De nieuwe Uni-Fi Reference-modellen van ELAC werden een tijdje terug voorgesteld en zijn nu ook bij ons beschikbaar. Je mag ze beschouwen als een soort vervolg – of moet dat upgrade zijn? – voor de bejubelde Uni-Fi-lijn van enkele jaren geleden. En eveneens als de afsluiter van het Andrew Jones-tijdperk bij de Duitse luidsprekerbouwer uit Kiel. Eerder bekeek René van Es de UBR62 boekenplankspeaker uit deze ELAC-familie, nu is het tijd voor de slanke Uni-Fi Reference-vloerstaander.
ELAC is een fascinerend bedrijf. Het bestaat al meer dan zeventig jaar, maar gedraagt zich niet als een ancien die in het verleden blijft leven. Onder meer dankzij de input van speakerontwerper Andrew Jones is ELAC uitgegroeid tot een merk zich concentreert op speakers die even mooi klinken als ze er uit zien. Ook een gunstige prijs-prestatieverhouding zit in het DNA van ELAC, al helemaal bij hun bejubelde Debut- en Uni-Fi-lijnen.
Vorig jaar introduceerde ELAC al de Reference-label voor de nieuwe generatie Debut-speakers, dit jaar werd er ook een Reference-generatie van de hoger gepositioneerde Uni-Fi voorgesteld (kijk voor als ons Elac-nieuws hier, red.). Naast een fraaiere afwerking werd er veel aandacht besteed aan het solide maken van de behuizing en werden er nieuwe drivers geïntroduceerd. Heel wat, dus.
De Uni-Fi Reference-familie bestaat (zoals wel vaker bij ELAC) uit slechts drie modellen: een boekenplankspeaker (UBR62), een centerspeaker (UCR52) en de UFR52 driewegs-vloerstaander die we hier bekijken. De UFR52 kost ongeveer 850 euro per stuk, een prijspunt waarop je wel wat concurrenten ontmoet.
Gracieus naast de tv
Net zoals de meeste luidsprekerbouwers heeft ELAC bepaalde zaken die altijd terugkeren en die het merk echt typeren. In het geval van de Duitsers hoort daar zeker bij: vloerstaanders moeten slank zijn. Dat geldt ook voor deze fraaie Uni-Fi Reference-luidspreker. Hun gracieus profiel maakt deze UFR52 meteen een interessante optie voor mensen met een kleinere woonkamer of lui die uitdrukkelijk op zoek zijn naar speakers die naast een televisie niet al te opdringerig tonen.
De slanke eerste indruk wordt bovendien versterkt door de verfijnde kleurkeuze die ELAC maakte. Ons testmodel heeft een licht gebogen voorkant in een satijnwitte afwerking, met contrasterende zijkanten die bedekt zijn met een licht eikhoutfineer. Die tegenstelling tussen wit en hout accentueert de diepte enorm, wat het oog echt misleidt. De Uni-Fi-vloerstaanders zien er daardoor heel rijzig en elegant uit. De luidsprekers zijn op alle vlakken heel degelijk afgewerkt, ook als je ze van heel dichtbij bekijkt. Het fineer ligt naadloos over de hele behuizing bijvoorbeeld, waardoor je ook snel denkt dat ze helemaal uit eik zijn opgetrokken. ELAC is daarbij slim geweest: de hoeken van de behuizing zijn afgerond. Dat oogt niet alleen modern, de fabrikant kan daardoor makkelijk de fineerlaag aanbrengen.
De enige ‘naad’ die we konden vinden, was aan de onderkant. Die zie je enkel wanneer je de meegeleverde voetjes aan het monteren bent. Na dag één ga je er nooit meer aan denken. ELAC zorgt met de meegeleverde frontjes die magnetisch ophangen voor een bijkomende modieuze toets. Geen zwart of grijs doek hier, wel een boeiender Scandi-textiel met gewoven licht- en donkergrijze draadjes.
Lichte kleuren zijn hip, maar sommige trendwatchers voorspellen dat net donkerbruine tinten en zwart de mode worden. Mocht je ook in die richting denken, de Uni-Fi Reference-speakers zijn er ook in een donkere afwerking. Het recept vol contrast wordt behouden, maar wel met een matzwarte baffle die geaccentueerd wordt door een blinkende metaalkleurige ring rond de drivers. De zijkanten zijn in dit geval met een donker walnoot afgewerkt.
