Isotek bracht recent een helemaal vernieuwde V5-generatie uit van zijn bekende stroomoplossingen. In de zomer van 2021 bekeken we de vorige editie van de Aquarius power conditioner, 2022 gaat van start met een test van zijn opvolger, de V5 Aquarius. Of er verschillen zijn? Jazeker.
Isotek
Als het over stroomzuivering of power conditioning gaat, dan drijft de naam Isotek snel boven. Het Britse bedrijf van de flamboyante Keith Martin is er dan ook al heel lang met ‘stroom’ bezig. Martin was overigens recent nog aanwezig op de Audio Show iEar' in Tilburg, waar hij drukbezochte demonstraties organiseerde van de nieuwe V5-oplossingen. Boeiende demo’s trouwens, nog indrukwekkender door het feit dat de Britse stroomgoeroe druk rondliep, daarbij ongehinderd door twee gebroken enkels. Over volharding gesproken.
Toeval wil dat we enkele maanden voor de lancering van de V5-familie de voorgaande EVO3 Aquarius hadden getest. Net omdat het zo recent plaatsvond, lijkt het ons een goed idee om zo snel mogelijk met de nieuwe V5 Aquarius aan de slag te gaan. Het eerste wat opvalt is dat de V5-versie een prijskaartje van 2.499 euro draagt. Een prijsstijging van circa 1.000 euro ten opzichte van de EVO3 Aquarius. Dat mag je gerust significant noemen, maar volgens Isotek is het nieuwe toestel aanzienlijk verbeterd. Wat vast ook speelt is het algemene gebrek aan grondstoffen en onderdelen, wat het afgelopen jaar bij wel meer hifi-fabrikanten tot prijsverhogingen van 30-40 procent heeft geleid. Daar kan Isotek en de rest van de industrie niets aan doen. Niettemin verwachten we van de V5 Aquarius toch wel wat.
De V5-familie
De nieuwe V5-familie van Isotek omvat twee helemaal nieuwe producten: de V5 Aquarius en de V5 Titan. Zoals je zou verwachten van iets dat de naam ‘Titan’ draagt, is die laatste een powerconditioner uit de klasse ‘groot en machtig’. Het is een hoogvermogentoestel van 4.800 euro, voornamelijk bedoeld voor high-end eindtrappen, subwoofers en andere grootverbruikers. Actieve luidsprekers op een hoog niveau bijvoorbeeld. Zoals wel vaker bij Isotek is de Titan modulair te gebruiken, als je dat wenst. Via een System Link-uitgang kun je meerdere units koppelen, wat onder meer inhoudt dat elk aangesloten toestel met zijn aarding via een stercircuit rechtstreeks op de aarde in de muur is aangesloten.
In heel wat opzichten is de V5 Aquarius een veelzijdiger apparaat dan de Titan – een paradox die typisch is voor de hifi-wereld, waar in de high-end vaak liever wordt gekozen voor meer componenten die monofunctioneel zijn. De V5 Aquarius is eerder een powerconditioner bedoeld voor mensen die hun volledige systemen van gezuiverde stroom willen voorzien. Daarom vind je op de achterkant van dit strakke apparaat zes stopcontacten, waarvan twee voor verbruikers die meer stroom nodig hebben. Daarom dat deze stopcontacten gezekerd zijn op 16A. Denk dan weer aan versterkers of subwoofers. De overige vier zijn bedoeld voor bronnen: streamers, cd-spelers, platenspelers en DAC’s. Isotek geeft aan dat deze apparaten ergens tot 200 Watt mogen verbruiken.
