Filmmaker, verhalenverteller en muzikant Leon Giesen (1962) groeide op in het Noord-Limburgse Hout-Blerick, onder de rook van Venlo. Hij was bassist in de bands Toontje Lager en Captain Gumbo, maar maakt de laatste jaren furore als Mondo Leone, een volstrekt uniek multimediaal eenmansorkest.
Ook maakte hij de plaat Holland America Lijn met streekgenoot en vriend Jack Poels van Rowwen Hèze. Over deze groep maakte Giesen bovendien de bekroonde documentaire Van America helemaal naar Amerika en de clips van November en Auto, Vliegtuug. Voor de VPRO maakte hij eerder een documentaire over Thin Lizzy. De nieuwe voorstelling van Mondo Leone heet Genomineerd. Hierin roept Giesen een prijs in het leven: ‘Het Gouden Randje’, bedoeld voor mensen die, zonder dat er iemand om gevraagd heeft, de wereld mooier proberen te maken.
Leon Giesen (Foto en coverfoto: Niels Stomps)
Een Muziekbeleving over trotse carnavalsmuziek, icoon Thin Lizzy, guilty pleasures en elpees grijs draaien met alleen het geluid van de naald.
“Mijn eerste indrukwekkende muziekervaring had ik als kind in het café van zaal Custers in Venlo. Het was doodstil toen er plots een Duitstalig mannenkoor in gezang uitbarstte. Dat moment vergeet ik nooit. Thuis was er niet heel veel muziek. Mijn ouders hadden een pick-up, maar niet meer dan vier singletjes. Een daarvan was dat fluitliedje van Bridge on the River Kwai Theme. Dat zal altijd aan mijn jeugd verbonden blijven. Mijn vader floot altijd hetzelfde melodietje: Heut ist der schönste Tag in meinem Leben, zo’n operetteliedje.”
Bier en borsten
“Ik kom veel meer van de carnavalsmuziek vandaan. In Venlo is dat een hele mooie trotse traditie. Je had de muziek van Frans Boermans en Thuur Luxembourg. Liedjes met teksten als Ware weej maar neet zoë knap, en hadde weej maar vuél miér cente, zote weej maar neet zoë krap, en dan maar laeve van de rente. Het was allemaal niet zo plat als gebruikelijk, niet alleen maar zuipmuziek en nooit een excuus om iemand bij de borsten te pakken. Het zijn liedjes waar een band als Rowwen Hèze schatplichtig aan is.”
Carnaval in Ierland
“De Venlose muziek laat mij nooit meer los. Zo zat ik een keer met Jack Poels een avond in een café in Galway in Ierland, eigenlijk vanwege het liedje The Galway Girl van Steve Earle. Jack heeft dezelfde Venlose roots. Een vrouw had net een Ierse murderballad gezongen. And now the Dutchmen, riepen ze. Toen hebben we As de sterre dao baove straole van Boermans gezongen. De mensen waardeerden de poging, maar het was toch een stuk minder lyrisch en verstaanbaar dan het Ierse werk.”
Fanfarefeesten
“Jack heb ik ooit leren kennen op de fanfarefeesten in Hout-Blerick. Tenminste, dat beweert hij. Ik kan het me niet meer herinneren. Ik speelde toen in Toontje Lager, hij stond er met een drive-in discotheek en ik kwam kijken. Ik zou geklaagd hebben over het harde geluid van zijn discotheek en gezegd hebben: ‘Ik moet wel van mijn oren leven hoor!’ Haha. Uiteindelijk zijn we goede vrienden geworden. Zonder Jack was Mondo Leone er misschien nooit geweest, hij heeft me enorm aangemoedigd.”
ABBA & Fleetwood Mac
“Mijn eerste plaat kocht ik van gespaard geld bij platenzaak Disco Dancer in Venlo: Arrival van ABBA in 1976. Volgens mij voor twaalf gulden. Met van die douchedingen tegen je oren kon je platen luisteren. Ik zat net op dansles, waar ze Dancing Queen draaide. Toen ik Arrival hoorde, was ik vooral helemaal weg van When I Kissed The Teacher. De tweede elpee was Fleetwood Mac van Fleetwood Mac. Ik had net mijn eerste eigen pick-upje, maar nog geen versterker. Heb die plaat grijs gedraaid bij alleen het geluid van de naald, vooral Blue Letter.”
Thin Lizzy
“Die platen heb ik nog, ze staan op zolder, want ik heb geen platenspeler. Ik heb het zoveel geluisterd, dat ik ze helemaal uit mijn hoofd ken. Dat is ook een beetje het probleem: die muziek is kapot gedraaid en een beetje dood. Dat geldt helaas ook voor de muziek van Thin Lizzy. Phil Lynott was mijn grote held. Ik heb hem twee keer live gezien, op Pinkpop en in de Vereeniging. Lynott was ontzettend cool, een icoon. Een kruising van een Caribische zeerover en een oudere broer die ik nooit heb gehad. Het was een bijna verliefde fascinatie. Op een gegeven moment ben ik hem kwijt geraakt. Hij werd steeds stoerder en fouter, waarschijnlijk ook door de drugs. Ging ook fucken met zijn publiek. Sommige liedjes op China Town zijn echt helemaal verkeerd, zoals Killer on the Loose waarin hij zich Jack The Ripper noemt, daar knapte ik enorm op af."