Ik ken Steve Tibbetts al vrij lang, althans, zijn werk. Het moet ergens begin jaren 90 zijn geweest dat ik in een tijdelijke winkel, waar restantpartijen cd`s werden verkocht, in een wilde bui een aantal albums van het destijds net door mij ontdekte ECM label kocht. Voor de prijs van enkele guldens per stuk durfde ik de onbeluisterde gok wel te wagen.
Thuisgekomen bleken er na de eerste beluistering een paar misverstanden bij te zitten (die ik later overigens wel ben gaan waarderen), maar twee albums vielen meteen enorm in de smaak. Het waren Exploded View (1987) en Safe Journey (1983) van de Amerikaanse gitarist Steve Tibbetts, die samen met zijn vaste percussionist Marc Andersson en een paar zeer getalenteerde gasten betoverende klanklandschappen aan mijn geestesoog voorbij deed trekken. Waar Exploded View nogal heftig, elektrisch en extrovert was, bleek het sindsdien zeer vaak gedraaide Safe Journey op de openingstrack na een uiterst meditatieve plaat te zijn.
En dat meditatieve hoor ik nu ook weer terug op zijn nieuwe album, het eerste in acht jaar, zo meldt de platenmaatschappij. Of dat zo bijzonder is kan ik niet zeggen. De man neemt kennelijk zijn tijd. Wat ik trouwens toejuich, want het is ongetwijfeld de oorzaak van de heerlijk contemplatieve sfeer op Natural Causes. Wereldmuziek vind ik zo`n geitenwollensokkenwoord, maar dat is dit wel degelijk, en in optima forma. Zonder zich van enige muzikale grens iets aan te trekken nemen Tibbetts en Anderson me mee naar exotische oorden. De tracktitels doen Indiaas aan. De uiterst muzikaal ingestoken percussie is dan weer Afrikaans, dan weer Aziatisch van invloed. En de onwerkelijk precieze maar tegelijkertijd bijna gedachtenloos aanvoelende getokkelde akkoorden op de twaalfsnarige Martin-gitaar en de schaarse pianoklanken die Tibbetts daar naast legt klinken eigenlijk heel erg zoals op zijn albums van meer dan twintig jaar geleden.
Als ik de nadruk zou leggen op progressie, dan zou ik dit album als weinig verrassend moeten beoordelen. Maar juist omdat Tibbetts een volstrekt unieke stijl heeft (ik durf hem bijna een genre op zich te noemen), is het helemaal niet erg dat zijn tijd stil lijkt te hebben gestaan. Soms is meer van hetzelfde namelijk precies waar je op zat te wachten. Het klinkt als thuiskomen, een zoete herinnering aan een oude liefde, het terugvinden van een geur uit je jeugd. Een weldadige ontspanning daalt over me neer als ik hier naar luister, terwijl ik ook hevig kan genieten van de opnamekwaliteit. Want die is, zoals we van ECM gewend zijn, waanzinnig goed.
Opmerkelijk is dat ECM baas Manfred Eicher niet als producer in de liner-notes wordt vermeld, wat er op duidt dat Tibbetts naast de opnametechniek ook de productionele kant van de zaak in handen heeft gehad. Dat hij daarbij gekozen heeft voor een geluid dat naadloos aansluit bij de signatuur van ECM siert hem niet alleen, het bewijst ook de kracht van het klankmatige concept dat Eicher sinds eind jaren 70 heeft gehandhaafd en verfijnd. Jammer genoeg doen we op HiFi.nl niet aan punten voor muzikale interpretatie en geluidskwaliteit, anders had ik twee tienen uitgedeeld. Het is maar dat je het weet...