REVIEW

Review: Talking Heads - Stop Making Sense (concertfilm)

Rob Nijman | 26 april 2017

New Wave: verzamelnaam voor moeilijk te duiden pop, rock en varianten op punk uit de late jaren zeventig en vroege tot midden jaren tachtig. Als pionier van de stroming was Talking Heads een specialist op het gebied van de artistieke pop. En bij artistieke pop hoort een artistiek popconcert. Dus dan vraag je filmmaker Jonathan Demme om die registratie voor je aan elkaar te schieten. Stop Making Sense is het resultaat van drie optredens in december van 1983, ter promotie van het album Speaking in Tongues, en is misschien wel het beste wat Demme – die meerdere acteurs aan Oscars hielp – in zijn imposante carriùre maakte.

“Hi. I've got a tape I wanna play.."

Het podium is leeg. Zelfs de Dogma-films van Lars von Trier c.s. gebruiken meer decor. David Byrne loopt in z’n eentje richting microfoon en plant een kleine cassetterecorder naast zich neer. “Hi. I've got a tape I wanna play..”, waarna hij een akoestische versie van Psycho Killer inzet en een Roland TR-808 op de achtergrond dienst doet als tikkende bas-ondersteuning, een beat die uit zijn cassetterecorder lijkt te komen.

De eerste noten zijn raak. Byrne zwalkt over het podium, maakt wat vreemde stappen, doet regelmatig net of hij valt, maar is steeds precies op tijd om het gitaarwerk van de openingsplaat aan te slaan. Wanneer hij op de camera afloopt, zien we achter hem stage hands onderdelen van het decor opbouwen.

Dan loopt hij naar de microfoon om het publiek te bedanken, wordt hij vergezeld door Tina Weymouth en volgt tweede nummer Heaven. Het lijkt in eerste instantie of de band al wilde beginnen voor het personeel achter de coulissen zo ver was, maar iedere stap is van tevoren uitgetekend en zorgvuldig voorbereid. Door de regisseur, maar vooral door de frontman. Pas tijdens het derde nummer – Thank You for Sending Me an Angel – worden Byrne en Weymouth vergezeld door drummer Chris Frantz, en pas bij Found a Job is de belangrijkste bezetting met Jerry Harrison compleet – en uiteraard zijn de verschillende leden van de Tom Tom Club ook van de partij.

En dan gebeuren er dingen. Hele Funky Dingen, die je meenemen zoals niet veel concertregistraties dat doen. Soms kijk je gelaten grijnzend naar het schouwspel op het podium, dan verval je in uitgelaten dansbewegingen die je tot dat moment nog nooit had laten zien, of zit je weer knikkend of hoofdschuddend mee te doen met de vele bezwerende songs en dito uitvoering.

Misschien sta je zelfs op en doe je zelf ook gewoon een dansje – middenin je woonkamer (zelf stond ik zes minuten geleden nog air guitar te spelen, staand op de leuning van mijn bank – dit was voor mij ook nieuw). Maar in alle gevallen verdwijn je voor anderhalf uur in de wereld van Stop Making Sense. Het is ongekend funky, en mateloos aanstekelijk. Ook hier is met name David Byrne debet aan.

“Thank you! Does anyone have any questions?”

Het mag daarmee duidelijk zijn dat de mate waarin de band en haar frontman vervoeren het meest in het oog springend detail van deze set is. Zelfs als je niet of nauwelijks bekend bent met het materiaal van Talking Heads, ga je volledig in hun voor de gelegenheid gecreĂ«erde wereld op, terwijl je je waarschijnlijk afvraagt waarom die vent op het podium er zo ongekend goed in slaagt je aandacht te pakken – en voorlopig niet los te laten. Maar in werkelijkheid zijn alle facetten van de productie een vermelding waard. Van de title credits (door Pablo Ferro, die ook de sterk gelijkende opening van Kubrick’s Dr. Strangelove verzorgde), tot de sfeershots van de diverse bandleden, hun schaduwspel weergegeven op het schaarsverlichte decor, en de manier waarop de tomeloze energie van de complete band gedurende het hele optreden in beeld gebracht wordt.

De details daarin zijn overweldigend. Het bijna-vallen van Byrne gedurende Psycho Killer is direct geïnspireerd op Fred Astaire in de film Royal Wedding. De belichting en het schaduwspel, die rechtstreeks uit Laughton’s Night of the Hunter lijken te komen. De manier waarop alle bandleden (minus de drummer) op een rijtje staand rennen op een manier die schreeuwt om met ze mee te doen. De vele gezichten van Byrne die door zijn regisseur (de in april 2017 overleden filmmaker Jonathan Demme) dan weer enthousiast, dan weer haast creepy in beeld gebracht worden. Sowieso, de muziek wordt non-stop kracht bij gezet met fysieke gekkigheid; Byrne danst zelfs met een lamp. Zelfs de setlist vertelt een samenhangend verhaal, en zo kunnen we nog wel even doorgaan. Het is niet voor niets de ‘Citizen Kane of concert movies..’

