De Well Tempered Lab Versalex met LTD arm (€3975) werd bij me afgeleverd door Ed Verkerk van Latham Audio, die een deel van de instellingen al op de zaak had gedaan. De naaldkracht was eigenlijk het enige dat ter plekke moest worden bepaald. Latham levert daarvoor bij elke draaitafel van Well Tempered Lab een elektronische naalddrukweger mee. Als service, omdat ze vinden dat zo’n accessoire onmisbaar is voor de vinyldraaier.
De los leverbare voeding van Well Tempered (€346) zorgt voor een nog betere gelijkloop en is eigenlijk onmisbaar. Als bonus voor het luisterplezier van ondergetekende is een Dynavector Te Kaitora Rua element gemonteerd (€2900) en heeft Ed een Naim Superline MC phonotrap (€2796) meegenomen. Om die te voeden kan ik de speciale output van mijn Naim Supernait versterker gebruiken, maar de losse voeding die ik voor mijn Naim Stageline phonotrapje gebruik is nog beter op die taak berekend dus kiezen we die.
De Versalex wordt me behulp van een custom Naim Hi-Line interlink met de phonotrap verbonden. Na een paar korte fragmenten en wat wisselen met de meegeleverde DIN insteekpluggen om de gewenste afsluitweerstand en capaciteit van de Superline te bepalen kiezen we voor een Ohmse belasting van 1000 bij een capaciteit van 5,6 nF. Dat gaf in mijn setup de mooiste balans tussen ruimtelijkheid, dynamiek en hoogweergave en dat bleef zo tijdens de rest van de luistersessies.
Als eerste wordt Passion, Grace & Fire van Al di Meola, John McLaughlin en Paco de Lucía (Philips 811 334-1) op de Versalex gelegd. De spectaculaire openingstrack Aspen knalt echt uit de luidsprekers. De snelheid waarmee de heren hun snaren geselen is bijna bovenmenselijk en sluit perfect aan bij de albumtitel. Elke noot is te volgen, met veel warmte en 'kast' in de klank van de gitaren. Na dik 4 minuten explosief gitaargeweld is de volgende track, Orient Blue, een verademing. Nu valt me ook op dat het enorme stereobeeld rotsvast is. In mijn beleving geeft analoge muziekweergave vaak een iets diffuser geluidsbeeld. Wel prettig, zeker ook ruimtelijk, maar niet volledig scherp afgetekend.
Dat de Versalex dit wel zo mooi doet heeft volgens Ed Verkerk vooral te maken met de bijzondere zandvulling van de arm, het zeer stille middenlager en het feit dat de naald niet in de groef voor- en achteruit beweegt. Het wordt me weer eens pijnlijk duidelijk: alleen als je met de eredivisie van de vinyldraaiers werkt vallen de laatste puzzelstukjes op hun plaats en dat is hier dus ook het geval. Er is een bepaalde 'aanwezigheid' in de muziek die de tijdelijk in de grote set opgenomen oude Thorens TD160 bijna helemaal mist. De combinatie van Versalex, Te Kaitora Rua en Superline levert zonder enige twijfel de beste analoge weergave die ik ooit in mijn set heb beluisterd.
Daarna is Cannonball Adderley aan de beurt. De Amerikaanse stereo herpersing uit 1997 van zijn klassieker Somethin' Else (Blue Note ST46338) wint mijns inziens qua levendigheid en dynamiek van de in 1999 uitgebrachte mono-remaster van Rudy van Gelder op cd, die overigens weer aanzienlijk beter klinkt dan de originele stereo-uitgave op cd. Vinyl als de ultieme versie, dat hoor ik graag! Als na het heerlijke, slepend gespeelde intro van Autumn Leaves de schelle gedempte trompet van Miles Davis opeens door het geluidsbeeld snijdt staat het kippenvel me dik op de armen. De trage swing die Hank Jones op piano, Sam Jones op bas en Art Blakey op drums neerzetten mag van mij de rest van de avond duren, er is echter nog meer fraais te horen op dit album.