Audio-systemen zijn er in soorten en maten. Elk type goed gematched systeem heeft bestaansrecht en zal tegemoetkomen aan specifieke wensen. Dat geldt voor minimonitoren, aangestuurd met een 9Watt triode-versterker, maar ook voor de grote systemen van Genesis, Infinity en Dali. Het maakt allemaal muziek, alleen de accenten liggen steeds anders. Deze keer grijpt ondergetekende naar de sterren met een 'cost no object' systeem. Dat onderbreekt weer even mijn voortdurende zoektocht naar buitenaardse wezens.
Een van de grootste genoegens van audio is de voorpret. Het maandenlang bladeren in folders en het lezen van alle reviews die er maar verschenen zijn. De apotheose komt dan als de apparatuur uit de dozen wordt gehaald. Dat moment is elke keer weer geweldig. De specifieke houtgeur van luidsprekers die uit het styropor komen en het verwijderen van alle plakbandjes en kartonnetjes die een kostbare versterker beschermen. Met betrekking tot deze sensationele momenten, valt er aan het setje van deze maand enige eer te behalen. De full blown Dali MegaLine transducer wordt door een vorkheftruck binnengereden.
Het is een pallet van 1.70 meter hoog met een gewicht van 260 kilogram en bestaande uit acht dozen. Ook de rest van de benodigdheden representeert de gesublimeerde jongensdroom. Pallets vol met versterkers en aanpalende elektronica. De MegaLine doet het niet met de obligate twee keer dertig watter. Op het moment dat alles uitgepakt naar je staat te gluren, komt er een einde aan een tijdvak. De voorpret, de studie, het watertandend spellen van elke letter in de brochure, het aflopen van shows, de niet te temmen begeerte die midden in de nacht toe kan slaan en de momenten van twijfel en Hollandse schaamte (mag ik wel zoveel geld uitgeven?). Sommigen zullen ontdekken dat de begeerte vaak groter is dan het bezit.