In de wonderlijke wereld van serieuze audio-apparatuur zijn er merken die altijd alle aandacht krijgen, soms terecht, vaak geheel onterecht, terwijl andere merken af en toe eens aan de oppervlakte komen. Tot die laatste categorie behoren vaak gerenommeerde fabrikanten die sinds jaar en dag kwaliteit leveren zonder dat van de daken te schreeuwen of elke zes maanden een nieuwe range te introduceren.
Luidsprekermaker Acoustic Energy is een dergelijk bedrijf. Actief sinds 1987, toen het werd opgericht aan de west kant van Londen, om jaren later te verhuizen naar Cotswolds in het landelijke Gloucestershire. Wat niet veranderde was de levering van de AE1, een luidspreker die in 1988 op de markt kwam en nog steeds te koop is, maar waarvan sinds 2011 een Reference model bestaat.
Het bedrijf en de Reference 1
In eerste aanzet kwam dus de AE1 op de markt, een luidspreker die mikte op de professionele gebruiker, die voor zijn studio een handig en klein systeem zoekt dat voldoet aan eisen als lage vervorming, hoge belastbaarheid, dynamiek en transparantie.
Acoustic Energy was met de AE1 één van de eerste bedrijven die de papieren of kunststof conus verving door een metalen conus. De AE1 zette het bedrijf voorgoed op de markt en nadat AE in 1995 een strategische alliantie aanging met een groot productiebedrijf in het Verre Oosten, werd de toen nog bescheiden reeks luidsprekers uitgebreid met de 100 en de Aegis-series (die inmiddels is opgeklommen tot AegisNeo), Aelite, 3 Series, Compact, Outdoor, Radiance en Pro Studio. Ook de nieuwe markt voor Wi-Fi en Bluetooth wordt bediend met de Aego-serie. De onderhanden Reference 1 leunt nog zwaar op de AE1, maar tegelijk heeft dit duurdere model een aantal veranderingen ondergaan die hem boven het origineel uittillen. Meest opvallend is de pianolak behuizing van de Reference 1, uitgevoerd in ebbenhout, die een zeer luxe uitstraling heeft. De kast is opgebouwd met een 7 mm dikke MDF buitenwand en een 5 mm dikke binnenzijde, waartussen een 3 mm dikke rubberlaag is gelijmd. Een constructie die men zelden tegenkomt en die ontwikkeld is om resonanties in het kastmateriaal uit te sluiten.
De kleine basunit van 110 mm heeft uiteraard volgens de Acoustic Energy traditie een aluminium conus, waaraan een dubbel gewonden spreekspoel is gelijmd, die zich beweegt in een naar verhouding enorme magneet. De tweeter is een Vifa Ring-radiator waar Acoustic Energy zijn eigen stempel op drukt. De ringdome is omgeven door een speciale akoestische lens, die er uit ziet als een korte hoorn, waarmee een grote spreiding van de hoge tonen mogelijk wordt. De tweeter werkt vanaf 2 kHz achter een 2e orde filter. Het systeem heeft een nominale impedantie van 6 Ohm en een lage gevoeligheid van 87 dB. Een flinke versterker is wel op zijn plaats voor de Reference 1, waarna volgens AE een frequentiebereik haalbaar is van 45 Hz tot 40 kHz binnen +/- 3 dB. De luidspreker heeft bescheiden buitenafmetingen van 31 x 19 x 28 cm en vormt op de eigen Reference 1 stand (optioneel) of een andere goede stand een sieraad in de luisterruimte. Zo werd mij althans voorgehouden door een aantal (waaronder vrouwelijke) bezoekers. De Reference serie bestaat naast de 1 uit de grotere monitor 2 en een vloerstaander met de naam Reference 3. Tot de Reference serie rekent Acoustic Energy ook de AE1 Classic, zeg maar het oermodel van het bedrijf, maar dan gemaakt volgens de huidige stand van de techniek.
Opstelling
Aanvankelijk werd de Reference 1 neergezet in een kleinere luisterruimte, geplaatst op een niet gevulde Apollo stand die Viertronmeeleverde. Daar bewezen een Naim NAP 100 en later een Pink Faun 2X90i versterker dat ongeveer 50 Watt per kanaal genoeg is om de Reference 1 aan te sturen. Daarna verhuisde de Reference 1 naar de huiskamer, waar ik hem gelijk maar plaatste op een zware met zand gevulde stand die het geluid zeker ten goede kwam.
Hier speelde de luidspreker op een 50 Watt klasse A versterker van Audia Flight, met als voornaamste bron een combinatie van een NAD M50/52 netwerkspeler voor een Esoteric D/A-converter. De luidsprekers stonden uiteindelijk 60 cm van de achterwand, ruim een meter van de zijwanden en 220 cm uit elkaar. Alles gemeten vanaf het middelpunt van de baffle. Volgens specificatie van de fabrikant werden de luidsprekers maar heel licht ingedraaid, wat voldoende is voor het mooiste stereobeeld.