System Link
Daarnet viel nog het woord ‘modulair’, en ook hier is het toepasselijk. En wel op twee vlakken: DC-hum en uitbreidbaarheid. Sommige elektrische installaties hebben af te rekenen met een specifieke storing die ontstaat van bepaalde gebruikers. Deze DC-hum pakt een oplossing als de Aquarius maar gedeeltelijk aan. Deels omdat het probleem zich vooral stelt bij bepaalde audio-apparaten, waardoor een toepasselijke filter inbouwen in elke powerconditioner een overbodige kost zou zijn. Enkel eigenaars van heel specifieke apparaten hebben het immers nodig. De Hegel H590 in onze testruimte bijvoorbeeld, bezit een grote ringkerntransformator zonder gewikkelde spoelen (Hegel vindt dit beter naar geluidskwaliteit toe). Hierdoor kunnen de spoelen onder invloed van deze storing beginnen te vibreren, wat een zoemend geluid oplevert. Niet via de luidsprekers welteverstaan, maar recht uit de voeding van het toestel zelf. De oplossing is een DC-filter toevoegen; bij Isotek heb je verschillende opties, zoals de Evo3 Synchro-kabel (met DC-blokkermodule) of de grotere EVO3 Synchro Uni, hier rechtsboven. Die laatste hebben we na de Evo3 Aquarius even op bezoek gehad, nadat de distributeur van het probleem had gehoord. Inmiddels is die Synchro Uni weer weg, bij deze test noteerden we met de V5 in elk geval heel wat minder gezoem uit de Hegel. Maar om het echt helemaal te elimineren is toch een Synchro-toevoeging of een DC-filteroplossing van een derde noodzakelijk.
Net als bij de Titan is ook bij de V5 Aquarius een System Link-verbinding present, aangeduid met Aux Out. Met de juiste kabel, een EVO3 Optimum Link, breid je dit toestel uit met een tweede V5 Aquarius of een V5 Titan. Als je gewoon wat meer stopcontacten nodig hebt voor reguliere bronnen, kun je opteren voor een compactere EVO3 Sirius. Wie meer in de richting van upgrades denkt, kan kiezen voor hogere stroomkabels of zelfs de V5 Aquarius voorzien van spikes. Kortom, hoewel je dit toestel zo kunt kopen en gebruiken, voorziet Isotek wel een aantal upgradepaden voor zij die stapsgewijs al tweakend op zoek zijn naar nog meer verfijning.
Bijzonder is dat wel, want hierdoor is dit product er even goed voor muziekliefhebbers die op zoek zijn naar rust en met één aankoop er vanaf willen zijn, als voor die eeuwig onrustige hifi-jagers die een eindpunt voor ogen hebben, maar dat waarschijnlijk nooit zullen bereiken.
C19
Wat ons meteen opvalt is dat de verbinding tussen de V5 Aquarius en het stopcontact in de muur aan de kant van de Isotek verloopt via een C19-koppeling. Dat is een groter ding met dikkere pennen dat je doorgaans enkel bij van die immense monoblokken met vermogens richting kilowatts tegenkomt. In onze testruimte zagen we het bijvoorbeeld enkel bij de loodzware Musical Fidelity M8xi.
Maak je echter geen zorgen over waar je zo’n stroomkabel vandaan moet halen. Isotek levert er eentje mee. Het betreft een EVO3 Premier-snoer, te herkennen aan z’n donkerpaarse kleur. Ja, Isotek stroomkabels herken je altijd aan hun opvallende kleuren. De EVO3 Initium-instapper bijvoorbeeld, lijkt bij een bepaalde lichtinval met zijn metaalgroene kleur bijna te gloeien.
De C19-kabel is vooral een indicator van wat er onder de motorkap is aangepast. Het kan nu grotere vermogens verwerken, volgens Isotek omdat er veel dikkere koperbanen werden toegepast waardoor er hogere stromen kunnen vloeien. Er is ook gekozen voor andere interne bekabeling uit puurdere OCC-koper, wat zuiverder moet zijn dan het veelgebruikte zuurstofarm OFC-koper. De fabrikant blijft vasthouden aan zijn ster-netwerk, waardoor elk aangesloten toestel rechtstreeks en onafhankelijk op de aarding hangt. In principe moet dat er voor zorgen dat bij een probleem bij één van je hifi-apparaten de kans klein wordt dat de anderen daardoor beïnvloed worden.
Een toestel als dit staat meestal op audiofiele wenslijsten vanwege de impact op de weergave. Maar toch ook niet onbelangrijk is dat de Aquarius bescherming biedt tegen calamiteiten op stroomvlak, zoals een blikseminslag. Bij de V5 is het beveiligingsniveau aangescherpt naar 81.000 A piek en 40 kA continu.
