Gering van omvang is Rossini`s op zijn oude dag gecomponeerde "Petite Messe Solennelle" zeker niet, want deze, door de componist zelf zijn "Laatste doodzonde" genoemde mis duurt ruim anderhalf uur.
De oorspronkelijke, zeer originele bezetting is geschreven voor sopraan, alt, tenor bas, een klein koor, twee 19e eeuwse piano`s en harmonium. Van dit meesterwerk zijn in de loop der jaren al diverse opnamen uitgebracht, ook in de door Rossini zelf in 1867 herziene versie voor soli, koor en orkest.
Die kwam tot stand omdat Rossini er zelf van overtuigd was, dat anders na zijn dood een andere collega dat zou doen. Overigens heeft de meester de eerste uitvoering van die grootschalige versie helaas niet meer mogen beleven.
De aantrekkelijkheid van de oorspronkelijke bezetting schuilt primair in de lichtvoetige transparantheid, waarmee de mis in klank is gezet.
Vermoedelijk heeft de componist de titel "Petite Messe Solennelle" niet zonder ironie zo genoemd en slaat dat "petite" vooral op de geringe omvang van de autentieke bezetting in de eerste versie, waarvan onlangs door het Britse label Hyperion een nieuwe opname is uitgebracht.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: hoewel de vertolking door The King`s Consort onder leiding van Robert King in muzikaal opzicht tot in de puntjes is verzorgd, moet ik helaas toch constateren dat deze opname - en dan spreek ik uitsluitend voor mezelf - mislukt is. Anderen zullen zich mogelijk niets van het in mijn oren onverdragelijke euvel aantrekken, en dat is de uitspraak van het Latijn in deze Britse vertolking. Wie als ik, vanouds vertrouwd is met de in de katholieke liturgie onveranderlijk gebezigde uitspraak van de "u", dus met "AnjOEs Dei", "JesOEs ChristOEs", etc. zal ongetwijfeld de grootste moeite hebben deze en andere latijnse woorden in deze mis onder Robert King consequent te horen zingen als: "Anjuus Dei", dus zoals bij ons in woorden als "jus" of "jurist". Deze klank-opvatting dateert overigens niet van vandaag of gisteren, want ook in de renaissance-praktijk en in barokcomposities op latijnse teksten wordt, naar men zegt, op muziekhistorisch juiste gronden, deze praktijk beoefend. Zo zouden ten tijde van Lully e tutti quanti deze als "Franse uitspraak" gepraktiseerde latijnse gezangen gebruikelijk zijn geweest, maar niemand weet hoe het werkelijk geweest is, omdat er nu eenmaal helaas geen opnamen van bestaan. Er schijnt bovendien een groot verschil in uitspraak van latijnse teksten te bestaan tussen het klassieke, in Rome gebezigde dagelijkse gebruiks-latijn en het latere r.k. "kerklatijn" waar trouwens ook diverse grammaticale verschillen in te vinden zijn. De klankkwaliteit van deze opname is overigens prima, ook dat moet gezegd zijn.
Hoe dan ook, wat mij betreft is deze opname onaanvaardbaar op déze, uiterst persoonlijke motivatie, want de tekstuele interpretatie kan ook niet geheel losgekoppeld worden van de muzikale, al is die, graag toegegeven, op zich van hoge kwaliteit. De klank van de opname is uitstekend, ook dat moet worden vastgesteld.
Aanvullende informatie:
Gioacchino Rossini: "Petite Messe Solennelle".
Carolyn Sampson, sopraan, Hilary Summers, alt, Andrew Tortise, en Andrew Unwin, tenoren, Andrew Foster-Williams, bas.
Gary Cooper en Matthew Halls, 19e eeuwse piano`s, Mark Williams, harmonium.
The King`s Consort.
Dirigent: Robert King.
Hyperion CDA67570.
Duur: 80 min.