The Citizen Kane of concert movies

Byrne – altijd Byrne – loopt op een gegeven moment het podium op met een pak waarbij de schoudervullingen zo ver van zijn nek vandaan lopen dat je het idee hebt naar een zingend en dansend matras te kijken. Er is veel geschreven over dit Big Suit, het meest treffend door Pauline Kael: “When he comes on wearing a boxlike `big suit` — his body lost inside this form that sticks out around him like the costumes in Noh plays — it`s a perfect psychological fit.” Ze bedoelt hiermee dat niets anders dan dit pak het beste aantoont hoe Byrne zijn muziek fysiek tot uiting wil brengen, larger than life.

Even later verdwijnt het jasje, en blijft er alleen een veel te grote broek over, maar minder kolderiek wordt het niet – zeker niet wanneer twee lachende achtergrondzangeressen moeite hebben hun deel van Take Me To The River te volbrengen als de energieke frontman een rood petje toegegooid krijgt, op z’n hoofd zet en als een malloot over het podium stuitert. Opnieuw werkt iedere beweging aanstekelijk. 

He bobs his head; so do you. He taps his feet; so do you.

Hoogtepunt van de set is mogelijk de uitvoering van Once in a Lifetime, die in een versie gebracht wordt die sterk aan Jesus he knows me van Genesis doet denken. Byrne draagt een grote zwarte Roy Orbison bril, trapt het nummer af alsof hij een bezwerende telecaster is en verliest met name zichzelf in de openingscoupletten van het waarschijnlijk bekendste nummer van de band. Volledig bezeten, en bijgestaan door een fantastische ritmesectie, verdwijnt Byrne in de preek die hij aan zijn publiek richt. Hij is inderdaad bezeten, de hele band ook – door een ongekende rock & roll energie. Je verwacht dat hij zich ieder moment op z’n knieĂ«n laat vallen en zich volledig overgeeft aan de waanzin: “My god, what have I done?” Denk hierbij aan Charlton Heston in de slotscĂšne van Planet of the Apes. Maar wanneer hij inderdaad door z’n benen zakt en buigt (achterover, weliswaar), veert hij snel weer op – de muziek is gewoon te verheffend.

Stop Making Sense is voor Talking Heads-fans absoluut verplichte materie. Maar eigenlijk zou iedere liefhebber van films en muziek deze concertfilm van Demme tenminste Ă©Ă©n keer op moeten zetten – als het je lukt om het bij Ă©Ă©n vertoning te laten. Jonathan Demme wordt vaak een actor’s director genoemd; meer dan eens hebben toneelspelers dankzij zijn strakke regie en duidelijke visie een gouden beeldje aan hun op zijn aangeven neergezette acteerprestatie overgehouden. De bekendste zijn Tom Hanks (Philadelphia) en het duo Anthony Hopkins en Jodie Foster (The Silence of the Lambs). In Stop Making Sense is dat feitelijk niet anders. Frontman Byrne en zijn bandleden spelen de rol van hun leven in deze veelomvattende registratie.

Het is onduidelijk of Byrne of Demme uiteindelijk de bepalende rol gespeeld heeft, maar dat maakt ook eigenlijk niets uit. Het werkt. En hoe vreemd en geïmproviseerd de ‘dans’ van Byrne soms ook lijkt, als je na het zien van deze film de nummers voorbij hoort komen, kun je eigenlijk niets anders dan constateren dat de bewegingen kloppen. Sterker, je wil niets liever dan vergelijkbare stuiptrekkingen uit je armen en benen schudden. Misschien doe je dat beter wel thuis, op de leuning van je bank bijvoorbeeld, dan op straat of met je iPod in de trein. 

Of...?

Of misschien is dat juist de hele boodschap van de film. Laat het van je af vallen. En ga waar je ook bent gewoon los op deze muziek, op iedere muziek, en stop making sense!

 SETLIST

  • Psycho Killer
  • Heaven
  • Thank You for Sending Me an Angel
  • Found a Job
  • Slippery People
  • Burning Down the House
  • Life During Wartime
  • Making Flippy Floppy
  • Swamp
  • What a Day That Was
  • This Must Be the Place (Naive Melody)
  • Once in a Lifetime
  • Genius of Love (as Tom Tom Club)
  • Girlfriend is Better
  • Take me to the River
  • Crosseyed and Painless





EDITORS' CHOICE