De jonge Japanse, sinds vier jaar vanuit Amerika opererende pianiste Hiromi Uehara is ongelofelijk. Een technisch en biologisch wonder, dat een mens tien zo razendsnel en precies bewegende vingers kan besturen, zonder uit de bocht te vliegen.
Gelukkig bevat haar tweede CD voor Telarc niet alleen virtuoze spervuren, maar ook veel gevoel en melodie in een aantal meeslepende melodieuze ballads, alles van eigen hand. Het genre waarin Horomi zich beweegt is aan te duiden als ‘jazz’, maar stijlvast is zij daarbinnen allesbehalve. Er zijn invloeden uit jaren zeventig Jazz-rock fusion sferen, denk aan Herbie Hancock of Chick Corea (met wie ze ook al speelde). Er wordt gegrooved als Bootsie Collins, en er is volop lyriek als van Ahmad Jamal (de producer van Hiromi’s vorige album).
Alle acht de stukken zijn voorzien van een toelichting van Hiromi, waaruit blijkt dat ze zeer programmatisch te werk gaat: de stukken vertellen een verhaal of komen op zijn minst voort uit een duidelijk idee of beeld, weergegeven in de titels. Het openingsstuk Kung-Fu World Championship is opgedragen aan Bruce Lee en Jackie Chan. Het is dan ook een spervuur van spectaculaire tempowisselingen (vooral van snel naar nog veel sneller). Rake klappen, virtuoos ritmisch samenspel met veel elektronica, met bassist Tony Grey (op drie stukken vervangen door Anthony Jackson) en drummer Martin Valihora.
Knock-out als de luisteraar na zeven minuten is kan hij gelukkig bijkomen bij If…, een melodieuze, serene ballad, die meteen doet denken aan Steely Dan. “If… is the great word for imaginary travel”, stelt Hiromi, en een mooie reis ‘it is’, inderdaad. Avontuurlijk, met geweldige bassolo en gloedvol getingel. Wind Song contempleert verder, over de wind, impressionistisch dwarrelend. Dat Hiromi voor ze de jazz in ging van kinds af een klassiek pianiste was verloochent ze niet.
Het titelstuk Brain gaat over de strijd tussen rede en emotie. Mechanisch en lyrisch botsen op elkaar. Een bijna Schönbergiaans wringende tonenreeks, opnieuw op synthesizer, gevolgd door een prachtig meeslepende melodieuze passage à la Rachmaninov, en verderop wordt het ook nog onstuimig grooven. Compositorisch haalt Hiromi hier het onderste uit de kan: een complex, gelaagd stuk waarin stijlen prachtig door elkaar lopen. Desert on the Moon begint kalm en musicalachtig, maar gaat allengs heftiger swingen, zoals dat gaat op de maan.
Green Tea Farm is het enige solostuk op de CD. Dat Debussy en Japan prima samengaan wisten we al van Toru Takemitsu, maar deze nostalgische beelden van haar land mogen er ook zijn. Een prachtige melodie, en spel dat Keith Jarrett in herinnering roept. Keytalk staat daar weer haaks op: tien minuten aanstekelijk jammen op een Bootsy Collins achtige groove, vol elektronische basriffjes. De meeslepende Legend of the Purple Valley, gebaseerd op een Japans volksverhaal, zit weer vol lyrische melodieen, en sluit de plaat zoals dat hoort af met een hoogtepunt. Waardig.
Live in de studio opgenomen (onvoorstelbaar) door Michael Bishop heeft deze plaat, die zowel op gewone CD als op multichannel SACD verscheen, een fenomenale geluidskwaliteit, absoluut referentieklasse. Alsof ze vlak voor je neus staan te musiceren, met een bas die je echt voelt in diverse ingewanden. Ronduit indrukwekkend.
Aanvullende informatie:
8 tracks, speelduur 61:32
DSD opname, SACD in 5.1 multichannel
Label: Telarc CD-83600 of SACD-63600
Distributie: Challenge
Website: http://www.hiromimusic.com