De lancering van de Node Nano is een belangrijke stap voor Bluesound. De kleine streamer kost 349 euro en daarmee wordt het gemakkelijker dan ooit om het gewaardeerde BluOS-platform aan speakers, soundbars en hifi-systemen toe te voegen.
Bluesound (het merk) en BluOS (het softwareplatform, gebruikt door meerdere merken) draait al even mee. Qua grootte van het ecosysteem – als we zo’n cliché mogen gebruiken – is het ongeëvenaard, dankzij verschillende merken die BluOS in hun apparaten inbouwen. Dat gaat van compacte draadloze speakers tot high-end (voor)versterkers, bij merken als Cyrus, DALI, Monitor Audio, NAD en PSB. Wat echter nog ontbrak was een goedkope instapoplossing zodat je snel BluOS (en andere streamingopties) kon toevoegen aan een oude versterker. Of aan een ander audiotoestel dat over geen (of slechte) streamingopties beschikt. Een soundbar bijvoorbeeld, of een betere Bluetooth-speaker die toevallig een aux-ingang bezit. Dat ‘gat’ in het assortiment vult de Bluesound Node Nano van 349 euro op. Voor het eerst is er dus een betaalbare manier om een audioapparaat te upgraden met streaming én BluOS. Wat natuurlijk heel fijn als je al ergens in huis een BluOS-apparaat hebt, want dan kun je dat toestel en de Node Nano in dezelfde app bedienen en koppelen.
Wat kan je er mee?
De Node Nano is duidelijk de junior in het nieuwe Node-aanbod van Bluesound dat nu bestaat uit drie Node-modellen. De Node Nano is minder veelzijdig dan de Node N132 (599 euro) en minder prestatiegericht dan de Node Icon N530 (1.099 euro). Toch spreek je hier over een apparaat waar je veel mee kunt. Een rijk functie-aanbod mag dan ook niet ontbreken, want er zijn nog genoeg andere compacte en betaalbare streamers op de markt. Waaronder een aantal heel degelijke, zoals van Argon Audio of Primare. De concurrentie hier is fors.
Wat brengt de Node Nano dan naar de tafel? Aan de pluszijde zit vooral een heel volledig pakket aan streaming-opties. Chromecast ontbreekt, een nadeel voor wie in het Android-universum vertoeft. Maar dat is de enige afwezige dat het vermelden waard is. Naast BluOS zelf, dat streaming én multiroomfuncties biedt, kun je muziek streamen naar de mini-Bluesound via AirPlay 2, Bluetooth (incluis met de aptX HD-codec), Spotify Connect en Tidal Connect. De Node Nano is bovendien helemaal Roon Ready, net als de andere Bluesound-producten.
Een verder pluspunt is dat het wel wat uitgangen bezit: een analoog cinch-paar en als digitale outputs een coaxiale en een optische aansluiting. De USB-poort aan de achterzijde kun je in twee modi gebruiken: voor USB-opslag met eigen muziekfiles die je dan via de app kunt afspelen en om de Node te verbinden met een DAC.
De beperkingen
Wat op dit apparaat van 349 euro niet mag verwachten is veel qua ingangen. Op zich niet zo erg, want de meeste mensen zullen de Nano kopen om streaming aan iets toe te voegen. De duurdere Node en Node Icon bieden wel meer inputs, wat onder meer het eenvoudig maakt om tv-geluid (via HDMI-eARC) en een platenspeler aan te sluiten op een audiotoestel. Én de audio van die toestellen eventueel naar andere BluOS-toestellen te streamen. Een plaat in de woonkamer afspelen en ook horen in de keuken, dat kan hiermee. Bluesound heeft natuurlijk met de Hub een uitgangloos apparaat dat specifiek enkel dat kan doen voor een draaitafel of cd-speler, maar de grotere Node is flexibeler. Toch ook opmerken dat de Node Nano wel alle BluOS-functionaliteit ondersteunt qua streaming en multiroom, maar niet beschikt over de zeer effectieve Dirac-kamerkalibratie. De duurdere Nodes hebben wel die mogelijkheid, of toch als de nodige update arriveert, mits je investeert in een Dirac-softwarelicentie.
