Bij de vernieuwing van NAD’s Classic-versterker ging er automatisch veel aandacht naar het uitbreidbare topmodel, de C388. Maar eigenlijk is de goedkope C338 even interessant, met dank aan Google.
Je mag misschien dromen van een set bestaande uit NAD Master-componenten, voor de meeste mensen is de Classic-lijn met toestelprijzen onder of rond 1.000 euro toch een heel stuk haalbaarder. Niets mee mis, meer zelfs: hier zijn goede deals te doen. De Classic-lijn omvatte immers altijd versterkers die zeer goed presteerden voor hun prijs. Dat gevoel werd bij ons nog sterker toen NAD eind 2016 de vernieuwde Classic-lijn voorstelde, bestaande uit de C338, C368 en C388.
Zoals wel vaker stonden vooral die twee laatste modellen in de kijker. Een modern design (dat was bij de vorige Classics niet bepaald het geval), een intrigerende versterkerontwerp en een MDC-uitbreidingsslot zijn bij de twee de highlights. Vooral dat laatste sprak aan, want MDC of Modular Design Construction is NAD’s bestaand systeem om zijn versterkers uitbreidbaar te maken. Achteraan een MDC-compatibele versterker is er een sleuf waarin je een kaartje schuift om een functie toe te voegen, een beetje zoals hoe je een pc kunt upgraden met een nieuwe grafische kaart. Je hebt MDC’s die HDMI-ingangen toevoegen of een phono-eindtrap, maar de MDC die de C368 en C388 helemaal ‘af’ maken is de BluOS-module. Hiermee wordt de NAD-versterker helemaal Bluesound-compatibel en Roon Ready.
Dat klinkt misschien allemaal leuk, maar hoe zit het zit het met de C338 die we hier testen? Bij nadere inspectie blijkt het verhaal bij deze instapper van 699 euro toch wel helemaal anders.
NAD C338: De eerste met Chromecast
De C338 mag je gerust een vreemde eend in de bijt noemen. Zelfs qua ontwerp past hij niet helemaal bij de NAD C368 en C388, maar lijkt hij veel meer op vroegere Classic-componenten. Het is ook compact toestel. De breedte is hetzelfde als de meeste hifi-componenten, maar de versterker is slechts 7 cm hoog en ook iets minder diep. Het lijkt bijna een ideaal formaat om in een rack te monteren, maar dat is niet hoe NAD het apparaat hier in de markt zet. Qua uitstraling is de zwarte C338 een heel sobere kerel met niets om je visueel te prikkelen. Vooraan zie je enkel een klein schermpje en een beperkt aantal knopjes. Dit is niet een versterker om mee te pronken. Daarvoor cijfert hij zich te veel weg. Wellicht is dat ook net de bedoeling.
Ook qua mogelijkheden is de C338 een ander apparaat dan zijn grote broers. MDC is hier niet present, dus er zijn een aantal dingen meteen niet mogelijk. Wil je Bluesound, dan zal je bijvoorbeeld een Bluesound Node via een ingang moeten aansluiten. Door het ontbreken van MDC kun je achteraf niets veranderen aan deze versterker.
Ok, nu benadrukken we heel sterk wat de C338 niet is. Is het daarmee echt een instapper die je vooral moet overtuigen om een hogere uitvoering te kopen – een tactiek die automerken graag hanteren? Neen. Want dat is het merkwaardige aan de C338. Het is geen gestripte Classic, het biedt een totaal andere propositie die ook een ander doelpubliek zal aanspreken.
Naar ons gevoel keek NAD naar de luistergewoontes van jongere generaties – zeg, iedereen onder veertig – en wilden ze vooral die groepen een versterker geven die bij hen past. Een eenvoudig concept staat voorop, want bij de C338 heb je enkel verder een paar luidsprekers nodig heeft om muziek te beluisteren. Streaming staat centraal, zonder echter andere mogelijkheden te vergeten. Dat aanwezigheid van een phono-ingang is met name een slimme zet.
De slimste zet is de aanwezigheid van Chromecast in de C338. Hoewel Chromecast (of Google Cast) bij tientallen soundbars, speakers en andere audio-apparaten aanwezig is, is dit wel de eerste keer dat de streaming-functie ingebouwd wordt in een ‘serieuze’ stereoversterker. Het is een primeur voor NAD, al verwachten we wel dat over een jaar er wel rivalen genoeg zullen zijn met dezelfde functionaliteit.