HoloAudio kennen we vooral van hun knappe én eigenzinnige DAC's. Bij het jonge merk vind je echter nog heel wat andere fijne apparatuur. Zoals deze nieuwe Bliss, een krachtige hoofdtelefoonversterker in klasse A en met een luxedesign dat helemaal past bij de Holo-DAC's.
Holo Audio
Enkel jaren geleden leerden we HoloAudio kennen tijdens een review van de Spring 3 Level 2, een losse DAC met een heel bijzondere opbouw. Het Chinese merk van ingenieur Jeff Zhu is bekend geworden met R2R DAC’s. Dus niet door bekende delta-sigma DAC-chips te implementeren, maar door omzetting van digitaal naar analoog via een netwerk van weerstanden (eigenlijk een FPGA) te laten gebeuren. Heel interessant allemaal, maar in deze review kijken we naar een ander apparaat: de Bliss.
HoloAudio doet al langer meer dan DAC’s bouwen; zo horen we wel vaker lovende woorden over hun Red-netwerktransport. De Bliss-versterker is wel gloednieuw en mikt regelrecht op het hart van hoofdtelefoonliefhebbers. Dat doet het merk met gebalanceerde klasse A-versterking die tot 12 Watt bij 32 Ohm kan leveren. Neen, dat is geen tikfout. Vermogen genoeg, lijkt ons. Ook voor heel taaie hoofdtelefoons. Holo durft daarom de Bliss positioneren als een ultieme oplossing. Dat is wel gedurfd, want ondanks het vanaf-prijskaartje van 3.400 euro zijn er nog heel wat duurdere uitdagers in headfi-land die zich nog meer als de ultieme hoofdtelefoonversterker positioneren.
Nog even dit: in deze review gaan we de Bliss consequent een hoofdtelefoonversterker noemen. Je zou hem echter ook kunnen gebruiken als voorversterker bij – pakweg – een paar actieve speakers of een eindtrap. Omdat Holo het toch in de eerste plaats positioneert voor hoofdtelefoongebruik, gaan wij ons op dat scenario focussen.
Twee niveaus
Een van de eigenzinnige kantjes van HoloAudio is dat ze graag meerdere versies van hun producten aanbieden. De DAC’s heb je bijvoorbeeld in een tweetal ‘Levels’ en dan nog een ultieme Kitsune-uitvoering die getuned werd in de V.S. Dat is ook het geval bij de Bliss. Er is een L1-uitvoering die 3.390 euro kost, terwijl de Kitsune-editie 500 euro meer kost. Voor die meerprijs zijn er bij die KTE veel tweaks uitgevoerd die volgens de fabrikant een stevige impact hebben op de weergave.
Zo is onder meer alle interne koperdraad vervangen door zuiver zilverdraad, zijn de condensatoren geüpgraded naar AudioNote Kasei-exemplaren, zijn de connectoren vervangen door betere, en is de lineaire voeding aangepakt. Als je de binnenkant van de Bliss ziet, lijkt deze voeding een ringkerntransformator, maar het betreft een Dual O-type die op maat werd gemaakt. De KTE-editie komt ook met een afstandsbediening, bij de Level 1 is deze optioneel. Kitsune is trouwens Japans voor ‘vos’, wat meteen het logo op de bovenkant van het duurdere model verklaart. Als we dat alles overschouwen, lijkt het toch logisch om meteen voor de KTE-versie te gaan. Als je dan toch gaat voor een ultieme oplossing, dan lijkt die meerprijs niet onredelijk.
Mooi koperkleurtje
De Bliss is geen goedkope hoofdtelefoonversterker. Maar dat hij kostbaar is, straalt het toestel gelukkig ook echt uit. Het zit perfect in elkaar én ziet er heel gelikt uit. Op dat vlak zit het Chinese merk zonder twijfel bij de wereldtop. Persoonlijk houden we wel van dat contrast tussen het zwarte geborstelde aluminium van de behuizing en de koperkleurige panelen aan de zijkanten. Wat het nog strakker maakt is dat die zijpanelen verzonken zijn in het geheel. De vurige koperkleur zie je trouwens eveneens terugkomen bij de knoppen vooraan. En bij de remote, een zeldzaam voorbeeld van een afstandsbediening die exact even kostbaar overkomt als het apparaat zelf. Dat zie je minder vaker dan je zou denken; we denken aan bijvoorbeeld Devialet of Musical Fidelity met z’n Nu-Vista-lijn die (net als Holo hier) op dit vlak de bal niet laten vallen.
Door dezelfde designtaal als bij de Spring en May DAC’s te hanteren, klopt het verhaal helemaal als je de Bliss combineert met een van die opmerkelijke R2R-DAC’s van Holo. Ook bij de May, die komt met een aparte voeding die eveneens in dezelfde behuizing steekt. Je krijgt dan echt wel een mooie stack die kan tellen als ‘end-game’ headfi-oplossing, lijkt ons.
