REVIEW

De Dijk en Sinead O’connor

Dr. Longbeard & Marja | 23 december 2003

De Dijk – Door en  Sinead O’connor - She who dwells

Wat hebben de Dijk en Sinead O’connor nu met elkaar te maken dat ze een dubbelrecensie mogen delen? Wel ze nemen allebei afscheid. Afscheid? Wat nu weer afscheid?

De Dijk onder aanvoering van Huub van der Lubbe neemt een jaartje vrijaf in 2004 om weer nieuwe inspiratie op te doen en gewoon een beetje uit te rusten. Sinead O’connor hangt haar commerciele zangeres-zijn geheel aan de wilgen om zich terug te trekken in een meer spirituele omgeving. Het geloof heeft haar knap te pakken en daar wil ze nu al haar aandacht aan geven. Sinead gaat ondermeer theologie studeren en met muziektherapie werken.

Voor beiden geldt dat scheiden een beetje doogaan is. Daarom hebben ze op de valreep nog een muzikale erfenis achtergelaten. In hoeverre dit een echte erfenis is, moet nog blijken. De Dijk heeft al eerder een sabattical opgenomen en is teruggekomen en Sinead is al eerder helemaal gestopt. We zullen wel zien en horen.

Een volgende overeenkomst tussen de Dijk en Sinead is dat het afscheidsalbum zowel live als studio opnames bevat van zeg maar de grootste hits en een paar nog niet uitgebrachte nummers.

Sinead O’connor - She who dwellsSinead opent op CD 1 nogal religieus, maar afgezien daarvan klinkt het als een klok. Lekker strak en direct opgenomen. De rest van de CD, die voornamelijk zeldzame opnames en een paar nieuwe stukken bevat is zoals Sinead eigenlijk altijd al is; bijzonder. Na de twee spirituele eerste stukken volgt “My love I bring” een Jamaicaans roots stuk. Dus religieus op een andere manier. Dan volgt het Aretha Franklin nummer “Do right woman”, in deze uitvoering krijgt het een heel andere dimensie. Dat geldt ook voor het vertrouwde “Love hurts” wat nu heel erg A La Sinead is.

“Ain’t it a shame” is op het album terecht gekomen omdat het een van de meest favoriete nummers van Sinead is. Dit nummer vraagt om een herhaling, niet alleen door de interpretatie, maar ook door de opname zelf. Deze uitvoering is wel wat anders dan het origineel van de B-52s. Meer ambivalente gevoelens komen boven bij de Abba kraker “Chiquitita”. De uitvoering is een beetje ranzig. O’connors bedoeling is goed, met name omdat ze de tekst belangrijk vindt. Kindermishandeling en misbruik is een van de gebieden waar ze zich altijd al sterk tegen heeft verzet.

De lekkere tegendraadsheid van Sinead komt mooi naar voren in het “anti-Candle in the Wind” waarin volgens haar van de overleden prinses Diana een slachtoffer wordt gemaakt en niet de sterke vrouw die ze was. Sinead maakt zelfs een godin van haar. In de Ierse traditie wordt het lament afgesloten met een uptempo deel. “It’s all good” is een ode aan de Ierse zanger Damien Dempsey van wie Sinead hoge verwachtingen heeft.

Een ander bijzonder nummer is de demo opname van “Love is ours” wat bedoeld is voor het nieuwe Massive Attack album. Het was de bedoeling dat Massive Attack het volgende album van Sinead zou gaan produceren, maar dat gaat dus niet door omdat Sinead een andere wending aan haar leven heeft gegeven. De sfeer van het nummer gaat terug naar de tijd dat Sinead de zangeres van Ton Ton Macoute was; de tijd dat er nog veel rook om je hoofd moest verdwijnen.

“A hundred thousand Angels” is een stuk van de new-age zanger Bliss. Het past dus prima in de nieuwe-Sinead omgeving nu in een stevig raggae jasje met scherpe trompetjes. Het wordt gevolgd door weer een demo opname, nu “You put your arms around me”. Weer wat zwaarder van toonzetting en zeer sfeervol door het aanhoudende keyboard en de zware trom.

Vreemd dat pas als je afscheid neemt er de beste opnames van bepaalde nummers op een plaat kunnen worden uitgebracht. Dat geldt zeker voor de versie van “Emma’s song” die heel anders op ‘Faith and Courage’ staat. Deze versie heeft veel meer emotie en sluit goed aan op de voorgaande track. Nog een demo opname siert de eerste CD. Het heet “No matter how hard I try”. Het blijkt dat de originele opname zoek is, daarom is deze opname gemaakt. Door de een beetje geknutselde geluidskwaliteit krijgt het een extra dimensie, heel direct en spontaan eigenlijk.

“Dense water, deeper down” is een soort country nummer, compleet met vogelgeluidjes en nagemaakt hoefgetrappel. Met een lekkere slok Ierse whiskey is het best grappig, vooral het eind. Het volgdende stuk, “This is a rebel song” sluit qua tempo weer prima aan maar dan op een raggae beat.

En dan volgt een hoera voor Sinead. In “1000 mirrors” laat ze horen dat een Apple G4 laptop alles is wat je nodig hebt om muziek te kunnen vastleggen. Alle zang is direct op de Apple opgenomen en klinkt uitstekend, echo effect en al. Een goede zanger(es) heeft niet veel nodig om een muzikaal statement te maken.

 “A big bunch of junkie lies” is heel droevig. Het verhaalt van de liefde voor een verslaafde en hoe ongelijk zo’n relatie is. Akoustische gitaar en viool onderstrepen de droefheid. Het eind is inderdaad ook het eind.

