REVIEWHegel

Review Hegel P30A voor en HD30A eindversterker: nieuwe eindbazen uit Noorwegen

SAMENVATTING

Deze set brengt de typische Noorse Hegel-waarden naar nieuwe hoogtes, gekoppeld aan een immense kracht en controle die het weergeven van muziek in al rijn rijkdom en driedimensionaliteit mogelijk maakt.

PLUSPUNTEN

  • Eindeloze kracht
  • Zuiverheid en transparantie met hopen
  • Ruimte voor veel microdetail
  • Kan zeer lastige luidsprekers aansturen

MINPUNTEN

  • Niet plug & play
  • Digitale bronnen vereisen nog iets extra (niet voor iedereen een minpunt)

De voorbije jaren ligt de nadruk bij Hegel op geïntegreerde versterkers met ingebouwde streaming (met een kleine uitstap richting phono-voorversterking in de vorm van de V10). Maar nu is weer tijd om aandacht te besteden aan dat deel van de high-end wereld waar voor- en eindversterking in een aparte behuizing hoort te zitten. In primeur gingen we aan de slag met de HD30A en P30A. Of zoals Hegel het stelt: de Conductor en de Orchestra. Twee nieuwe eindbazen van het Noorse merk. 

Hegel vlaggenschepen

Als we even geen rekening houden met uitstapjes zoals de V10 phono-voorversterker, is Hegel de voorbije jaren exclusief bezig geweest met geïntegreerde versterkers. Het Noorse bedrijf is natuurlijk niet zo groot en oprichter-meesteringenieur Bent Holter kan maar zoveel projecten tegelijkertijd uitwerken. Dat er lang en diep wordt nagedacht over technische ontwikkelingen, ontdekten we ook toen we in 2018 Hegel in Oslo bezochten.

Die focus op alles-in-één-apparaten zorgde er wel voor dat sommige Hegel-fans veel geduld moesten uitoefenen. Zij die graag voorversterking en eindtrap uit elkaar houden hebben het lang moesten stellen met de HD30 en P30. Die referentiemodellen dateren alweer uit 2010… 

Het is voor de groep van veeleisende high-end audioliefhebbers dat Hegel nu eindelijk een update voor die voorversterker en eindversterker heeft voorgesteld. De beperkte toevoeging van de ‘A’ achter de modelnamen is wel héél misleidend. Het lijkt alsof de P30A en H30A een kleine update zijn, maar dat is totaal niet waar.

Subtiel net weer anders 

Het industriële design van Hegel draait vooral rond minimalisme. Het merk zelf verwijs naar zijn Noorse roots, en het verlangen om toestellen te maken die bescheiden in de ruimte vertoeven. Strakke lijnen, weinig knoppen en sobere kleurenschema’s horen daar bij. VU-meters, kleurrijke displays en glimmende volumeknoppen? Die niet. Die designvisie zorgt er ook voor dat de geïntegreerde versterkers van het merk, gaande van de H95 tot de 301 Watt sterke H390, heel sterk op elkaar lijken.

De H30A en P30A zorgen echter voor een stijlbreuk. Nou ja, naar gereserveerde Noorse normen dan misschien. De veranderingen qua design die zijn aangebracht zijn voor lagelanders eerder subtiel te noemen. Maar toch, geslaagd design draait soms rond kleine ingrepen. Zo wordt de ingetogen zwarte afwerking behouden, maar door een schuine inkeping te maken op de bovenrand krijgt het Hegel-logo een nieuw thuis.

Een eindtrap is altijd wel relatief anoniem en dat is hier ook zo. Bij de P30A is er wat meer dat de aandacht trekt: een centrale powerknop en twee grote draaiknoppen, een voor het volume, een om een ingang te selecteren. Die inputselector valt wel op door de aanwezigheid van witte leds rondom; de led bij de actieve ingang licht op. Naar Hegel-normen bijna exuberant te noemen misschien. Zet je de P30A en H30A echter naast – we zeggen maar iets: een McIntosh-combinatie – dan spreek je echt over het toppunt van strakheid.

Controletoren 

Waar Hegel bij z’n geïntegreerde versterkers sterk inzet op streaming en het DAC-gedeelte, pakken Holter en co het bij hun referentie-voorversterker anders aan. De P30A is een volledig analoog design. Digitale ingangen of een DA-convertor zijn er niet, laat staat een netwerkmodule en streaming. Daar moet je dus altijd zelf voor zorgen.