Ongewoner voor een hoofdtelefoonversterker is dat de Bliss het formaat heeft van een typisch hifi-component. Wel is minder hoog, waardoor het heel slimline overkomt. Als je hem optilt, ga je wel even zuchten. Het weegt heel wat meer dan je zou verwachten, met dank aan de grote voeding en solide behuizing. Met die afmetingen moet je wel rekening houden als je een hoofdtelefoonversterker zoekt om op je bureau naast een pc te plaatsen.
Zo luisteren wel wat headfi’ers, in dit geval moet je wel wat meer ruimte vrijmaken om de Bliss te parkeren. Langs de andere kant is deze hoofdtelefoonversterker een van de weinigen die je visueel zo in een hifi-systeem kunt integreren. Wat je ook kiest, we vinden de Bliss wel een apparaat is dat verdiend om gezien te worden.
Klaar voor Pentaconn
Hoofdtelefoonversterkers maken het meestal niet heel ingewikkeld. Je hebt ingangen nodig om een DAC of een bron met een analoge output te verbinden. En dan moeten er aansluitingen zijn voor een hoofdtelefoon.
HoloAudio biedt op beide vlakken net wat meer. Hoofdtelefoons aansluiten doe je uiteraard via de uitgangen vooraan. Je kunt daarbij kiezen uit een klassieke 6,3-mm jack of twee gebalanceerde opties: XLR4 of Pentaconn 4,4 mm. Daarmee dek je de meeste scenario’s wel af. Een aparte Pentaconn-uitgang is trouwens wel handig, want deze jack wordt stilaan een standaard bij duurdere hoofdtelefoons. Je kunt natuurlijk altijd werken met adapters om pakweg van Pentaconn naar XLR4 te gaan, maar gewoon een geschikte poort hebben is veel comfortabeler werken. Vooral als je zo’n verzamelaar bent met heel wat hoofdtelefoons.
En weet je nog dat we zeiden dat de Bliss ook als voorversterker kan optreden? Daarom zijn er achteraan ook een paartje XLR-poorten en paartje een cinch-aansluitingen voorzien. Terwijl je daar aan het kijken bent, zal je ook twee XLR-paren en een RCA-setje ontdekken om drie bronnen met de Holo Audio-versterker te verbinden. Moeilijk is het allemaal niet. Aangezien de Bliss echt een toegewijde analoge versterker is, zal je geen digitale inputs op dit toestel bespeuren. Daarvoor dient de DAC die iets vroeger in de keten te vinden is.
Klik-klik-klik
De Bliss bedienen is niet bepaald ingewikkeld. Er is bij deze KTE-editie dus die fraaie remote, maar als het toestel in de buurt staat gebruik je even goed de knoppen om het volume te regelen of de in- en uitgangen te selecteren. Meer moet je niet doen. Wel mooi is de witte display in dotmatrix-stijl, ook iets heel typisch voor HoloAudio.
Wanneer je aan de volumeknop draait, krijg je ook de typische klik-geluiden te horen van de analoge relais-controle. Holo Audio komt bij ons altijd over als een geeky merk, en dat is hier ook het geval. Er is bij de volumecontrole gekozen voor 84 stappen van 1 dB, wat een hele fijne afregeling mogelijk maakt. Er is ook veel aandacht besteed aan channel-matching, zodat het verschil tussen links en rechts nooit meer dan 0,1 dB kan gedragen. Dat is wel belangrijk qua beeldvorming. Het viel ons ook op dat ook bij lage volumes er echt nog wat dynamiek aanwezig was. Bij sommige versterkers moet je toch wat luider spelen om die dynamische pieken echt te beleven.
De versterker zelf is een volledige discrete dual-mono-ontwerp. De Bliss bevat dus twee aparte versterkingsgedeeltes, een voor elk kanaal, waardoor de fabrikant een kanaalseparatie van 120 dB kan claimen. Het lijkt ons wel interessant om je DAC daarom via XLR aan te sluiten, om zo de keten gebalanceerd te houden.
De enige functie die op de Bliss te vinden is, is een aanpasbare impedantiemodus. Je kunt kiezen tussen LO-Z en HI-Z, waarbij je schakelt tussen een lage of een hoge uitgangsimpedantie.
Het hangt van de gekozen uitgang af wat deze juist is. Bij de XLR4-uitgang bijvoorbeeld, kies je tussen 0 (vermoedelijk een heel kleine waarde, want 0 zelf is niet waarschijnlijk) en 15 Ohm. Hiermee kun je de versterker beter afstemmen op de gebruikte hoofdtelefoon. Dat is wel handig, want als je een hoofdtelefoon met een lage impedantie op een poort met een uitgangsimpedantie hangt, kan de tonaliteit van de koptelefoon niet helemaal kloppen. Bij IEM’s kan dit soms wel een dingetje zijn.
Met een lichte toets
Klasse A betekent een toestel dat lekker warm wordt tijdens het gebruikt. Als je hem, zoals wij tijdens het testen, dichtbij op een bureau parkeert, ga je dat wel merken. Maar echt heet wordt de Bliss echter nooit, tenzij aan de linkerkant; we hebben zeker klasse A-versterkers op bezoek gehad die veel meer zweetdruppels ontlokten. Denk eerder aan een gezellige warmtebron, fijn om bij de hand te hebben op een kille winterdag. En ja, dat is nu eenmaal de prijs van vervormingsvrije klasse A-technologie. Gegeven het resultaat het betalen waard, lijkt ons.