Het Jones-tijdperk
In de voorbije jaren betekende praten over ELAC het hebben over de luidsprekerontwerper Andrew Jones. Een grote naam, die na een uitgebreide passage bij Pioneer en TAD de overstap maakte naar het Duitse bedrijf. Hoewel er in het hoofdkantoor in Kiel nog altijd wel eigen speakers werden ontworpen (vaak te herkennen aan de kenmerkende JET-tweeter en getekend door ELAC-ontwerper Rolf Janke), was er ook Jones. Vanuit zijn Amerikaanse thuisbasis joeg hij een frisse wind doorheen ELAC, met een reeks luidsprekerfamilies die maximale kwaliteit voor heel redelijke prijzen boden. De Debut-reeks mag je op dat vlak gerust legendarisch noemen. Ook de oorspronkelijke Uni-Fi-series die hij bedacht was een voltreffer. Helaas, aan elk sprookje komt een einde, ook aan de samenwerking ELAC-Jones. Na zes jaar gaat de in V.S. wonende designer zich werpen op “een nieuwe fantastische opportuniteit”, aldus een recent interview. De Uni-Fi Reference-lijn is het laatste werk dat de gerespecteerde ontwerper voor het even gerespecteerde Duitse merk verricht. Een afscheidscadeau, noemde collega René het nog in de review van de UBR62-speakers. Meer zelfs: een héél mooi geschenk, als we het zo lezen. De UBR62 zijn trouwens de kleine monitorbroertjes van de grotere Uni-Fi Reference-vloerstaander die we hier bekijken. Als je geïnteresseerd in deze luidsprekerfamilie maar zelfs deze ranke vloerstaander te veel van het goede vindt, raden we aan om zijn review te bekijken.
Dat Andrew Jones een eigen stempel heeft gedrukt, valt onder meer te merken aan het gebruik van een concentrische driver waarbij de tweeter onafhankelijk in het midden van een midrange-driver wordt opgehangen. In het verleden gaf hij aan een grote voorstander te zijn van dit ontwerp. Jones begon natuurlijk zijn carrière bij KEF, waar ze ook heel overtuigde lovers zijn van zo’n 2-in-1 driver. Zie: Uni-Q.
Waarom de ontwerper zo tuk is op concentrische drivers is niet moeilijk te achterhalen. De kans op faseverschillen verkleinen bij dar drivertype en je krijgt nog meer de indruk dat muziek een coherent geheel vormt omdat een belangrijk deel van het frequentiebereik uit één punt lijkt te komen. Uiteraard heeft deze 3-wegsvloerstaander ook nog aparte woofers voor het laag. Drie stuks van 5,25 inch diameter zelfs, spelende tot 220 Hz, aangevuld met meerdere baspoorten. Incluis eentje die heel subtiel aan de basis vooraan is aangebracht.
Dat het hier een meer gesofistikeerd design betreft, zie je ook als je een dwarsdoorsnede van deze ELAC bekijkt. Binnenin is de kast ingedeeld in aparte kamers, wellicht om resonantie en staande golven te voorkomen. Die kamers zijn niet altijd hermetisch van elkaar gescheiden. Ook intern zijn openingen voorzien. En het is ook allemaal deel van het grote ELAC-plan om deze slanke speakers toch een gespierde basweergave te schenken. Het komt wel vertrouwd over, want onder meer met de Solano FS-287-vloerstaander die we enorm bewonderen bewandelden de Duitsers hetzelfde pad. Al is de duurdere Solano wel anders opgebouwd, onder meer met een JET5-ribbon tweeter.
Lusten wat vermogen
Het eerste we doen na het uitpakken van de ELAC-speakers is ze opstellen en meteen verbinden met het systeem dat toevallig nog klaar stond. Dat was een set bestaande uit een Marantz SACD 30n en Model 30-versterker. Een combinatie die meteen uiterst acceptabel klonk, zeker toen we weer eens wat cd’s afstoften. “Kuch, kuch”, want dat was weer een eeuwigheid geleden. De honderden zilveren schijfjes die in de testruimte onderdak vinden worden niet vaak meer gedraaid. Helemaal aan het einde van de testperiode waaide ook de Roksan Attessa Streaming Amplifier binnen, een fonkelnieuwe klasse A/B-versterker mét ingebouwde BluOS-streaming en een elegant design. Over de Roksan hebben we het binnenkort een stuk uitgebreider, maar na een korte luisterimpressie met de ELAC’s hadden we wel meteen een ‘dit-gaat-goed-samen’-gevoel.
