Ik ben iemand die graag naar stemmen luistert, vooral damesstemmen, en dat vereist een delicate aanpak. De Mythos STS leek veel meer een luidspreker die het moet hebben van stevige rock of een heerlijke soundtrack van een film. Dat gegeven laat zich prima beluisteren met de cd Amused To Death van Roger Waters. Flink gas geven en de speakers laten schallen. Dan komt het stereobeeld los en vult de kamer zich met onverwachte details en druk. Zoals in track acht, waar een houthakker zijn werk doet, de arrenslee die passeert en de auto die door de kamer scheurt. Mooi, hoe bijvoorbeeld de slee wordt weergegeven zonder "gat in het midden", om daarna ver in de hoek te verdwijnen. Als stemmen invallen zijn die compleet. Waters als centrale figuur in het midden, laag diep aanzwellend, de interne subwoofers aan het werk zettend. Laag en diep gaat het zeker, iets wat een absolute vereiste is voor de juiste weergave van deze cd.
Het angstige vermoeden, dat Tina Turner met een mooie XRCD opname van Private Dancer opnieuw waarmaakt waar de Mythos STS voor staat, is bewaarheid. Laag ronkend en met een stevige bite. De stem is ruig en met het juiste gevoel van een lapdancer die snel geld wil verdienen. Wetend dat haar droom niet zal uitkomen, staat zij de harde realiteit te bezingen. Compleet met de wanhoop uitgedrukt. Het kale en liefdeloze bestaan in die tak van de sexindustrie weet de Definitive Technology Mythos STS precies in de kern te raken. De sax van Mel Collins scheurt door de ruimte, gevolgd door het gitaarspel van Mark Knopfler. Hoe mooi is de manier waarop die twee elkaar aanvullen ten gunste van de onovertroffen diva van het podium.
Nog iets leuks om als voer te dienen: Jacky Terrasson & Cassandra Wilson met Rendezvous. Jazz in een verfijnde vorm met onmogelijk veel percussiegeluidjes boven de stem en de piano uit. Een prettige bijkomstigheid van de Mythos STS is de regelbare subwoofer per kant. Een tikje minder laag mag best met de cd. Ik realiseer mij, dat je niet heen en weer kunt blijven lopen naar de speakers om te regelen, maar zo af en toe een zetje in de juiste richting doet wonderen voor de transparantie of het stereobeeld. Cassandra krijgt het meer naar de zin als het laag, dat bij Waters zo welkom was, aan kracht mag inboeten. Dat daarmee het middengebied bevoordeeld wordt, is logisch. Het blijft een apart verschijnsel, dat als het laag anders is, ook de hoge tonen sterk aan verandering onderhevig zijn. Is het laag minder in kwantiteit: de hoge tonen idem. Beide boeken dan winst in kwaliteit. Het blijft een subtiel gegeven, hoe het laag moet worden ingeregeld. Geen kwestie van “even snel goedzetten”, eerder een proces dat enige dagen in beslag neemt. Wat geeft het, als u speakers koopt doet u dat niet voor een weekje maar voor jaren. Dus die paar dagen gelden slechts als een zinvolle investering in langdurig plezier. Intussen speelt Cassandra vrolijk door en zit ik al bij It Might As Well Be Spring, dat uitermate gedecideerd en correct loskomt van de kasten.