Beter één streamer in de hand…
De oorspronkelijke Node-streamers waren nooit echt groot. Nu ja, als we even gemakshalve de kubus die allereerste Bluesound Node was negeren. De recente generaties én ook de huidige Node zijn op de maat van een grotere paperback. Maar het kan nog kleiner, want de Node Nano is een vierkant van 14,3 x 14,3 cm groot en amper 4 cm hoog. Een stapeltje van een drietal muziek-cd’s, zoiets. Dat formaat maakt het meteen heel geschikt om weg te stoppen in een meubel of achter een audiosysteem, handig als je de Node Nano toevoegt aan iets bestaands. Aangezien je het apparaat volledig kunt bedienen via de app of via een infrarood-remote, is dat geen probleem. Het is ook handig dat het qua voeding vertrouwt op 5V geleverd door een USB-C-kabel. Wie op termijn de voeding zou willen upgraden, vindt dus gauw andere stroomopties.
Qua bediening is de Node zelfs heel volledig. Een 12V-trigger en IR-ingang zodat je met een IR-oogje kunt werken maakt dat je de kleine streamer in veel scenario’s kunt inpassen. Een versterker uit z’n ruststand wekken door iets te kiezen in de BluOS-app, bijvoorbeeld. BluOS biedt trouwens ook goede smarthome-integratie, wat wel interessant is voor installateurs die werken met Crestron en anderen. Of als je zelf graag dingen automatiseert. Ook de Nano werkte bijvoorbeeld probleemloos samen met de Homey-hub die hier in huis verlichting, verwarming en andere slimme apparaten aanstuurt.
Met een druk op de knop
De Node Nano in het zicht parkeren heeft ook wel z’n voordelen. Op een makkelijk te bereiken afgeschuinde kant zijn er een aantal touchcontrols, waaronder twee presetknoppen. Je kunt via de BluOS-app nog meer presets instellen, maar het is al handig dat je via de hardwaretoetsen op de Node pakweg een favoriet internetradiostation kunt starten. Er is ook een status-indicator die nuttig is om te zien terwijl je de Node Nano instelt. Het vertelt je bijvoorbeeld of een firmware-update nog bezig is met installeren.
Een afstandsbediening krijg je niet bij deze Node Nano. Eentje van Bluesound aanschaffen is wel een optie, die 69 euro kost. Misschien moet je eens wat laden opentrekken en zoeken naar een oude remote die je een nieuwe bestemming kunt geven. Het is immers heel makkelijk om via de BluOS-app de knoppen van een willekeurige afstandsbediening aan te leren. Dat kan voor heel veel BluOS-functies, incluis nog meer presets.
Voor- en nadelen
Het nadeel van dat enorm BluOS-ecosysteem, toch voor iemand die vaak producten met dat platform reviewt? Het stukje over BluOS en streaming is altijd hetzelfde. Maar het is wel een sterkte dat BluOS heel consistent is over alle apparaten heen, of je nu spreekt over een goedkoop toestel als dit of een luxe DALI Rubicon 6C-set. Wat je wel merkt is dat de Nano op sommige vlakken wat slomer is dan andere apparaten, incluis de nieuwe Nano. Dat viel vooral op toen de muziekbibliotheek op de NAS met ongeveer 30.000 tracks gescand werd. Dat duurde wel even. Uiteraard doe je dat maar één keer, daarna wordt er vooral gekeken naar veranderingen qua bestanden. Heb je bovendien al BluOS-toestellen in huis, dan neemt de Node Nano de instellingen met betrekking streamingdiensten en muziekbibliotheek gewoon over. Dan versnelt het instellen aanzienlijk.
De Node Nano heeft een digitale volumeregeling ingebouwd. Maar in de meeste scenario’s kun je deze beter niet gebruiken (door Output Level Fixed te kiezen in de audio-instellingen) en vertrouwen op de volumeknop van je versterker. Je kunt dan niet het volume bedienen via een app, maar het klinkt wel beter.
