Wie steekproefsgewijs opnamen van Anner Bijlsma, al dan niet begeleid door muzikale vrienden, beluistert uit de set van 11 cd’s die Sony enkele maanden geleden heeft uitgebracht, moet wel onder de indruk komen van de grote kwaliteiten die de nestor van de Nederlandse cellisten in deze rijk gevarieerde bloemlezing ten toon spreidt. De uitgave werd samengesteld uit eerder apart verschenen cd’s, en ter gelegenheid van Bijlsma’s 70ste verjaardag als set gebundeld: "Anner Bijlsma 70 years – A jubilee Edition".
Absolute top van deze box is natuurlijk dé toetssteen bij uitstek van puur cello-spel: de zes solo-suites van J.S.Bach.
Deze aarts-moeilijke suites, waarin expressieve bewogenheid, lyriek, dansante figuraties en absolute trefzekerheid en toon- zuiverheid in alle facetten van intuïtieve en speltechnische beheersing beurtelings of gelijktijdig aan de orde komen, zijn de "Eminence grise" van de Nederlandse cellokunst volkomen toevertrouwd.
Bijlsma speelt ze prachtig, licht, transparant, zonder deze stukken – bv in de contrapuntische episoden - op te poetsen met meer glans dan ze "an sich" al bezitten. Deze onopgesmukte vertolkingen zijn juist daarmee overtuigender dan o.a. die van Yo Yo Ma of de sterk romantiserende versie van Tortelier.
Ik denk dat Schiff en Bijlsma elkaar vergelijkenderwijs het dichtst benaderen in Bachs suites. Andere opnamen in deze set, die de aandacht trekken, zijn de twee cd’s met de 5 Beethoven-sonates en de Zauberflöte-variaties. Ook hier verrukkelijk cello-spel en de wijze, waarop Jos van Immerseel aan de pianoforte de briljante "tegenpartij" voor zijn rekening neemt is, subliem: puntig, parelend, geraffineerd en dynamisch rijk geschakeerd.
De opnamen die Bijlsma heeft gemaakt van andere in deze set verzamelde cd’s betreffen o.a. puntig en briljant gespeelde celloconcerti van Boccherini en Vivaldi, met het Canadese barokorkest Tafelmusik, kamermuziek van Schubert Mendelssohn en Gade waarin de cellist met zijn dierbare collegae van L’Archibudelli en the Smithsonian Chamber Players participeert, voorts Sonates van Brahms en de m.i. zwakste schakel in dit geheel, de wat bleke stukken van de gebroeders Duport die het afleggen tegen tijdgenoten Beethoven, Boccherini en Bernhard Romberg op hetzelfde schijfje.