CD 1 sluit af waar hij ook mee begon, met een religieus lied. Dit keer “Song of Jerusalem”. De conclusie voor dit deel van het album is dat het een groots document is geworden. Goed van opzet, niet te ‘godsig’, en de prachtige stem van Sinead komt helemaal tot zijn recht.

De tweede CD is een soort Grootste Hits Live. “Molly Malone” – the tart with the cart -, een hele mooie trage versie van “Oro, Se Do Bneatha `Bnaile” , “The singing bird” zijn natuurlijk standaards. De uitvoering van “My Lagan lover” is bijzonder door de grootse opzet ervan, en het is live. Natuurlijk staat er een “Nothing compares 2 U” op, mooi met fluit en gitaar beginnend, dan de herkenning van het publiek bij ‘its been seven…’ en dan gewoon een heel fraaie uitvoering.

Wat heeft Sinead toch een mooie stem. Je kunt je voorstellen dat  ze in haar nieuwe bestaan met deze stem heel wat ellende kan bezweren. “John I love you”, “The Moorlough shore” en “ Paddy’s lament” zijn stuk voor stuk juweeltjes. De CD zou prima af kunnen sluiten met “Thank you for hearing me”, maar “Fire on Babylon” en “The last day of my acquaintence” volgen nog. En dit laatste nummer is een heel mooie afsluiter. Sinead en akoustische gitaar. Meer hoeft niet. Ook hier is de conclusie  dat weer een prima document is neergezet. De enige kritiek is dat de opname zelf wat ruist.

De Dijk – DoorDan over naar de Dijk. Muzikaal een heel andere opzet. De nummers van de Dijk zijn allemaal des Dijks. Geen uitstapjes naar andere muziekgenres als reaggae, folk, country of wat dan ook. Daardoor, en door de stem van Hubb van der Lubbe is de Dijk dus de Dijk. ‘Zevende Hemel” opent de CD. De toch al niet heldere stem van Van der Lubbe valt nu en dan een beetje weg in de begeleiding en is dan moeilijk te volgen. De hele opname, en dat zullen we verderop nog meer zien, is wat onevenwichtig. De klankbalans is soms wat wazig. Maar de intensiteit waarmee gespeeld wordt heeft daar niet onder te lijden.

“Beter dan ooit” valt op door de zompige bas waar in de mix de stem van Huub van der Lubbe wegvalt. Wel een lekker B3 geluid van Pim kops en de blazers Ronald Brunt en Mike Booth. Het lijkt dat de EQ wat erg gortig is gebruikt. Anders is het bij “Wil je altijd van me houden” waar de opname weer prima in orde is. De mooie tekst komt duidelijk naar voren, de begeleiding is top. Simpel en open. Dat is de Dijk. De kwaliteit is idem bij het sentimentele “Huil maar niet” en grappige “Muzikanten dansen niet”. Vooral in dit laatste nummer lekker strak drumwerk van Antonie Broek en de gitaar van Nico Arzbach.

In de twintig jaar dat de Dijk alweer bestaat heeft de groep een hecht geluid gecreeerd dat heel aansprekelijk is. De teksten zijn gelukkig niet dom en van een lekker poetisch karakter. “Hou me vast” is daar een goed voorbeeld van net als “Was dat maar waar”. De uitvoering van dit laatste nummer is mooi klein. Stem en gitaar openen en de rest komt zachtjes mee om nergens de overhand te krijgen.

Helaas gaat de opname weer mis in “Onderuit”. Dit live opgenomen stuk met een fantastische melodie-opbouw gaat weer ten onder in een brij. Wat is er gebeurd? Zo’n mooi nummer gaat hier echt onderuit en waarom is het hier en daar zelfs vals (gitaar)? Zonde.

Helaas is ook het volgende nummer “Dat zou mooi zijn” niet 100% in onze oren. De aparte stem en tekst van Van der Lubbe zijn prima. Maar de begeleidende gitaar en trompet gaan de verzadiging in. Je hebt bijna de neiging om de pickup naald schoon te maken, maar dat bij een CD?

Dan maar weer live. “Als het golft” een prachtnummer dat dagen door je hoofd blijft golven; niet te stuiten niet te sturen. Als Huub alleen met kleine begeleiding zingt is er niets aan de hand. Maar als de rest fors inzet, slaat de verzadiging weer toe. Dat moet iemand toch tijdens de opname gehoord hebben? Het zelfde euvel komen we tegen bij dat andere wereldnummer “Als ze er niet is”. De sfeer is er, de gedragenheid van de stem en de opbouw zijn er allemaal en nu en dan slaat de boel weer dicht.

“Nergens goed voor”. Deze live opname laat horen dat het wel kàn. Strak en swingend. In het Joe South nummer “Ga in mijn schoenen staan” klinkt de Dijk ineens heel anders. Een koortje geeft dit stevig swingende nummer precies de juiste invulling. Alles zit en staat op z’n plek en de tekst is de moeite waard. Blazers, B3, gitaren en een strakke drummer zouden een prima uitswinger kunnen vormen. Maar die taak is weggelegd voor “Zoals nog nooit”. Een nummer om even over na te denken. De CD Door geeft ondanks de kritiek op de opnames hier en daar een goed beeld van een van de beste Nederlandse groepen van de afgelopen twintig jaar. Zowel muzikaal als tekstueel hebben ze hun sporen verdiend en het is te hopen dat het jaartje rust dat ze nu inlassen energie geeft voor weer een aantal prachtige nummers.

Aanvullende Informatie :
De Dijk – Door
CD op Mercury 981156-4
Sinead O’connor - She who dwells
dubbel CD op Hummingbird

EDITORS' CHOICE