Hij bromt niet en hij weigert bij een driekwart opengedraaide volumeregelaar ruis te laten horen (met een cd-speler als bron kwam de regelaar overigens nooit voorbij 11 uur). Hij levert geen enorm maximaal vermogen maar dat mag men ook niet verwachten van een 2A3 versterker, zelfs één met een stel van deze triodes in push-pull. Hij oogt niet als een object uit een vooroorlogs laboratorium. Hij neemt absoluut geen orders aan van afstandbedieningen. Hij laat zich niet gemakkelijk verplaatsen.
Wat de Astro Black 22 WEL doet
De reeds ingespeelde Astro Black 22 kreeg een paar dagen de tijd om zich helemaal thuis te voelen. Omdat deze versterker geen eigen phonotrap heeft werd besloten om hem tijdens de recensieperiode op lijnniveau aan te sturen met de Marantz/Micromega combo.
Het mooie album Mojave Dust van singer-songwriter Kevin Brown ging in de Marantz om de track `Into The Stone` te beluisteren. De met `slide` bespeelde akoestische gitaar kwam meteen met veel souplesse en expressiviteit naar voren. Er werd op dat moment genoteerd: "deze weergave werkt verslavend". Het snarenspel kwam namelijk met een rijke tonale weergave naar voren en zijn stem werd op heldere en directe wijze gepresenteerd waarbij de dynamische sprongen in de zang met groot gemak en veel energie werden weergegeven. De greepwisselingen aan de hals waren op bijna fysieke wijze waarneembaar net als het lang aanhoudende zoemen van de klankkast (van de gitaar). De uitsterving van de laatste slide werd hier zelden zo toonzuiver en duidelijk gehoord. Het werd al gauw duidelijk dat deze versterker met name bij akoestische instrumenten het timbre heel duidelijk naar voren liet komen.
Tijd voor Jazz. Van de cd For My Father van het Hank Jones Trio (piano, bas en drums) werd `Bemsha Swing` gedraaid. Ook deze track startte met de nodige zelfverzekerdheid, vooral de staande bas klonk opmerkelijk plastisch en tamelijk stevig waarbij zijn melodielijn goed was te volgen. De `klakken` van de goed opgenomen rimshots werden op transparante wijze en met een goede focus gepresenteerd, heel mooi. De hi-hats kwamen met een goede impulsweergave en een duidelijk gedefinieerd timbre naar voren. Het toetsenspel van Hank Jones kwam vloeiend over waarbij de vleugel zelf met aardig wat `body` werd weergegeven. De kickdrum klonk flink punchy en was op bijna fysieke wijze aanwezig, niet zozeer in de vorm van "als uit graniet" zoals het geval kan zijn bij de grootste transistor-krachtpatsers maar wel met een uitstekende differentiëring tussen de opeenvolgende kicks zodat de klank van een door een mens bespeeld instrument werd overgebracht. Het geheel kwam met een volle, tonaal warme en innemende sound naar voren wat wellicht een buizencliché kan worden genoemd maar deze weergave maakt de Astro Black 22 in de meest positieve zin van het woord een ambassadeur van zijn soort.
Rock en bluesrock albums zoals Melissa Etheridge`s Never Enough en Mighty Sam McClain`s Live In Europe bleken niet zozeer tot het favoriete muzikale dieet van de Melody 2A3 versterker te behoren. Op zich is dat niet verbazingwekkend en het moet gezegd dat er bij de meeste andere muzieksoorten geen sprake was van waarneembare dynamische compressie, integendeel. De weergave van de twee genoemde albums was tonaal uitstekend maar het kwam gewoon niet met dezelfde drive en flow naar voren als bijvoorbeeld akoestische Jazz combo`s. Overigens is dat ook het hoger doel van deze mooie 2A3 versterker; het zo organisch en transparant mogelijk weergeven van akoestische muziek. Voor steviger werk zou men eventueel voor een hoogrendement weergever (met een breedband Lowther of Fostex unit) of een zwaarder model uit de Astro Black serie (bijvoorbeeld de 50 Watt KT88 versie) kunnen gaan. Voor deze recensie werd het 2A3 model gekozen omdat juist een dergelijke versterker voor een weergave kan zorgen wat dat van een Single Ended Triode (SET) benaderd terwijl men vrijer in de keuze van weergevers (en luisterruimtes) zal zijn.
De cd Acoustic At The Norfolk van de singer-songwriter Carus ging in de Marantz om de track Sweet Place (met zang, gitaar en mandoline) te beluisteren. De mandoline werd los afgebeeld en klonk tonaal simpelweg schitterend. Het typische parelende mandoline-timbre kwam bijzonder goed uit de verf waarbij zowel het snarenspel als de klankkast op natuurlijke en gedetailleerde wijze werden weergegeven. Het (akoestisch) gitaarspel van Carus kwam ontspannen over. Zijn stem kan bij sommige versterkers wat vlak gaan klinken, wat niet het geval was met de 22 die de gezongen melodie met goede punctuering en rijke tonaliteit presenteerde. Het applaus klonk heel los en was vrij van enige vorm van `kletter`. Het kreeg dan ook een natuurlijke weergave van vel-tegen-vel klappen mee en ook het commentaar van de zanger kwam zonder versluiering naar voren. Dit is een goed voorbeeld van "Live muziek in de huiskamer": geen last van rook of een slechte zitplaats maar de performance lekker vanuit de luie stoel ervaren (de opname moet dan wel zo goed als deze zijn, natuurlijk).
Van Ben Harper`s cd The Will To Live werd de track `I Want To Be Ready` beluisterd om de weergave van de close-miked opgenomen heer Harper en het unieke spel van zijn drummer te beluisteren. De `strums` op de akoestische gitaar klonken stevig (soms zelfs net iets té stevig in het lage midden) en de hese stem van Ben Harper kwam met veel presence en goed te volgen articulatie naar voren. De met een groot dynamisch bereik opgenomen tikken op de snare-drum werden zowel op pittige als droge wijze gepresenteerd waarbij nog het meest opviel dat elke slag met een opmerkelijk duidelijke toon werd weergegeven. De kickdrum kwam vrij solide over (met een lichte mate van `overhang`) en de achtergrondzang klonk verfijnd terwijl het met een goede diepteafbeelding werd weergegeven. Het geheel klonk flink energiek en kreeg een goede `timing` mee.