Als je graag eigen muziekbestanden afspeelt, dan is BluOS sowieso een interessante keuze. Die eigen bestanden kun je afspelen vanaf een USB-schijf, een SMB-share op een NAS (DLNA-shares ondersteunt BluOS niet) of opslag aangesloten op een ander BluOS-apparaat. Ook de Node Nano komt goed uit onze formatentests, incluis hi-res PCM tot 192 KHz en zelfs met DSD-materiaal. Dat laatste is nieuw, want enkel recente BluOS-modellen spelen DSD-streams af. Maar nuance is op z’n plaats. De DSD-stroom wordt intern omgezet naar PCM – raar, gegeven dat een ESS-DAC dit formaat wel kan verwerken. Sowieso kan DSD afspelen enkel vanaf je eigen muziekbibliotheek of vanaf USB, en ook Roon zal het automatisch omzetten naar PCM.
BluOS: wat heeft het te bieden?
De BluOS-app kreeg eind 2023 een update naar een versie 4.0. Dit introduceerde vooral een nieuwe interface die qua designfilosofie inpikt op de nieuwste trends. Het is geen toeval dat zowel Sonos als HEOS een heel gelijkaardige opbouw met een (licht) personaliseerbare Thuis-scherm en een navigatie via enkele grote iconen onderaan het scherm (of links, bij een tablet). Je navigeert zo snel naar je favorieten of de zoekfunctie, telkens gefilterd op een bepaalde bron. Qobuz of je eigen muziekbibliotheek bijvoorbeeld. Het middelste Muziek-icoon brengt je naar de verschillende muziekdiensten die je hebt ingesteld. Ook ingangen verschijnen hier, maar bij de Node Nano is dat beperkt tot ‘Bluetooth’. Bij een muzikaal schakelbord als de NAD M66 staan er een hoop meer in dit lijstje.
Tikken op ‘Spelers’ in de onder- of zijbalk brengt je naar een overzicht van BluOS-toestellen in je netwerk. Heb je enkel een Node Nano in huis, dan ga je hier niet vaak komen. Heb je meerdere BluOS-apparaten, dan kun je in dit scherm toestellen selecteren en makkelijk koppelen in één zone. Dat multiroom-gedeelte van het verhaal werkt altijd wel soepel, BluOS heeft dit aspect goed onder de knie.
Als platform heeft BluOS een meer audiofiel profiel. Dat merk je ook aan de streamingdiensten die het in de app ondersteunt. Qobuz, Tidal, Idagio, Radio Paradise… dat zijn favorieten van muziekliefhebbers die graag lossless naar muziek luisteren. Amazon Music en Deezer zijn nog twee bekende namen in een lang lijstje waar ook kleinere (of zakelijke) diensten een plek krijgen. Als abonnee van Apple Music of Spotify moet je uitwijken naar AirPlay of Bluetooth, of via Spotify Connect werken.
Upgrade in een wip
Zoals gezegd is de Node Nano heel geschikt om oude hifi-spullen een upgrade te geven. Dat is ook precies wat we deden, door de Bluesound-streamer aan een twaalf jaar oude Sony TA-A1ES te hangen. Dit is de laatste ‘serieuze’ versterker die Sony bouwde en te goed om zomaar ergens in een hoekje te laten verkommeren.
Het is wel volledig analoog (ondanks de aparte digitale volume/bias-regeling), wat betekent dat we de Node Nano met een cinch-kabel verbinden en vertrouwen op de ES9039Q2M-DAC in de Bluesound. Dat aansluiten gaat allemaal heel vlot, net als het instellen van de Node Nano zelf. WiFi instellen is niet zo moeilijk, maar je kunt ook met een ethernetkabel aan de slag om het nog eenvoudiger te maken.
Een onderschatte kant van BluOS is dat het de gratis Radio Paradise-streams afspeelt in FLAC-kwaliteit (of in MQA-formaat, als je dat verkiest). Dat zijn zes station die heel gevarieerd programmeren, we hebben er al vaker nieuwe oude muziek mee ontdekt. Tijdens het testen kwam er via het Main Mix-station zo Oxygene Part I van JM Jarre langs – dat kenden we al, natuurlijk, maar het is typisch een nummer dat we niet zomaar zouden spelen. Misschien omdat het wat gedateerd overkomt. Op de Sony en een paar DALI Rubicon 2C-speakers is het niettemin een prettig weerzien. Het is een rijk geluid, waarbij die sciencefictionmuziek als een dik gezellig deken in de kamer ligt, met een mooie plaatsing van de synthesizertonen.