Tijdens het testen hebben we niet gewerkt met een DAC van HoloAudio, maar wel met de fonkelnieuwe Ferrum Wandla en de Musical Fidelity M6x. Het contrast qua omvang was bij de Ferrum wel groot, aangezien de Wandla meer het formaat van een boek heeft. Maar veel belangrijker: de Ferrum-DAC zit technisch uitstekend in elkaar, met als bonus een paar filters opties van Signalyst (de makers van HQPlayer) ingebakken. De M6x is dan weer een heel competente, klassiekere DAC met veel ESS-filteropties. Beide gaven ons veel luisterplezier.
Gedurende de maand dat de Bliss bij ons vertoefden, stoften we verschillende hoofdtelefoons af om uit te proberen. Zoals de Sennheiser HD660 S2, de Meze Audio Pro 109, MrSpeakers Ether CX en de Beyerdynamic DT 1990. Dat is een mix van makkelijk en taaier aan te sturen koptelefoons, maar op dat vlak viel de Bliss nooit door te mand. Qua aansturing en drive deed de HoloAudio-versterker het helemaal prima. Het was mooi geweest als we zo’n extra moeilijke koptelefoon bij de hand hadden, zoals de Stealth van Dan Clarke, maar we vermoeden dat de Bliss ook deze goedklinkende lastigaard aankan.
Met de Wandla en de Ether CX gebalanceerd aangesloten hoorden we veel muziek langskomen die heel omhullend en een tikje warm werd gepresenteerd. ‘Shine a Light’ bijvoorbeeld, een duet van KT Tunstall en Suzi Quattro die te vinden is op een nog te verschijnen album van de twee muziekiconen. Het heeft iets religieus en ook meeslepend, een stukje karakter dat de Bliss prima overbrengt.
Er is een goede scheiding tussen instrumenten en zanglijnen, zodat we ook echt de vocals van beiden mooi op elkaar horen inspelen. Tegelijkertijd komen ook de kleine details, zoals vingers die over gitaarsnaren glijden, fraai naar voren. Als dat allemaal analytisch klinkt, dan is dat zeker niet de bedoeling. De Bliss levert hier, maar ook bij de tracks van Jack White op ‘Entering Heaven Alive’, net een mooi geheel. Muziek, niet instrumenten, en dat is fijn luisteren. Zoals gezegd met een lichtwarme toets, iets meer dan bij de Ferrum Oor die we eerder bekeken, maar dat matcht goed met veel van de hoofdtelefoons die we hebben liggen.
Dat gebalanceerd aansluiten is trouwens echt wel een aanrader bij taaiere koptelefoons. Bij de HD660 S2 was ‘Act 3: Transformation’ op ‘Parsifal Suite’ veel indrukwekkender en grootschaliger met de Pentaconn-aansluiting. Dan pas hadden we de indruk dat de Bliss alles leverde wat het kon. De grote hoorns, de kerkklokken in de achtergrond, alles werd met meer textuur aangeleverd. Geweldig hoe dit stuk opbouwt, we beelden ons in echt in de zaal te zitten terwijl het orkest langzaam ontwaakt (en uiteindelijk weer wegzakt).
Gewoon om af te sluiten met een experiment sloten we de T+A Solitaire T op de Bliss aan. Ja, dat is een draadloze noise-cancelling hoofdtelefoon, maar deze luxueuze high-ender heeft ook een non-actieve bekabelde modus die eerder al eens indruk maakte. Dat is ook hier het geval. Met de M6x en de Bliss krijgen we ‘Blue Train (Alternate Take 8)’ zoals het hoort aangeleverd, met dat extra stukje spatiale informatie zodat de sax van Coltrane dat streepje live-karakter krijgt. Driedimensionaliteit is er ook bij hopen als het gaat om de plaatsing van de rest van de band. Zo is die korte basssolo tegen het einde waanzinnig authentiek gepresenteerd. Dit mogen jazzklassiekers zijn die grijs gedraaid zijn, zo blijven we wél toch weer luisteren. Het is dan ook een heel mooie uitvoering op deze Complete Masters-editie, maar de Bliss brengt die kwaliteiten ook foutloos over.
Conclusie
Groot? Ja, dat is de Bliss wel. In ruil krijg je wel een hoofdtelefoonversterker met een bodemloos vermogen die in staat moet zijn om nagenoeg alles aan te sturen. Het gaat echter niet enkel om pure power. De Bliss voegt een tikje kleuring toe om het gezellig en oorvriendelijk te maken, maar overdrijft niet. Er gaat niets verloren.
Dat maakt dat deze HoloAudio er heel goed in slaagt om je te laten genieten van de volle rijkdom van goede opnames, zonder de ziel van de muziek uit het oog te laten verliezen. End-game? Voor veel headfi'ers wel.
HoloAudio Bliss Kitsune
3.890 euro | magnahifi.com
Beoordeling 4,5 op 5