De Oberon 7 de mooiste luidspreker noemen die DALI ooit ontwierp, dat is is wellicht wat kort door de bocht. En toch is het misschien wel gewoon de waarheid. De hamvraag is natuurlijk: klinkt de Oberon net zo goed als dat hij eruitziet?
Vorig jaar wist DALI ons aangenaam te verrassen met de Spektor-familie. Voor een heel redelijke bedrag haal je met deze goedkope DALI's al een mooi stukje hifi-geluid in huis. Tegelijkertijd vonden we de Spektor wel echt een instapmodel, zeker qua afwerking. De iets duurdere – maar nog altijd zeer bereikbare – Oberon-luidsprekers die de Denen dit najaar lanceerden lijken wel een antwoord op die kritiek.
Ze vervangen Zensor, een zeer succesvolle lijn voor het Deense merk. De Oberons zijn speakers die zelfs voor DALI bijzonder interieurvriendelijk zijn, zowel qua plaatsing als looks. En ze hebben ook een aardige upgrade gekregen qua geluidstechnologie. Voor het eerst past DALI zijn SMC-materiaal toe in drivers in het betaalbaar segment. Sterk, want het is nog niet zoveel jaar geleden dat de fabrikant ons uitlegde dat SMC bijzonder kostbaar is en daarom enkel een plek kreeg in high-end-reeksen zoals de Epicon, de Rubicon en de Opticon. In deze test bekijken we de Oberon 7, de grootste vloerstaander uit deze DALI-familie, in een tweekanaalsopstelling. Nu ja, ‘grootste’… Het blijft een vrij slank ding. Binnenkort lees je op homecinemamagazine.nl, onze FWD Media-zustersite, een recensie van een surroundopstelling gebouwd rond meerdere Oberon-modellen.
DALI Oberon 7
De Oberon 7 kost 499 euro per stuk, een prijspunt waarop het rivalen als de KEF Q550, de Monitor Audio Bronze 6 en de Polk S60 treft. Serieuze uitdagers dus, en bijgevolg moet de Oberon 7 toch wel héél sterk uit de hoek komen om indruk te maken. En dat menen we echt, want eigenlijk zijn er meerdere hifi-fabrikanten die in het instapsegment bijzonder sterke luidsprekers op de markt hebben gebracht. Naast de KEF’s en Monitor Audio’s spreken we over zeer bereikbare toppers als ELAC’s Debut 2.0-familie en de Q Acoustics 3000i-lijn.
DALI werkt zijn speakers altijd al netjes af, maar met de Oberon-lijn bereikt dat toch een nieuw en hoger niveau. Nu pas is het merk echt ‘Deens’, of toch wat veel mensen qua design bij dat etiket associëren. Zoals altijd bij geslaagd design zit dat hem in kleine maar belangrijke zaken die ervoor zorgen dat deze speakers heel wat meer passen bij moderne meubels. Zoals het gebruikte houtfineer met reliëf dat over de betrekkelijk solide MDF-kast wordt gelegd. De versie die wij ontvingen, en die we overigens ook uitdrukkelijk hadden aangevraagd omdat het er op de foto zo mooi uitzag, is Light Oak, een lichte houtsoort die mooi wordt aangevuld door een matte, witte voorkant. Het houtfineer ziet er heel knap uit, net iets beter dan de ook fraaie houtafwerking op de Q Acoustics 3050i die we recent bekeken. Strijk je er met je hand over, dan voelt het wel merkbaar kunstmatiger aan dan echt hout. Het reliëf is niet helemaal realistisch. Maar hoe vaak bepotel je een luidspreker, eigenlijk?