De overgang naar het psychedelische popnummer ‘Cha-Cha’ van Teatro Lúcido verhoogt het tempo meteen. Er valt weinig op aan te merken, want zelfs de hoge tikgeluiden en het vette synthesizermelodie klinken via deze low-cost streamer goed. De iets duurdere Node mag wel verfijnder uit de hoek komen, wat de Node Nano presteert is zonder twijfel puik voor de prijs.
Streamen via WiFi is doorgaans de betere optie. Maar er zijn momenten dat je gewoon zonder gedoe via Bluetooth muziek wil spelen. De Node Nano stelt op dat vlak niet teleur. De ondersteuning voor betere codecs is vooral een cadeau voor wie een Android-telefoon bezit, iPhone-eigenaars moeten het stellen met ‘slechts’ AAC. Vanaf een Samsung Galaxy S24 Ultra klonk de americana-folk op ‘Woodland’ van Gillian Welch via de Qobuz-app en met aptX HD gewoon prima, ook als er aandacht wordt besteed aan moeilijke klanken, zoals de slide guitar en het akoestische gitaargepingel. Fijn om te merken dat Bluetooth geen enorm minderwaardig alternatief is; als je het moet gebruiken, ga je niet opeens gillend weglopen omdat het hard of scherp klinkt. `
Tijdens het testen werd ook vaak via Roon geluisterd, wat nooit problemen opleverde. De software werkt heel soepel samen met de Bluesound-streamer, een mooie bonus op dit prijspunt. Dat geldt ook voor de mogelijkheid om een externe DAC aan te sturen via USB. Dat is echt een nuttige functie, bijvoorbeeld om een geïntegreerde versterker of actieve speakers zoals de KEF LS50 Wireless II van hi-resmuziek te voorzien. In sommige gevallen ga je daarmee ook een betere geluidskwaliteit krijgen dan als je werkt met de interne Nano-DAC en cinch-kabels. Dat was zeker zo in onze testruimte, waar de enige losse DAC op dat moment beschikbaar een prijzige T+A DAC200 was. Tja, die 96-kHz/24-bit ALAC-bestanden van Beth Gibbons ‘Lives Outgrown’ klonken dan inderdaad beter, zelfs aangestuurd door dit kastje van 350 euro. Het drama en de dissonantie van ‘Burden of Life’ in het bijzonder, was met deze configuratie wel heel tastbaar.
Conclusie
Ondanks de felle concurrentie in het budgetsegment, weet de Node Nano een mooi plekje te veroveren. Bluesound had een goedkoop toestel kunnen bouwen met beperktere streamingopties zodat de verkoop van de duurdere Nodes niet gekannibaliseerd werd. In de plaats gaf het de Nano precies dezelfde BluOS-mogelijkheden als veel duurdere apparaten. Consistent is Bluesound dus wel, wat maakt dat de Node Nano een goede keuze is als je al BluOS-apparaten in huis hebt en een multiroomsysteem wil uitbouwen zonder een godsvermogen uit te geven.
Ook als standalone streamer heeft de Node Nano veel te bieden: een uitstekende app-bediening, een reeks alternatieve streamingopties (waaronder Roon) en goede geluidskwaliteit via Bluetooth. De ingebouwde DAC is degelijk, al is de kloof met de iets duurdere Node wel merkbaar. Een plus is dat je de Node Nano eveneens als digitale streamer kunt gebruiken bij een geïntegreerde versterker met betere DAC. Kortom, een veelzijdig ding dat bovengemiddeld presteert – en dat voor een prijs die je vakantieplannen niet in gevaar brengt.
Bluesound Node Nano N030
349 euro | www.bluesound.com
Beoordeling 4,5 op 5