Tijdens de High End show in Munchen togen HVT collega Theo Wubbolts en ondergetekende naar het Marriot hotel om daar Dave Wilson en zijn vrouw Sheryl Lee van Wilson audio een paar vragen voor te leggen.
Uw eerste ontwerp voor Wilson Audio, was dat een luidspreker, of bent u met andere apparaten begonnen?
In 1959 ontwierp ik mijn eerste luidspreker, gebaseerd op een ontwerp van Gilbert Briggs: een baspoort syteem met een enkele 8 inch coaxiale driver. Goedkoop ook, want meer kon ik als student niet betalen. Later ben ik versterkers gaan bouwen op basis van zelfbouwkits. Dat waren Dynakits, Scott, Harman Kardon Citation en Heathkits. Daarmee financierde ik mijn studie.
Mijn eerste ‘product’ zag in 1973 het levenslicht. Het was een door mij en een machinebankwerker uit Oostenrijk ontwikkelde modificatie van een AR draaitafel. We pasten het subchassis dusdanig aan dat er een SME arm op paste. De combinatie van SME en AR leverde de merknaam SMART op. We bouwden de SMART in onze garage en verkochten er in totaal 17 stuks van. Laatst kwam een van onze verkoopmensen bij een nieuwe dealer op Hawaï, bleek hij een werkend exemplaar met serienummer 003 te bezitten.
Maar eigenlijk waren de eerste Wilson Audio producten opnames. Ook dat was eigenlijk een hobbyproject, we namen koren, orgelmuziek en kamerorkesten op. Op een gegeven moment besloten we een opname van een kerkorgel commercieel uit te brengen. We persten er 500 stuks van, zonder veel illusies over verkoopaantallen. Maar blijkbaar raakten we de juiste snaar bij reviewers en hifi-verkopers. De basweergave op de plaat was namelijk uitzonderlijk goed en de hifi-verkopers gebruikten de opname om er subwoofers mee te verkopen. Sindsdien hebben we de nodige LP’s en CD’s uitgebracht. Maar in 1995 zijn we uiteindelijk gestopt met het maken van albums, het leidde teveel af van onze huidige core-bussiness: het maken van luidsprekers.
Het hebben van een platenlabel heeft trouwens wel geleid tot maken van eigen luidsprekers: we hoorden namelijk met de reeds bestaande luidsprekermerken niet terug wat we hoorden toen we de albums opnamen.
Wat is de Wilson Audio filosofie: waarom maakt u luidsprekers?
Eigenlijk komt dat voort uit mijn passie om muziek ‘echt’ te laten klinken als het via een hifi-systeem weergegeven wordt. Het is voor mij niet goed genoeg om muziek via een hifi-systeem te horen: ik wil horen wat het speciaal maakt, het horen zoals het ‘live’ geklonken moet hebben. Het Weens Filharmonisch gebruikt bijvoorbeeld geitenvel op de timpani: ik wil kunnen horen of er een geitenvel, het vel van een kalf of een van kunststof gebruikt wordt.
Geluid is erg belangrijk. Het gehoor kan je mee terug in de tijd nemen. Vaak is het een (pop)liedje dat je, zelfs als je het liedje al in geen jaren meer gehoord hebt, terugbrengt naar een bepaalde tijd. Je herinnert je weer waar je was en hoe je toen voelde. Het enige andere zintuig dat deze eigenschap ook heeft is de reuk.
Hoe zit u de toekomst van High End audio, en wat is de rol van de iPod daarin?
Volgens mij heeft de iPod positieve kanten en negatieve kanten. Voor de iPod spreekt het feit dat mensen makkelijker in aanraking komen met muziek. En het kan een redelijk geluidskwaliteit bieden, mits je ongecomprimeerde .WAV files gebruikt. Maar deze eenvoudige beschikbaarheid van muziek heeft ook nadelen, het verlaagt namelijk de waarde van de muziek. Toen ik nog een tiener was kwam ik vaak bij een bepaalde platenzaak met een uitgebreide klassiek afdeling. Zoekend door de bakken kwam je af en toe juweeltjes tegen die haast onvindbaar waren. Als je zo’n juweeltje vond dan gaf je dat een bijzonder gevoel. Tegenwoordig kruip je achter je computer, tikt de naam in en je hebt de plaat binnen luttele seconden gevonden. Het bijzondere gaat er op die manier wel vanaf. En hoe meer we afdwalen van de fysieke schijf, hoe meer we het risico lopen om dat bijzondere te verliezen.