Bracken is een soloproject van Chris Adams, lid van de band Hood uit het Britse Leeds. Zijn stem is zeer herkenbaar, maar waar Hood een warm organisch geluid voortbrengt, ook als ze elektronische stoor en knispergeluiden inzetten, is de sound van het voor alternatieve Amerikaanse hiphoplabel Anticon vervaardigde We Know About the Need eerder hermetisch en kil.
De band Hood wordt al vele jaren zwaar ondergewaardeerd. Vanaf 1990 ontwikkelde zij haar geluid van lofi rammelpop via pastorale soundscapes naar een prikkelend mengsel van elektronica en alternatieve pop, vaak in de hoek geplaatst van het Duitse The Notwist, die als 13 & God ook al iets met Anticon hadden. Op Cold House uit 2001 werd ook al samengewerkt met muzikanten uit die hoek, al maakt Hood bepaald geen hiphop.
De zachte, vlakke stem van Adams is zeer herkenbaar, een beetje vergelijkbaar met die van New Order’s Bernard Sumner. Op We Know About the Need staat die stem meer op de voorgrond, waarmee ook de beperkingen sterker aan het licht komen.
Eenvormig, een beetje neuzelig en door de galm en andere manieren van vervorming veel meer nadrukkelijk op de voorgrond dan bij Hood. Instrumentaal is de ruimtelijkheid en atmosferische rust die meestal als bodem voor de sound van Hood fungeert vervangen door een voortdurende onrust en de neiging alles vol te proppen met geluidjes. De platenmaatschappij formuleert het veel mooier: “a side-step/stumble into a puzzling soundworld of future pop, analogue tape trickery, avant drone, loose dub flourishes, hip hop pacing and clattering drums.”
Adams kan ook mooi uitleggen hoe hij zijn plaat bedoelde:“it had to sound exactly like a pop band being frozen solid and then shattered into a million pieces.” Dat lijkt goed gelukt, zie maar wat er met de piano op de hoes gebeurd is. De geluidsmanipulaties op de computer hebben geleid tot een kil en oververzadigd geluid. Door zware compressie, filtering en effectgebruik is dynamiek schaars geworden. Een enkele onbarmhartig sublage hiphop boost daargelaten is de klank wat schraal en metalig. Dat past bij het versplinteren en de diepvries, maar is niet erg hifi te noemen.
Het album maakt indruk door een aantal sterke songs, verontrustende drones en interessante, vaak massaal opeengestapelde geluidspakketten. Moeilijk doen is hier geen taboe; een track van drie seconden opnemen mag hiervoor als voorbeeld gelden. De ambitieuze en enigszins zwaar op de hand benadering roept me This Heat in herinnering, ook de manier van zingen vertoont overeenkomsten. Rond 1980 maakte deze band een paar verpletterende albums; ik maakte een paar dito optredens mee die me altijd bijgebleven zijn. De albums die drummer/zanger Charles Hayward later onder diverse namen maakte klonken in het licht van het verleden altijd een beetje geforceerd; de magie ontbrak, er was iets essentieels verdwenen. Bij Bracken bekruipt mij hier en daar hetzelfde gevoel: met verbetenheid wordt getracht iets veelzeggends neer te zetten (die titel), maar de terloopsheid en wat abstracte afstandelijkheid van Hood hakt er ironisch genoeg dieper in.
Kortom: een boeiende en bij vlagen indrukwekkende CD, maar voor wie Hood nog niet kende is een kennismaking met die fantastische band te verkiezen. Argumenten daarvoor zijn een veel prettiger geluid en dat onbenoembare, dat alles klopt en een intense beleving oproept.
Aanvullende informatie:
11 tracks, speelduur 42:
Label: Anticon
Distributie: de Konkurrent
Website Hood : www.hoodmusic.net