Hegel heeft natuurlijk z’n bejubelde reference-cd-speler, de Mohican, maar door het uitdoven van goede drives vind je dat toestel bijna nergens meer. Een high-end DAC of losse streamer heeft het Noorse merk niet. Of moet dat zijn: nog niet? Wij hebben er in elk geval geen informatie over. Er zijn natuurlijk heel veel fraaie DAC’s te vinden, van betaalbare units tot high-endspullen zoals Chords DAVE of een product van MSB of TotalDAC. We vermoeden stilletjes dat P30A/H30A veel plezier gaan hebben aan het uitzoeken welke DA-converter juist goed bij hun systeem past. Onder meer op de Audio Show iEar' en bij Noir et Blanc zagen we deze set gedemonstreerd worden met een gebalanceerde Pro-Ject-draaitafel, dat is ook een optie qua bronnen.

Om je analoge bronnen aan te sluiten bezit de P30A meer dan genoeg ingangen. Het is een volledig gebalanceerd design, dus de aanwezigheid van twee XLR-paren is niet verrassend. Je kunt ook drie bronnen via cinch verbinden. Daarnaast is er ook een toegewijde home theatre-input, mocht je de Hegels inzetten om de stereokanalen binnen een thuisbioscoop af te handelen. Wil je dat echt, dan kun je deze high-level ingang ook wel configureren voor een reguliere analoge bron. Qua outputs kun je rekenen op XLR en twee cinch-paren. Wij gebruiken uiteraard XLR om de dual mono H30A aan te sluiten, om zo de keten gebalanceerd te houden.

Wat houdt nu die stap van P30 naar P30A in? Zoals gesteld, toch wel een aantal belangrijkere zaken. Het voorversterkingsgedeelte zelf is nieuw en heel kort gehouden. Volgens de fabrikant gaat het signaal enkel door “twee transistoren” en de volumecontrole, met Hegels SoundEngine om intermodulatie vervorming tegen te gaan. De volumeregeling is door Holter nieuw ontwikkeld. De exacte details verklapt Hegel niet, maar het gaat wel om een analoge volumecontrole die de weergaveketen niet beïnvloedt en heel exact wordt aangestuurd.

Twee is beter

Terwijl we die 50+ kilo van de ingepakte H30A moeizaam de trap opsleurden naar de luisterruimte, bedachten we weer dat opschriften als ‘two man job’ zelden liegen. We hadden het natuurlijk kunnen weten, want monoblokken zijn wel vaker rugkrakers en de mensen van GP Acoustics (de verdeler van Hegel, en KEF) hadden ons gewaarschuwd. We kunnen je enkel aanraden om deze kolos met hulp meteen op de juiste plaats te parkeren. Al komt een goede dealer een apparaat zoals dit vast wel voor je plaatsen.

We gaan de H30A reviewen in stereomodus. En zo kun je hem ook perfect gebruiken, met veel vermogen op overschot. De monsterversterker werd echter oorspronkelijk ontworpen als een mono-eindtrap – dus om te gebruiken in een paar, waarbij elke H30A een stereokanaal voor zijn rekening neemt. In dat scenario, waarvoor een aparte ingangen voorzien zijn, kun je rekenen 1.100 Watt bij een 8 Ohm luidspreker. Hegel stelt dat het toestel op dat moment probleemloos dalen tot 1 Ohm kan verwerken, niet onbelangrijk als je moeilijk aanstuurbare high-end weergevers echt laat werken.

Hegel stelt wel heel stoer dat je met de ‘Orchestra’ niets meer moet aantrekken van gevoeligheden of een lastig impedantieverloop. Dat mag natuurlijk wel op dit prijspunt. Uiteraard is ook hier SoundEngine aanwezig, maar dat kleine onderdeel maakt visueel niet de grootste indruk als je de H30A-binnenkant ziet. Wat valt het meest op: de twee gigantische 1000 VA-ringkerntransformatoren of de twee dubbele rijen van dikke transistors van de outputstage die ze flankeren? Je weet in elk geval al waar het gewicht vandaan komt.

Vergeleken met de H590? 

Op vlak van geïntegreerde versterking is de H590 het summum bij Hegel. Het is een toestel dat we in 2021 aangekocht hebben, en dat sindsdien ingezet wordt bij tests van (high-end) luidsprekers en DAC’s. We kennen de versterker dus wel goed. Een van de zaken die ons tijdens de vele tests opviel, was dat de H590 op DAC-vlak kon verbeterd worden. Hegel heeft dat makkelijk gemaakt met de zeer interessante DAC-Loop-functie. Nu is de AKM-gebaseerde DAC van de Hegel verre van slecht, maar onder meer met DAC’s van Holo Audio en Canor Audio hoorden we toch (kleine) verbeteringen. Toegegeven, daar zit ook een aspect van smaakvoorkeur bij – de R2R-aanpak van Holo Audio en de buizentrap van de Canor leveren elk een eigen sound op. Als er een ding is om je tijd voor te nemen, dan is het wel het selecteren van een DA-converter, luidt ons advies.

