REVIEWB&W

Audience

Jan de Jeu | 27 januari 2003 | B&W

Luisteren

weavers_4-2-03

Vanwege de naam besluit ik te starten met de in de inleiding van deze recensie genoemde popgroep Audience. Wanneer de klanken vervolgens de kamer vullen blijkt dat de muziek mij na zoveel jaren niet meer kan boeien en na het eerste nummer verdwijnt de plaat dan ook al weer in de hoes. Snel pak ik één van mijn ‘records to die for’. Gedurende hun reünie concerten in Carnegie Hall op 2 en 3 mei 1963 zingen ‘The Weavers’ in variërende bezettingen een groot aantal van hun meest bekende nummers waaronder het prachtige ‘Ramblin’ Boy’. De verschillende leden van de groep worden via de Audience kabels prachtig in de breedte over het toneel verspreid geplaatst en hun stemmen klinken fraai doortekend en door lucht omgeven. Ook is de grote zaal duidelijk aanwezig. Het publiek kucht, is muisstil of laat zich verleiden tot meezingen. Alle variaties worden natuurgetrouw weergegeven. Mijn aanvankelijke vrees dat RFI en andere interferenties het signaal wel eens zouden kunnen vervuilen blijkt volledig ongegrond. Er is sprake van een diepzwarte achtergrond. Verleid door de weergave kwaliteit beluister ik ook de volgende nummers van deze eerste kant. Alles klinkt heerlijk gemakkelijk en vanzelfsprekend muzikaal. Ik krijg de neiging om relaxed onderuit te zakken en met mijn voet op het ritme van de muziek mee te bewegen. Terwijl ik me dat realiseer komt er een vorige luistersessie in mijn herinnering naar boven waarbij ik o.a. gedurende het genoemde ‘Ramblin’ Boy’ op het puntje van mijn stoel zat. Het enige wat toen anders was in mijn installatie waren de gebruikte kabels. Tegelijkertijd valt me een tweede verschil op. Gedurende die sessie brak het beeld door de denkbeeldige lijn die de beide luidsprekers verbindt terwijl het nu achter die lijn blijft. De ‘stage’ verschilt niet in afmetingen maar ligt wat verder naar achteren geschoven. Onwillekeurig is mijn volgende keus eveneens een opname die ik in diezelfde eerdere luistersessie beluisterd heb. ‘Don’t waste your time’ van Rachelle Ferrell bevestigt opnieuw de indrukken. De prachtige stem wordt met al zijn nuances  weergegeven zonder dat er sprake is van scherpe randjes. Het podium is wederom wat verder weg dan ik gewend ben; ontspannen muzikaal zonder dat het evenwel mat of futloos wordt. Alles is prachtig in balans. Door het gemak dat er in doorklinkt word ik moeiteloos in de muziek getrokken.

Termen als ‘gemak’, ‘vanzelfsprekendheid’ en ‘muzikaliteit’ brengen mij bij het selecteren van een volgende schijf automatisch bij Ella Fitzgerald. En ook zij klinkt inderdaad heerlijk via deze kabels. De stem in ‘Embraceable You’ laat de rillingen over mijn lijf lopen. Een schijf die daar wel op moet volgen is die welke op 22 en 23 februari 1973 in Parijs opgenomen is. Op dat moment viert de legendarische violist van ‘hot club de France’, Stephane Grappelli, dat hij reeds vijftig jaar werkzaam is in de showbusiness en wordt er een gelegenheidskwartet samengesteld met pianist Oscar Peterson, diens favoriete bassist de Deen Niels Henning Ørsted Pedersen, en de op dat moment al 13 jaar in Frankrijk wonende Amerikaanse drummer Kenny Clarke. Het virtuoze pianospel komt prachtig tot uiting en de zijdezachte vioolklanken die Stephane aan zijn instrument weet te ontlokken versmelten daarmee zonder dat het randje lucht dat daartussen hoort verloren gaat. Ook de ondersteunende ritmesectie roepen kwalificaties op als ‘melodieus’ en ‘muzikaal’. Hoe meer ik draai, hoe sterker echter het gevoel wordt dat ik iets mis. Om dat meteen ook weer te ontkennen want er ontbreekt niets.

Dan draai ik ‘Shiny Stockings’ van de HDCD ‘Big Band Basie’ en hier wordt duidelijk wat het is; ik mis de ‘bite’ die sommige opnames kunnen hebben en die normaliter ook deze opname kenmerkt. De trompet van Clark Terry is een tikkeltje minder fel dan ik gewend ben. Wanneer ik in een later stadium mijn Concerto’s vervang voor de Master Two’s neem ik de gelegenheid te baat om mijn Concerto’s even alleen met de Densen B100 aan te sturen. Eerst met gebruikmaking van slechts één set luidsprekerkabels in combinatie met de vergulde bruggetjes en tot slot met de luidsprekerkabel in samenspel met de Audience jumpers. Er is geen twijfel mogelijk; de jumpers betekenen een flinke stap vooruit t.o.v. de vergulde stukjes blik. Ik wil echter snel door naar het geluid van mijn frontend in combinatie met mijn B100 en de Master Two wanneer deze met Audience onderling verbonden worden.

De Master Two moet echter enige tijd aan de set hangen voordat hij helemaal tot zijn recht komt en ik moet dan ook geduld hebben. Dat wordt  beloond wanneer ik eenmaal op het punt van gericht luisteren aangeland ben. Pat Metheny krijgt wat meer van de verlangde en vertrouwde ‘bite’ in zijn spel die ik daags tevoren nog miste. Ook de sax van Mike Brecker ‘scheurt’ weer wat meer. Het is dus ten dele component afhankelijk. Het algehele karakter van de kabels blijft evenwel onveranderd. Steekwoorden blijven; muzikaal, melodieus, vloeiend, rustig zonder te verworden tot mat of futloos, ruimtelijk en gedetailleerd zonder tot op het bot te ontleden.

Het geluidsbeeld laat me genieten van een mooie opname uit de vijftiger jaren die door Mobile Fidelity Sound Lab op een fraaie Gold Disc uitgebracht is. Miles Davis begint het heerlijke ‘Autumn Leaves’ en de lyrische trompet ademt sfeer en emotie. Julian ‘Canonball’ Adderley sluit naadloos aan met zijn alt sax en ik realiseer me dat ik deze uitvoering nooit mooier of aangrijpender gehoord heb. Met de Cairn Aria verdwijnt er wat druk en een stukje verfijning uit het geluidsbeeld. Dit is niet te betitelen als ‘High End’ maar via de Audience kabels weet deze Franse benjamin  Sarah Vaughan in ‘All the things you are’ heerlijk muzikaal weer te geven. En weer is er dat genieten van de muziek.

MERK

EDITORS' CHOICE