Het is 1966, we zijn in London. Op het prachtige Decca sublabel ‘Ace of Clubs’ verschijnt Raw Blues, een verzamelalbum rond bluesgigant John Mayall. Op de obscure plaat staat werk van Eric Clapton, op dat moment furore makend met Mayall’s Bluesbreakers en ene Steve Anglo.
Steve Winwood, op dat moment pendelend tussen The Spencer Davis Group en Traffic, is de man die achter deze naam schuil gaat, zal daar waarschijnlijk voor het eerst met Clapton in de studio staan om hun gezamenlijke talenten te etaleren.
Het is februari 2008; Winwood en Clapton staan drie avonden lang in New York’s MSG en spelen nummers van Traffic, Blind Faith, Jimi Hendrix en tal van blues klassiekers. De toon is gezet voor een hernieuwde samenwerking op Winwood’s laatste, Nine Lives, waar Clapton zijn gitaar geselt op koningsnummer Dirty City.
Winwood zelf laat horen op zijn Hammond dat orgel en piano door hem voorgoed versleuteld raakten in de popmuziek. Nine Lives, Steve’s negende solo album mikt voornamelijk op de Amerikaanse MOR markt en laat een klasse muzikant horen, die in zijn 60ste levensjaar opvallend jeugdig oogt en fris klinkt.
Nog steeds is er die stem die altijd te herkennen is, makkelijk zingend in negen liedjes die deze cd vullen. Het venijn van de akoestische opener I’m Not Drowning zit het hem in het laatste mineur akkoord, waarmee hij de luisteraar terug dringt in de stoel , alsof hij wil zeggen: hé, hier ben ik, nog niet afgeschreven, blijf luisteren!
De cd, die een hoog Traffic gehalte heeft (Dirty City, We’re All Looking en Secrets), blijft boeien. Blues, jazz en pop met instrumenten als fluit, percussie en Hammond orgel; Winwood laat horen op ieder terrein thuis te zijn met sterke composities.
Prettig is de opvallend warme klankkleur bij beluistering in de huiskamer, ik hou daar wel van. Samen met de composities maakt het de cd tot een blijvertje in het wat wisselvallige solo-oeuvre van Steve Winwood.
Steve Winwood - Nine lives.
Sony/BMG 88697222502 2008.
Disc made in Austria.