Een derde designelement dat de Oberon een hedendaagse smoel geeft, is de grille met afgeronde hoeken en bekleed met een fris, modern textiel met fijne grijze lichtschakeringen. Het ziet er uit als iets van Kvadrat, een bekende textielmaker uit Kopenhagen die ook wel samenwerkt met Bang & Olufsen, Harman Kardon en KEF, maar het komt wel van elders. Ja, het was helemaal ‘af’ geweest als de grille magnetisch bevestigd was, zoals inmiddels wel de norm wordt bij alles behalve de goedkoopste speakers. Maar aangezien de Oberons je aanmoedigen om de grille op zijn plaats te laten, maakt het in dit geval misschien niet zoveel uit.
Ten slotte is er nog een sierlijke voet die af-fabriek gemonteerd wordt geleverd. Een detail, maar wel een die het leven van de doorsnee koper makkelijker maakt. Niet dat een luidspreker uit de verpakking halen een hoger diploma vereist, maar voeten vastschroeven en spikes aanbrengen is gewoon iets dat niet iedereen leuk vindt.
Naast de lichteiken versie die we op test ontvingen voorziet Dali ook Oberons in het klassiek matzwart, een mat wit en een donker walnoot. De witte uitvoering heeft dezelfde grijze grille als de light oak, de walnoot- en de zwarte uitvoeringen bezitten een bijna zwarte grille met een veel subtielere kleurschakering. Het zijn dan ook de eiken en de witte versies die wat ons betreft scoren qua designuitstraling.
Het is trouwens wel opmerkelijk dat we in korte tijd twee luidsprekers op bezoek hebben die inzetten op een interieurvriendelijk design met een hippe grille. Naast de Oberons zijn er zo ook de speakers uit de Studio 8-familie van Jamo. Die zijn nog goedkoper dan de Oberons, maar de DALI's zijn net iets fraaier afgewerkt.
Vlak tegen de muur
Zoals we van DALI’s gewoon zijn, is de Oberon 7 ontworpen om relatief dicht bij de muur te staan. Niet ingedraaid, gewoon gelijk met de achterliggende wand. En dat is – opnieuw - net iets interieurvriendelijker. Dat het indraaien van de luidsprekers in dit geval niet hoeft, komt omdat DALI altijd zijn best doet om zeer goede horizontale off-axis weergave te behalen. Of in mensentaal: ook als de speakers niet recht op je oren gericht zijn, ervaar je veel detail. Het maakt ook de Oberon 7 een gezinsvriendelijke speaker. Iedereen in de zetel ervaart muziek op een goede manier.
Qua gevoeligheid zit de Oberon 7 op 88,5 dB, de impedantie is 6 Ohm. Dat maakt deze DALI niet de meest ongevoelige, maar ook niet de makkelijkste om aan te sturen. Hij heeft wel een beetje baat bij een versterker met wat vermogen, toch als je graag het volume opendraait bij het beluisteren van stevig orkestrale werken of technospul met veel dynamiek. Je zit wel nog met een baspoort achteraan, waardoor je de Oberon 7 naar ons gevoel best nog minstens een 20-cm van de muur moet houden. Of de poort dempen met een plug.
Overigens heeft DALI bij de Oberon-familie een interessante optie voorzien voor wie echt een heel onopvallende opstelling wil bouwen: de Oberon LCR-muurspeaker. Helemaal nieuw is dit niet voor het merk, want bij de Opticon- en Rubicon-families vind je ook zo’n LCR-speaker. Het is gemaakt om aan de muur te hangen en kan in principe zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden. Aan de Oberon LCR zijn een paar boeiende zaken. Het past bijvoorbeeld hetzelfde baspoortprincipe van de Rubicon LCR toe, met een opening aan de onderkant. De Rubicon LCR is een speaker die we ook gebruiken in onze vaste surroundopstelling en waar we eveneens heel tevreden over zijn. De Oberon LCR is een heel stuk compacter en dunner, wat hem minder slagkracht geeft in het laag, maar wel bijzonder discreet maakt. Toch wel het bekijken waard als je iets mooi zoekt voor een audioset in de eetkamer. Als je er dan een kleine sub bij kunt plaatsen, dan zit het helemaal goed. Over de Oberon LCR lees je trouwens meer in de surroundtest van de Oberon-reeks die volgende week verschijnt.
