwend maar ingetogen (noot: in de Doelen was de bas veel krachtiger dan in Wageningen). Slagwerk mag dat streepje extra hoog hebben. Rachelle? Ze is als een engel. Van zoet zoekt ze met haar stem het hellevuur en keert terug naar de liefde. Drums knallen. Piano gaat van teder naar hamerend. Nooit is er enige vorm van terughoudendheid te bespeuren. Het is een ongelofelijke dosis gemak die kennelijk voorbehouden lijkt aan een grote Dual Concentric unit of een hoorn die het luisteren zo aangenaam maakt.