De nieuwe Hegel-set heeft natuurlijk geen eigen DAC-gedeelte. Je kunt dus niet zomaar de H590 afzetten tegenover de H30A/P30A. De ene is een volledig speelklaar pakket, de andere een fundering voor een volledig muzieksysteem waar nog meer aan te pas komt. En dan is er nog het prijsaspect. Maar los van het plug ‘n’ play-aspect, dat er al dan niet is, is het daarnaast moeilijker vergelijken omdat het DAC-gedeelte niet hetzelfde is.

Voor een deel hebben we dat opgevangen door de PRE35 van Primare (review volgt) even te gebruiken als streamer/DAC, die uitgerust is met een AKM 4497-chip uit dezelfde Velvet Sound-reeks als de 4490-DAC in de H590. Toen we spraken met Anders Ertzeid van Hegel, maakte hij wel de opmerking dat die vergelijking niet ideaal is. Zijn voorkeur ging toch eerder uit naar het huwen van de P30A met een volledig gebalanceerde DAC (wat we uiteindelijk deden voor de hoofdmoot van het luisterwerk).

Een uitgebreide vergelijking hoeft misschien niet omdat we toch overtuigd zijn dat de twee Hegel-oplossingen andere mensen zullen aanspreken. Dat gezegd zijnde was het wel boeiend om ze naast elkaar te horen. Power is an sich niet het grote verschilpunt; de H590 is al behoorlijk krachtig en kan wat ons betreft nagenoeg alles aansturen. De Hegel-sound is ook bij beiden aanwezig. Waar de H30A en P30A anders overkomen, is te situeren op vlak van resolutie, scheiding en beeldvorming. Niet enorm veel, maar wel merkbaar bij sommige muziekstukken. De kortere keten in de P30A zal daar vast mee te maken hebben.

Sterke prestaties 

Voor een test van een systeem op dit niveau stellen we met plezier de Focal Sopra N°2’s weer op. Met de H590 een mooie match, dat kan hier niet anders zijn. De demonstraties die we bijwoonden op de Noir & Blanc Show in Brussel en bij iEar’ in Tilburg werden daarentegen uitgevoerd met de nieuwe Blade META’s – ook de moeite om mee te maken. De Blades zijn uiteraard ‘mond valt open’-indrukwekkend qua coherentie en resolutie, dus als je de Hegels gaat beluisteren is het zeker de moeite om die combinatie op het lijstje te zetten. Hegel wordt bij ons verdeeld door GP Acoustics, het moederhuis van KEF, dus dat koppel zal sowieso wel vaker demoklaar staan.

Qua bronnen haalden we de Musical Fidelity M6x DAC erbij, digitaal van muziek voorzien over USB door de veelzijdige iFi Audio Neo Zen Stream. We streamen hoofdzakelijk via Roon.

Hegel heeft veel moeite gedaan om een echt gebalanceerd ontwerp te creëren, dus uiteraard sluiten we zowel de DAC als de Pro-Ject X2 B-platenspeler gebalanceerd via XLR aan.

Tijdens een recente test van topmodellen van Triangle doken we in ‘Wagner: Parcifal Suite’, een project van de Britse componist Andrew Gourlay om de muziekstukken uit de 4½ uur durende opera te bundelen tot een music-only vertoning met de London Philharmonic Orchestra. Knap en intrigerend, en we beluisteren het graag opnieuw met de Hegels. Heel treffend is het natuurlijke, levensechte karakter van wat we horen. Niet aangedikt op bepaalde punten, gewoon zichzelf. Bij ‘III. Transformation’ in het bijzonder, wordt de grootschaligheid echt tastbaar. De klokken en hoorns groeien naar een crescendo, alsof er iets op je afwandelt, om dan weer weg te ebben. De Parcifal-werken zijn ingetogen en niet zo explosief, maar de fijne dynamiek is er met hopen.

En als het allemaal wat spectaculairder moet zijn, dan stappen we op advies van een bevriende klassiek-expert naar het gelijkaardige ‘The Ring: An Orchestra Adventure’ aangepast door Henk de Vlieger en met dirigent Neeme Järvi. ‘V. Die Walkuren’ evoceert minder geharnaste dames op vliegende paarden dan wel erwtgroene Huey-helicopters, maar vooral: hoe geweldig wordt de finale met de hoorns en grootse cymbalen wel niet afgehandeld. De Hegels lijken nauwelijks limieten te kennen, het klinkt allemaal heel moeiteloos en stressvrij. Onder meer bij ‘III.Nibelheim’ – maar eigenlijk bij alle delen – vallen we voor een performance die gewoon heel levensecht is en ontdaan van ongewenste kleuringen. En dat klokkenspel dat zich even aanbiedt, het is net alsof het voor ons bespeeld wordt (wat ook een stukje van het Focal-karakter is, natuurlijk).