SMC: Soft Magnetic Compound
Duurdere DALI-speakers (zoals de Rubicons waar we een zwak voor hebben) zijn echt heel sterk in het breed uitstralen van het hoog dankzij de combinatie van een dome- en een linttweeter. De Oberon 7 houdt het op een vrij grote dome-tweeter, een nieuw ontwerp met een veel lager gewicht dan normaal het geval is.
Deze tweeter wordt bij de Oberon 7 aangevuld met twee 7-inch woofers uit houtvezel. Bij die woofers is dus het beruchte SMC-materiaal toegepast waar we reeds naar verwezen. DALI-watchers zullen weten dat SMC zowat het ‘geheime’ ingrediënt is van de duurdere lijnen (Epicon, Rubicon en Opticon). Het is een materiaal die gebruikt wordt in het magneetsysteem van drivers, met de bijzondere eigenschap dat het wel zeer magnetisch is, maar niet zeer geleidend. Dit zorgt ervoor dat een magneetsysteem met SMC sneller de omslag maakt van aantrekken naar afstoten (en omgekeerd) van de spreekspoel, zonder hysterisis – een fysisch fenomeen dat vervorming introduceert. SMC heeft ook minder last van ongewenste wervelstromen die het magneetsysteem opwarmen en het gedrag veranderen. Om maar te zeggen: SMC is best een interessant materiaal. Maar nog veel interessanter is dat DALI voor het eerst SMC toepast in het budgetsegment, zij het wel in een beperktere vorm. Waar in duurdere luidsprekers grote delen van de vaste magneet uit SMC bestaat, is bij de Oberon een schijf van het materiaal aan de bovenkant van de magneet (meer bepaald aan de pole piece, het centrale deel waarrond de spreekspoel beweegt) aangebracht.
Lees meer over SMC in het verslag van ons recente DALI fabrieksbezoek
Luisteren
Ok, ‘Liquid Spirits’ van Gregory Porter is niet bepaald een album dat luidsprekers extreem uitdaagt. Bovendien was de stem van Porter op een bepaald moment te alomtegenwoordig op hifi-demonstraties, net zoals Diana Krall dat tot voor kort ook was. Misschien is het daarom dat we dit album lange tijd niet meer gedraaid hebben. Een beetje onterecht, realiseren we wel weer, als we het in lossless FLAC-formaat toch afspelen vanaf een Synology-NAS met Minimserver op een Primare i15-versterker die de Oberon 7’s aanstuurt. Zoals Dali het voorschrijft staan de Oberon-speakers niet ingedraaid opgesteld, in onze testruimte op ongeveer 3 meter opgesteld van de luisterplek.
Wat blijkt? Tracks als ‘Liquid Spirit’ en ‘Lonesome Lover’ beluisteren we op deze Denen met veel plezier nog eens opnieuw. De Oberon 7 presenteert deze knettert-als-een-haardvuur-liedjes gewoon heel fraai, mooi tussen de twee speakers en er ook los van. De brede uitstraling waar Dali zo sterk in is, levert echt wat het beloofd. De muziek vult de kamer en verandert niet plots van karakter omdat je naar je kopje koffie reikt op het tafeltje naast de sofa. Als je met een paar vrienden op een lange bank zit, hoor jij niet radicaal meer detail dan de kerel een meter of twee van je af. Het zijn sociale speakers, deze Oberons (en eigenlijk alle Dali’s, op de Epicon na misschien).
