Stad: Lissabon
Land: Portugal
Bekend van: de Fado en zoete pasteitjes
Sommige steden zijn geliefd om hun bouwwerken (Rome, Athene, New York), andere omdat ze het centrum zijn van producten of trends (Milaan, Parijs). Maar er zijn ook steden die bekend zijn omdat ze de bakermat van een muziekstijl zijn. In de serie `Toonaangevende Steden` bezoekt Loe Beerens (55), legendarisch popfotograaf en muziekkenner, zulke steden Voor HiFi.nl gaat hij op zoek naar de muziek, en vooral: wat is er nog van over? Is de stad nog interessant voor een `muzikaal bezoek`? Als eerste trok Beerens - gewapend met camera én pen - naar Lissabon, hoofdstad van de fado.
Wetenswaardigheden Lissabon
‘Voor het oog van de reiziger die over het water arriveert, verheft Lissabon zich zelfs in de verte als een prachtig visioen. Het tekent zich gestoken scherp af tegen een stralend blauwe hemel die wordt opgevrolijkt met het goud van de zon. De koepels, monumenten en het oude kasteel steken boven de menigte van huizen uit als ver uitgelopen bodes van deze betoverende plek, deze gezegende landstreek’. Zo beschreef de dichter Fernando Pessoa zijn geliefde Lissabon in 1925. Natuurlijk had hij destijds nog niet kunnen ervaren hoe spectaculair het is om met een grote boog over het strand van Caparica, en over de rivier de Taag, waaraan de stad gelegen is, te glijden om vervolgens ter hoogte van de Rode Hangbrug vlak over de daken van de stad te scheren richting vliegveld. Ook had de fado destijds nog niet de status van nu, omdat de ‘koningin van de fado’ Amália Rodrigues destijds net vijf jaar oud was. Eén aspect is echter wel gelijk; Lissabon was ook toen al betoverend vanaf het eerste ogenblik.
De Portugezen waren in de middeleeuwen fanatieke kolonisators en alle rijkdommen die op hun ontdekkingsreizen vergaard werden gingen linea recta naar de hoofstad. De pracht en praal straalt derhalve van de gebouwen zoals men dat ook in voormalig puissant rijke steden als Parijs of Rome veelvuldig ziet. Als de stad in 1755 niet door een aardbeving gedeeltelijk was verwoest, had er nog veel meer overeind gestaan. Maar wat er over is blijft imposant. Door sommigen wordt de stad als de mooiste ter wereld betiteld, maar daar zit ongetwijfeld een vleugje chauvinisme bij. Maar eerlijk is eerlijk; het licht en de licht/schaduw-situaties zijn de gehele dag door ongeëvenaard.
Dit ondanks het feit dat de stad geen echte zonsondergang kent, want de zon zakt ruim voor het ondergaan achter de heuvels waardoor je een uniek en opmerkelijk licht krijgt aan het eind van de dag. Naast de ontelbare bouwwerken, beelden, fonteinen, monumenten en triomfbogen kenmerkt Lissabon zich ook door de mediterrane levensstijl. Gezellig, op het pittoreske af, met een zwoele sfeer. Dit laatste merk je het meest aan de verliefde stelletjes in de stad die vrijend op banken en muurtjes zitten en liggen. Het wemelt er van de terrassen en restaurants. Dit maakt het moeilijk om in korte tijd te ontdekken wat de stad te bieden heeft, want je blijft al snel een paar uur hangen op zo’n terras.
Het grappige, en meest opmerkelijke van Lissabon is dat de stad is gebouwd op zeven heuvels (net als Rome). Hierdoor krijg je in het centrum een scheiding van dertig meter hoog tussen de twee belangrijkste wijken met als centrale punt de ‘Elevador de Santa Justa’. Een lift van ruim veertig meter hoog die je vanaf het ‘benedencentrum’ Baixa naar het ‘bovencentrum’ Bairro Alto hijst. De lift is in 1902 ontworpen en gebouwd door Raoul Nesnier de Ponsard, een leerling van Gustave Eiffel, en dat is aan de constructie goed te zien. In het hoogseizoen hoef je overigens niet te proberen om mee te liften want de hele dag door staat er een lange rij toeristen die hetzelfde willen. Tip: ’s Ochtends om half tien komt de liftboy, dan kun je nog zo instappen. Na tien uur kun je het vergeten. Uiteraard kun je altijd traplopen.