De hoofdmoot van de luisteruren brachten we echter door met de NAD C 658 DAC/voorversterker en C 298-eindtrap. Een krachtige set, met dank aan de Purifi EigenTakt-modules in de NAD-versterker. En dat kon in dit geval zeker geen kwaad, want deze ELAC’s lijken wel nood te hebben aan wat meer pk’s. En inderdaad, een blik op de specificaties bevestigd wat we al dachten te merken toen we muziek begonnen te spelen. Met een gevoeligheid van 86 dB en 6 Ohm nominaal spreek je over een luidspreker die zekere eisen stelt aan de versterker. Die cijfers zijn allemaal ook niet zo extreem en we moeten nu ook niet overdrijven, maar ze zijn wel een indicatie dat er misschien wel wat meer nodig is om deze speakers echt te laten schitteren.
Korte samenvatting: kies voor iets passends, mik wat hoger dan de budgetklasse. Overigens is deze ELAC met dubbele luidsprekerterminals voorzien voor bi-amping of bi-wiring. Bij de boekenplankmodellen wellicht overbodig, bij deze vloerstaanders wel het proberen waard.
Heel aangenaam en compleet
Toen in de zomer het album ‘Tancade’ van de Franse cellist Gaspar Claus verscheen, hadden we het snel-snel in de 'luister later'-lijst in Roon geduwd. De naam van die lijst is nogal optimistisch, het zou misschien beter ‘de vergeetput’ heten. Vandaar dat dit werk virtueel stof bleef vergaren, tot in de herfst. Wellicht kwam dat uitstel omdat een oppervlakkige luisterimpressie de indruk had gewekt dat dit weer zo’n typisch Frans album bestaande uit elektronische experimenten betrof. Helemaal fout van ons, want het is eigenlijk een heel aparte liedjescollectie die bijna uitsluitend uit cellomuziek bestaan. Maar dan wel een cello die gedwongen wordt om de meest markante geluiden te produceren. We hadden er eerder van genoten op de grote Sopra N°2’s, maar ook de Uni-Fi Reference UFR52 blijkt een goede keuze om te proeven van de volle inventiviteit en rijkdom aan klanken op dit album. Wat snel opvalt is dat de ELAC-vloerstaander een mooi coherent geheel presenteert. En dat is eigenlijk waar de Duitsers naar ons gevoel echt in uitblinken.
Je kunt misschien niet extreem inzoomen op een specifiek aspect of microdetail, maar je ervaart wel een levensechte weergave zoals je dat in een kleinere concertzaal zou beleven. Dat maakt dat, glas wijn in de hand – of pak maar een G&T, als je dat verkiest, of onze favoriet: een Chimay Bleu – je snel meegetrokken wordt in de muziek en gewoon beleeft. Het betoverende soundscape-achtige van Tancade blijft helemaal overeind op deze manier. In sommige werken perst Claus van zo rijke, diepe noten uit zijn snaarinstrument – in het Frans een violoncello, wat net gaver klinkt dan ‘cello’ – ter begeleiding van veel hogere tonen. Dat creëert een heel fraai gelaagd iets, je zou het bijna niet geloven dat het van hetzelfde instrument komt. Voorwaarde is wel dat de speakers de snelheid hebben om dit alles accuraat en strak neer te zetten. Te wollig, en je verliest een deel van de muzikale nuances. Daar is bij de UFR52 gelukkig geen sprake van.
Diezelfde kwaliteiten zijn ook perfect om op te gaan in de oppeppende nummers op ‘Brewed’ van het Zweedse folktrio Väsen. Wat je je ook voorstelt bij Zweedse muziek, dit is toch iets anders. Aanvankelijk denk je: bluegrass. Of misschien iets uit de Keltische traditie. Er zijn zeker herkenbare elementen die in deze richtingen wijzen, maar onder meer het gebruik van de nyckelharpa maakt wat we hier horen authentiek Zweeds.
Wel in een modern jasje, heel inzichtrijk en tegelijkertijd oorvriendelijk gepresenteerd door de ELAC-vloerstaanders. Ze opteren voor een zachte roll-off in het hoog, waardoor je ook kunt blijven luisteren zonder dat die vingervlug gespeelde hoge noten je vermoeien. Terugdenkend aan die duurdere ELAC Solano’s zit hier misschien wel een verschil. Dankzij hun JET5-tweeters etaleerden die duurdere speakers een vederlicht, iets meer sprankelend hoog. De UFR52 is wellicht een stukje zachter en vriendelijker op dat gebied.
