In mijn kelder bivakkeert al jaren een d/a converter van Sony. Op de markt gebracht in 1985 met een toenmalige aanbiedingsprijs van 5000 gulden, hetgeen (volgens een formule die ik vond op het internet) overeenkomt met ongeveer 3800 euro vandaag. In 1985 was Sony de eerste fabrikant die met een losse dac uitkwam voor de audiofiel, al ver voor de tijd dat Arcam zijn Black Box uitbracht (1989), die vaak, en dus geheel ten onrechte, als eerste losse dac wordt bestempeld.
Sony introduceerde de dac samen met de CDP-552ESD speler, waarbij de D in ESD staat voor digitale uitgang, iets dat met grote letters op de speler stond aangegeven. Tot die tijd bestonden alleen geïntegreerde cd-spelers die het zonder digitale uitgang moesten doen. Sony was volgens zeggen met de DAS-702ES weinig succesvol in Nederland. Het verhaal gaat dat Jan de Jong, toen van Albersen Audio en nu mede-eigenaar van De Jong en Warnaars, de voorraad tegen een dumpprijs opkocht bij Sony, de dac modificeerde en verkocht in de Haagse regio. Of mijn exemplaar is aangepast weet ik niet. Mocht dat het geval zijn, dan is het niet te zien. Wel weet ik zeker dat de dac via Albersen Audio in Den Haag is verkocht aan een muziekverslaafde wijnhandelaar, destijds woonachtig aan de Dennenweg. Toen de man kwam te overlijden verkreeg ik de dac `via via` uit zijn erfenis. Met enige regelmaat haal ik de converter op uit de kelder en gebruik hem voor de lol. Steeds verbaasd dat hij het nog doet, nog meer verbaasd dat je er prima naar kunt luisteren. In het licht van de wederopstanding van de stand-alone dac, om aan de computer te koppelen of audiostreams te converteren, ga ik er dit keer serieus naar luisteren.
De Sony DAS-702ES weegt als lood (11,5 kilo) en is fors van afmeting: 43 x 40 x 10 cm. De dac kan nog geen hoge samplerates aan: 32, 44.1 en 48 kHz met een resolutie van 16-bit is het maximum. De dac heeft twee digitale ingangen, uitsluitend voor coax met een gebufferde doorkoppeling naar buiten, een vaste analoge uitgang en een variabele uitgang. Daarnaast is er een in volume regelbare hoofdtelefoonuitgang voorzien. Op de voorzijde is met groenverlichte opschriften te lezen dat de dac een signaal krijgt en lockt, de samplefrequentie en de gekozen ingang. Om te luisteren gebruik ik uitsluitend de vaste uitgang. Dat scheelt een complete versterkertrap met ic’s, volumeregelaar en andere onderdelen. In de dac is zeker niet bespaard op onderdelen. Veel van de moderne dac’s maken gebruik van VLSi ic’s, in 1985 was discrete opbouw met hoogstens NE5532P opamps nog volop aan de orde. Componenten waren van uitstekende kwaliteit, zoals (naast de NE5532P opamps) Elna Cerafine condensatoren in de voeding, heel veel 1% metaalfilm weerstanden, condensatoren uit tantalium, mica, film, mylar en keramiek. Bekabeling in die tijd al LC-OFC. Het gevolg is dat alles na 25 jaar nog feilloos werkt. Zelfs de potmeter en de schakelaar kraken niet. De servicedocumentatie wijst uit, dat per kanaal een Burr Brown PCM53JG-I converter is ingezet. Daarvoor zit een serieel naar parallel omzetter die via 5% koolweerstanden het digitale signaal aanbiedt aan de ladderconverter. De BB 16-bit PCM53JG-I is trouwens de voorloper van de 20-bit PCM63-KI die heel lang, tot ver na het verschijnen van 1-bit converters en ringdac’s, is beschouwd als de meest muzikale converter die ooit het dichtste bij een live performance kwam. Het analoge filter is een GIC filter, dat niet in de signaalweg zit. Opmerkelijk is dat de Sony met de PCM53 al een resolutie heeft van 16 bits, in de begin periode van de cd werd 14 bits genoeg gevonden. Omdat de ladderweerstanden nooit helemaal gelijk te krijgen zijn, is het uitgangniveau links en rechts intern gelijk te maken met een tweetal dipswitch banken. De opbouw van de DAS-702ES is dual mono, met uitzondering van de gezamenlijke voeding waarin zes spanningregelaars zijn opgenomen. De dac heeft geen klok aan boord, het kloksignaal wordt uit de datastream gehaald en daarna via een intern circuit opnieuw gegenereerd en verhoogd. Hierdoor is de dac mogelijk erg gevoelig voor jitter.