Gisteravond ontspon zich een aardige discussie met een importeur bij mij thuis naar aanleiding van het schrijven van een recensie over een draaitafel. Mede omdat de draaitafel die ik zeer positief beoordeel, door een vriendje ooit eens in huis was gehaald en afgewezen omdat hij traag en zwaar zou klinken. Eigenschappen die ik er totaal niet in ontdekte, eerder het tegenovergestelde.
Samen kwamen we tot de conclusie dat er ruwweg twee soorten luisteraars zijn. De technische luisteraar die zoekt naar diepte, stereobeeld, detail, finesse, rechte frequentie karakteristiek en minimale vervorming. Transparantie en helderheid zijn vereisten zonder een randje van scherpte. Daar tegenover staat de muziekliefhebber die veel meer in muziek weergave de emotie zoekt van het muziekstuk en de emotie van een muziekbeleving. Natuurlijk hecht die groep luisteraars ook aan de technische aspecten, maar zal zich eerder druk maken om de interpretatie van het muziekstuk dan om de microfoontechniek en de uiteindelijke mix. Een gegeven dat niet nieuw is en al jaren bestond in het analoge tijdperk. In de tijd dat ik mijn vrije zaterdagen doorbracht bij een gerenommeerde hifi winkel in Den Haag konden we de klanten al opsplitsen. De Quad/Kef/McIntosh kopers die een muzieksysteem zochten voor jaren en de techneuten die het meer zochten in dB Systems, Nikko en Revox. De merken zijn min of meer een willekeurige greep uit mijn geheugen. Waar ik heen wil is dat ondanks de ver vooruit geschreden techniek de uitgangspunten nog steeds gelijk zijn. Getuige ook de documentatie van diverse fabrikanten waarop de één zijn Cad systeem laat zien en de ander muzikale beleving de boventoon laat voeren. Of zelfs geen documentatie heeft. Mogelijk ook geen handleiding. Of u moet een stencil van 2 pagina’s bij een draaitafel van ruim 4000 euro een handleiding noemen.
Zou ik zelf een gespleten audio persoonlijkheid hebben? Lijden aan audio-schizofrenie? De mogelijkheid bestaat want ik kan nog steeds niet goed kiezen wat voor systeem mijn voorkeur heeft. Technisch hoogstaand of uniek in muzikaliteit. Het samenbrengen van de twee werelden lijkt nog schier onmogelijk. Ik ken enige spaarzame voorbeelden waar het wel mee lukt doch die zijn of niet toepasbaar of uitstijgend boven mijn budget. Gelukkig kan ik de ene keer lyrisch raken van uiterste precisie en de andere keer laat ik alle principes varen en dans ik door de kamer op de tonen uit een systeem dat kleurt, rommelt, zucht en kreunt. De komende tijd zal ik mij gaan uitleven met producten van Magnepan, Acoustic Zen, Real Spectral en 47 Labs. Gaat techniek de boventoon voeren of de muziek? Ik heb er mijn gedachten over, maar beloof u met open vizier en blanco geest de apparatuur op te stellen en te beluisteren.
Mijn collega’s hoor ik niet zoveel over deze discrepantie. Misschien zijn hun keuzes duidelijker en nemen ze eerder de eigen smaak als uitgangspunt voor het aanvragen van recensie apparatuur. Hoewel ze daar lang niet altijd de kans toe krijgen. En hoe zit dat eigenlijk in home cinema systemen? Daar maak ik zelf al helemaal geen onderscheid in techniek en muziek. Veel meer gaat het mij daar om welk systeem de maximale overdracht van de essentie van de film het beste ondersteunt. Doelend op spraakhelderheid, dynamiek, effecten, laagweergave en surround kwaliteit. Techniek eigenlijk en ver weg van mijn analoge beleving die zich richt op ultieme muziekkwaliteit. Zou het daarom zijn dat ik helemaal opgewonden ben van een 2e hands gekochte Thorens waar ik een eeuwenoude SME arm op ga zetten. En een nieuwe plint voor ga maken. Terwijl ik met films vaak luister naar een center speaker die qua geluid en prijs ver verwijderd is van het klankbeeld van de als front ingezette speakers van mijn stereo systeem. En mij dat maar weinig boeit zolang een aardbeving het huis doet schudden. Vast wel.
Met vriendelijke groet,
René van Es
Hoofdredacteur hifi.be