Prima voor bij de tv
Buiten de traditionele kanalen waar nieuwe muziek opduikt, vallen er soms ook in onverwachte hoeken juweeltjes te rapen. Neem nu ‘Sable’. Japanese Breakfast, het alter ego van de Amerikaanse indiezangeres Michelle Zauner, produceerde in de zomer al het fraaie Jubilee-album, maar tussendoor schreef ze ook een reeks liedjes en soundscapes voor het indiegame ‘Sable’.
Sommige componisten concentreren zich bijna volledig op soundtracks voor games (zoals Austin Wintory of Jessica Curry), van dit conventioneler album kun je eigenlijk enkel aan de hoes afleiden dat er een link is met gaming. Het spel met zijn Moebius-geïnspireerde graphics en open wereld heeft een heel dromerige kwaliteit, wat ook over de tracks kan gezegd worden.
Vind je het muziek om zen van te worden of een hippe variant op liftmuziek, dat moet je zelf maar uitmaken. Het belangrijkste is dat de ELAC-speakers hier gaan voor een presentatie op wat je gerust een hoger niveau mag noemen. Bij de track ‘Eccria’ keken we ook verbaasd op hoe omhullend en breed alles gepresenteerd werd. Af en toe duiken er in dit zwoele nummer nachtelijke diergeluiden op, maar nu zo ver buiten de (klein beetje ingedraaide) speakers dat we spontaan naar de vensterbank linksachter ons keken om te zien of daar een kraai van zijn tak zat te maken. Ook bij andere tracks op ‘Sable’ waren er regelmatig momenten dat wat we hoorden echt heel groot en diep klonk, ook bij een lager volumeniveau.
Die prestaties maken ons wel nieuwsgierig naar hoe geschikt de UFR52 is als oplossing bij het tv-kijken. Even de optische kabel van de Sony-tv in de testruimte aansluiten op de versterker… Aangezien de beslissende F1-race er aan zit te komen, grepen we naar de aflevering van ‘Drive to Survive’ op Netflix waar de race uit 2020 waarin Lando Norris dankzij een ongelooflijke laatste lap de eerste podiumplaats veroverde over Hamilton (die wel eerst over de finishlijn reed, maar een penalty meedroeg). De audio van deze reeks is verrassend goed, al zitten we hier gewoon naar stereo en niet naar Dolby Atmos te luisteren.
Niettemin weten de ELAC-vloerstaanders de actie breed in de kamer neer te zetten, met de nodige ruimte om beweging over te brengen. Denk aan de F1-bolides die door de hoeken scheuren, maar ook de vele long shots waarbij teammanagers al pratend door de gangen lopen. De UFR52’s weten ook de dreigende soundtrack van Mogwai bij narcoreeks ‘ZeroZeroZero’ behoorlijk overtuigend te brengen. Lekker dik, met voldoende detail en dankzij een focus op de juiste frequenties krijg je die dialogen ook helder binnen. Het subtiele audiodesign tilt deze pakkende, rauwe reeks naar een hoger niveau, dus het is wel fijn dat we er zoveel van kunnen meepikken (in surround is het nog beter, dat wel). De ELAC’s tonen zich een goede keuze voor dit tv-scenario, in combinatie met de juiste alles-in-één-versterker met HDMI bijvoorbeeld?
Conclusie
De ELAC Uni-Fi Reference UFR52 is een heel sterke inzending in het middensegment. Het is een ranke verschijning die elegant en allesbehalve overheersend in een woonkamer staat. Ook als je muziek speelt of tv-geluid afspeelt, gaan deze vloerstaanders je niet overvallen met extremen, maar je verleiden met een meeslepende soundstage. De UFR52 blinkt uit in coherentie, gezelligheid en een universele voorliefde voor alle soorten muziek. Kritiek? Moeilijk te geven.
ELAC Uni-Fi Reference UFR52
849 euro/stuk | www.elac.com
Beoordeling 4,5 op 5
Specificaties
Type: 3-wegs vloerstaander
Gevoeligheid: 86 dB
Nominale impedantie: 6 Ohm
Crossover: 220 en 1.800 Hz
Gewicht: 23,75 kilo
Afmetingen: 99,5 x 18,5 x 33,8 centimeter