De zeer open en grootse weergave maakt trouwens de al behoorlijke akelige ‘Suspiria’-soundtrack van Thom Yorke nog ijzingwekkender, vooral bij ‘The Hooks’ en ‘Belongings Thrown in a River’. De bevreemdende pianotonen en de macabere geluiden van deze horrorsoundtrack zitten echt overal in de kamer. Ook bij 'Neon Pattern Drum' van de jazztechnopionierJohn Hopkins zit je echt met een muur van geluid die op je af komt, terwijl allerlei synthesizerklanken in het ijle weergalmen. Dit is wat je verwacht van een betere en duurdere luidspreker, maar laten we niet vergeten dat de Oberon 7's qua prijs eigenlijk maar net het budgetsegment overstijgen.
Ook meer funky (en na Suspiria: optimistische) tracks als Mark Ronsons ‘Feel right’ en ‘Happy’ en ‘Come Get it Bae’ van Pharell Williams gaan de Oberon 7’s bijzonder goed af. Heel exact is de plaatsing en positionering niet in het stereobeeld, wat een beetje de keerzijde is van de wijde uitstraling vermoeden we. En ook het hoogdetail is er niet helemaal, maar dat maakt het niet minder leuk om naar te luisteren. Deze Dali’s hebben er wel zin in, met een goede, snelle weergave die niet hyperkritisch is voor popmuziek. En neen, bij ‘War Anthem’ van Max Richter kan de Oberon 7 niet diep genoeg duiken om echt de extreme lage tonen in deze track met voldoende body te brengen. Dat is niet waar ze sterk in zijn. Ze hebben wel een voldoende laagextensie en snelheid om je snel aan het hoofdknikken te maken bij de snelle beats van de Mirapolis Remixes van technoartiest Rone (via Qobuz en Chromecast, ingebouwd op de Primare-versterker). Bij War Anthem gaat het voor ons om dat laatste stukje ultralaag, dat bij elke slag aanzwelt en uitdooft. Die sustain missen we hier een beetje. Maar in alle eerlijkheid vergelijken we dan met een duurdere klasse luidsprekers, zoals de Rubicons. Wel schitterend is hoe de strijkers in het zes minuten durend Richter-epos zeer open en gedetailleerd in je kamer wordt weergegeven. Groots genoeg ook om je mee te sleuren in de historie van schrijfster Virginie Woolf, het thema van het album waar deze War Anthem op staat.
Als je naar het rest van het speelveld kijkt, dan is de Oberon 7 één van de hoogvliegers in het segment. Sommigen, zoals de Bronze-reeks van Monitor Audio, hebben gelijkaardige kwaliteiten. Wil je de Oberon 7 vergelijken met iets 'anders', wat vaak interessanter is omdat je dan grote verschillen kunt ervaren? Dan zouden we je aanraden om de Q-familie van KEF te beluisteren. Dankzij de Uni-Q-driver bieden ze een andere ervaring en een neutraler geluid. Ook de nieuwe 600-reeks van Bowers & Wilkins kan het overwegen waard zijn, al zit je met de 603 meteen heel wat hoger qua prijs. Wie echt voor de looks gaat (zonder daarbij geluidskwaliteit achterwege te laten), kan ook de zeer betaalbare 3000i's van Q Acoustics op zijn luisterlijstje plaatsen. De kans is echter groot dat de Oberons bovenaan dit lijstje blijven prijken.
Conclusie
De Oberon 7 en zijn kleinere Oberon-broers zijn mooie opvolgers voor de Zensor-speakers. Dat mag je letterlijk nemen. Het zijn de soort speakers die je met plezier aanraadt aan een bevriend koppel dat je voor advies vraagt rond een betaalbare hifi-set voor hun woonkamer. Dat het prijskaartje inderdaad nog heel acceptabel is, dat zie je niet aan deze luidspreker. En horen doe je het ook niet, want de Oberon 7 is een allrounder dat prima presteert voor het prijssegment. De Dali-speakers passen goed bij muziek van nu: pop, techno, rock en hiphop. Niet dat ze het fijnere werk moeten schuwen, maar ze bezitten net de juiste kwaliteiten om die genres heel genietbaar te brengen.
Dali Oberon 7
€ 499 euro | www.dali.nl
Beoordeling 4.5 op 5