Strakker en premium
De V5-versie van de Aquarius oogt helemaal anders dan de EVO3 die we in de zomer van 2021 bekeken. Strakker en moderner, maar ook een stukje kostbaarder. Is dat belangrijk bij een stroomapparaat? Niet als je gaat voor audiominimalisme en toch van plan bent om het toestel ergens uit het zicht te verstoppen, misschien wel als je wil pronken met je set en de powerconditioner zichtbaar deel van je systeem vormt. Qua afwerking zal je dan niet teleurgesteld zijn. De Isotek kan je gerust naast je high-end versterker parkeren, zonder dat het rommelig lijkt. Integendeel, het toestel is zo opgevat dat je net qua bekabeling alles netjes en discreet kunt aansluiten.
Vergeleken met de meer opvallende EVO3 Aquarius is dit veel meer een stille kracht dan een hifi-component dat zelf in de schijnwerpers wil staan. De V5 Aquarius blijft wel nog altijd in een (mat)zwart of zilverkleur beschikbaar. Zo kun je toch voor een betere matching met je hifi-set zorgen.
Hoe dan ook, over de bouwkwaliteit van dit apparaat kun je niet negatief zijn – het is gewoonweg top. En ook qua bediening is er niets ingewikkeld aan. In feite is er niets te bedienen, tenzij je de twee zekeringen aan de onderkant omgooit om de V5 Aquarius volledig ‘offline’ te nemen. Vooraan zijn er twee ledjes die aangeven dat er stroom binnenkomt en weer naar je hifi-apparaten vertrekt. Over het gebrek aan complexiteit zeggen we: “oef”, want qua gebruiksgemak moet de weg naar je favoriete muziek zo kort mogelijk zijn. Je hebt niet nog een extra remote of app nodig om het luistergenot uit te stellen.
Wat je bij de V5 Aquarius dus niet vindt is een of andere vorm van remote switching. In een gemiddelde hifi-set is dat wellicht niet echt nodig, in sommige situaties (projecten bijvoorbeeld) misschien wel. Isotek biedt dat trouwens wel, in de vorm van de Smart Power-toestellen. We gebruiken zo’n apparaat al enkele jaren omdat je dan in een testomgeving apparaten die bij een review niet nodig zijn makkelijk helemaal uit de keten kunt halen.
Extra verfijning
Een product als dit testen we liever met een varia aan producten. Toen we met de EVO3-versie bezig waren, merkten we dat de impact van een powerconditor zoals dit nu eenmaal afhangt van wat eraan hangt. Of anders gezegd: de meerwaarde van een powerconditioner is soms groter, soms kleiner. Met de Lyngdorf TDAI-3400 bijvoorbeeld, vonden we bij de vorige Isotek-test zelf dat de EVO3 Aquarius weinig deed. Wat misschien wel met de bijzondere opbouw van deze digitale versterker of versterkte DAC te maken heeft. Met de Hegel H590 raakten we meer overtuigd, en het was ook met deze Noorse ultieme krachtpatser waar we de V5 Aquarius als eerste mee combineerde. Niet enkel de geïntegreerde versterker uiteraard, want een pluspunt van dit toestel is net dat je heel je systeem vanuit één punt van betere stroom kunt voorzien. De ELAC Miracord 90-draaitafel, Primare R15-phonoversterker en – een stukje antiek – een Squeezebox Transporter die als digitale netwerktransport aan de Hegel hing staken we in drie van de vier bronstopcontacten. Dat liet net genoeg plaats voor de twee componenten van een ander systeem. Het plan was om de NAD C 298 en de C 658 daarvoor te gebruiken, maar door omstandigheden was dit geen optie. In de plaats haalden we er de Marantz Model 30 en SACD30n bij, een fraaie set dat de schitterende MMM-DAC-conversie van Maranz combineert met klasse D Ncore-versterking van Hypex. Deze opstelling liet ook eenvoudig toe om de prestaties via een reguliere stekkerblok en via de V5 Aquarius te vergelijken. De luidsprekers houden we wel gelijk: de Sopra N°2-vloerstaanders, resolutiemonsters van Focal die weinig tot niets verbloemen.
Recent viel er in onze schoot een heel eclectische vinylrelease van Marantz, een gelimiteerde collectie van vier schijven waarvan twee platen tracks bevatten geselecteerd door Yoshinori Ogata (de man die bij Marantz in Japan het huisgeluid bewaakt) en twee samengesteld door een duo producers. Het is naar de Listen as a Producer-schijven die we hier beluisteren, met nummers van onder meer Flying Lotus/Thom Yorke, James Blake en van regisseur/synthpionier John Carpenter. Buiten dat de H590 toch mechanisch wat stiller is mét de Aquarius, vinden we de combo ELAC-draaitafel en Primare-phonovoorsterker net iets rustiger en ruisvrijer presteren. Dag en nacht? Dat niet, maar het detailgevoel lijkt een tikje hoger te liggen. Dat er meer microdetail doorfiltert, maakt dat de lounge-achtige ‘Nightrider’ van Tom Misch, Yussef Dayes en Freddie Gibbs op een uitgebreidere soundstage wordt neergezet.