We blijven het episch houden, en stoffen ‘M’ (cd-kwaliteit) van Myrkur weer af. De veelzijdige Deense Amalie Bruun trok veel aandacht met de recentere ‘Folkesange’, waar Scandinavische folk en instrumenten zoals de nyckelharpa centraal stonden, maar dit ouder album zoekt eerder de darkmetalhoek op. Soundscapes met ijle vocals worden afgewisseld met energierijke metal, opgezweept door een dubbele basdrum, het is een bijzondere en intense luisterervaring. De powerchords die ‘Hæven’ voorstuwen, de dramatische pianotonen die de stem van Myrkur bij ‘Byssan Lull’ begeleiden – de ene wordt krachtig en meeslepend neergezet, het andere net delicaat en vederlicht. Met zo’n krachtcentrale als de HD30A kan het eigenlijk wel allemaal.

Dit jaar brachten de mathrockers Cursive een geslaagde remaster uit van hun twintig jaar oud Domestica-meesterwerk (cd-kwaliteit ALAC). Grappig detail: de remaster kreeg een nieuwe hoes, met een identieke foto met hetzelfde koppel dat elkaar omhelst – maar dan twintig jaar ouder. Het rauwe album draait volledig rond de strubbelingen binnen een huwelijk, geïnspireerd door de scheiding van zanger Tim Kasher. Een heftig onderwerp, maar vooral het inventieve, strakke gitaarspel is spectaculair, ondersteund door een steengoede drummer.

Het is vooral dat aspect dat positief opvalt dankzij deze Hegel-combo. Er is een fraaie separatie tussen de instrumenten, zodat je kunt inzoomen op de verschillende gitaarlijnen en nuances helder hoort. Elk instrument heeft z’n identiteit en eigenheid, een live-ervaring die je in werkelijkheid met een genre zoals dit zelden zal meemaken omdat concertzalen zo niet klinken.

Een heel ander sfeer bij de Best of-vinylrelease die de Belgische band Arsenal een jaar geleden uitbracht. Wie de band kent, weet dat ze live meesters zijn in het bouwen van een feestje. Hun nummers, die heel diverse invloeden verwerken, gaande van salsa tot Japanse techno, staan daar garant voor. Een constante zijn opzwepende ritmes, iets dat we op dit systeem geweldig meemaken. De strakheid en controle van de SoundEngine zorgen voor een goede onderbouw, dat ritmisch aanporren om te bewegen wordt perfect overgebracht. Een favoriete track is ‘Temul’, dat oorspronkelijk live werd gespeeld tijdens de vertoning van in Japan gefilmde ‘Dance! Dance! Dance!’.

Propvol sfeer zit het nummer, met de ijle stem van de Deense zangeres Lydmor, een meedogenloze beat en een Japans snaarinstrument, allemaal verspreid over een immense soundstage. Het zit ‘em volledig in die grootsheid en plaatsing, wat de Hegels zeer goed neerzetten. Echt veel kleuring voegen de Noren niet toe, maar dat maakt ze niet kil – wel doodeerlijk. Daar zit wellicht het punt waar sommigen voor vallen, maar anderen net weer niet.

Omdat Johan Coorg – merkambassadeur van KEF maar ook Hegel – recent het album nog eens aankaartte, haalde we ‘The Chopin Project’ op vinyl boven. Ver moeten we niet zoeken in onze platenkoffer, want deze collaboratie tussen Ólufar Arnalds en Alice Sara Ott staat al jarenlang hoog in onze favorietenlijst. Wat wil je, deze Chopin-interpretaties zijn adembenemend schoon. Er valt veel te genieten; de Hegels putten alles uit de opname. De ‘Verses’-titeltrack is typisch Arnalds, maar vooral de daaropvolgende nummers zijn een mooie showcase van wat deze set kan. Hoe de pianoklanken zacht uitdoven bij ‘Sonata No.3: Largo’ of de cello bij ‘Nocturne in C sharp minor’ levensecht weergalmt door de grote ruimte waar de opnames plaatsvonden, het is echt heel sterk.

Conclusie 

Op dit hoog niveau spelen vele factoren mee en worden er doordachte keuzes gemaakt. Ruim 25.000 euro, dat is geen impulsaankoop. Wie jaagt op z’n droom van een ultiem muzieksysteem, krijgt wel met de Hegel P30A en een H30A een sterk alternatief aangereikt dat mee op het lijstje van te onderzoeken opties thuishoort.

Deze set brengt de typische Noorse Hegel-waarden naar nieuwe hoogtes, gekoppeld aan een immense kracht en controle die het weergeven van muziek in al rijn rijkdom en driedimensionaliteit mogelijk maakt. Nu nog de juiste weergevers en DAC zoeken!

Hegel HD30A en P30A
17.995 euro (HD30A)
7.995 euro (P30A) |
 www.hegel.com
Beoordeling 4,5 op 5

MERK

EDITORS' CHOICE