Ook bij de EVO3 hadden we de indruk dat dit duo profiteerde van een powerconditioner. Daarna schakelen we naadloos over naar rechtstreeks streamen naar de Hegel-versterker. Min of meer toch, want als Roon-gebruiker is het nog wachen op native-Roon-ondersteuning en dus gebruiken we de uitstekende rooExtend-module die op een Raspberry PI4 draait. Deze handige software fungeert als brug tussen Roon en apparaten met DLNA-ondersteuning, zoals de H590. Zetten we hier een stap vooruit? Hier moeten we wat langer luisteren en vaker wisselen. Niet alle muziektypes blinken uit in dynamiek of detail, wat het weer moeilijker maakt om iets waar te nemen. Bij de recent verschenen Beethoven-opnames van Jordi Savall en de historisch-correct ingestelde Le Concert Des Nations (ALAC 24/88 via Roon) raken we snel overtuigd. Symfonie 6 tot 9 zijn gemaakt om luid te spelen, iets waar de 2 x 301 Watt van de Hegel geen problemen mee heeft. De ruggensteun van de Isotek bezorgt hem een stabiele basis, wat die dynamische prestaties prima ondersteunt. Zelfs bij de bombastische Negende genieten we van een waar orkestrale ervaring.
Met de Marantz-set doen we dezelfde test met het Le Concert Des Nations-album. Het klinkt toch wat anders, wat we helemaal verwachten gegeven de totaal andere opbouw van de twee systemen. Het gaat in dit artikel natuurlijk niet om de verschillen tussen twee heel verschillende DAC’s, maar het is wel goed om aan te geven dat in een systeem elk onderdeel een impact kan hebben. En de V5 Aquarius? Het lijkt eerst dat er niet zo’n uitgesproken stap is gezet, vergeleken met de Hegel-versterker. De Marantz-versterker zouden we niet omschrijven als analytisch, allesbehalve, waardoor subtiele veranderingen op vlak van resolutieweergave voor onze oren misschien niet zo snel opvallen als bij de grote Noor.
Qua controle en rust – een term die we niet gauw van stal halen, omdat het persoonlijk toch wat moeilijk te definiëren valt – vinden we wel dat er stappen zijn gezet. De Marantz Model 30 wordt niet opeens een andere versterker al we naar de techno op ‘Renewal’ van Grey Code uit Bristol luisteren. Dat wil je uiteraard niet, je hebt die immers gekozen omdat het een bepaald karakter en eigenschappen bezit. De V5 Aquarius is dan eerder een instrument dat de ondersteuning (of moet dat fundering zijn?) biedt die elk hifi-toestel wel kan gebruiken.
Conclusie
We zijn van mening dat ingrepen zoals een powerconditioner de kers op de taart moeten zijn. Of als het sluitstuk, op het einde na het samenstellen van een systeem dat al goed op weg is om alles te doen wat je hart begeert. Niet iedereen zal het met die stelling eens zijn, maar volgens ons kan in die context de V5 Aquarius van Isotek net de finale stap zijn om eventueel extra verfijning en controle toe te voegen. Het hangt uiteraard allemaal wel af van wat je juist aan deze powerconditioner hangt; niet elk apparaat heeft het even hard nodig. Het uitproberen met jouw specifieke componenten is dus een goed idee, iets dat ook slim is gegeven dat je spreekt over een al bij al kostbare investering.
Het grote voordeel aan deze Isotek is dat het onder de motorkap al het nodige bezit en klaar staat om in één klap alle componenten te voeden, van stroomhongerige eindtrappen tot gevoelige digitale bronnen. Dat je systeem naast verfijnd ook meteen beveiligd is, daar kun je enkel maar gelukkig van worden.
Isotek V5 Aquarius
2.499 euro | www.isoteksystems.com
Beoordeling 4,5 op 5
