Nederland kent een beperkt aantal producenten van componenten voor audio doeleinden. Sommige van die producenten vallen in de categorie ontwerpers en besteden de daadwerkelijke productie uit naar vreemde landen, vaak zelfs buiten Europa. Anderen, zoals het door Ad van Medevoort geleide bedrijf Audioart, houden het heft stevig in handen, met als gevolg dat elke Van Medevoort uit de fabriek in Maarssen komt. Dat geldt voor zijn luidsprekers, zijn elektronica, zijn spelers, netfilters en kabels. Een totaalpakket dat met zorg is samengesteld met maar Ă©Ă©n enkel doel voor ogen: het zo realistisch mogelijk reproduceren van muziek.
Van Medevoort heeft in het afgelopen jaar erg veel succes gehad met het inzetten van UcD techniek van Philips voor het bouwen van super efficiënte versterkers, die op zeer hoog muziekaal niveau presteren. De MA240 was het eerste telg die het licht zag en in Nederland erg succesvol is ontvangen. Wat niet voor mogelijk werd gehouden door audiofielen en puristen gebeurde toch, klasse D schakelingen zijn mede dankzij de inspanningen van Ad en zijn mensen volwaardige high end versterkers geworden. Uitgangspunt bij Audioart was het inzetten van UcD klasse D, omdat die techniek veel beloftes invulde als snelheid, zuiverheid, dynamiek en lage vervorming. Een ander uitgangspunt dan medefabrikanten in audioland bezitten, die zetten klasse D voornamelijk in vanwege de geringe afmeting en de geringe afgifte van warmte, zonder zich (of minder dan Ad) te bekommeren om het muzikale resultaat.
Ad vertelt dat UcD een middel is en geen doel. “Toen we serieus aan de slag gingen met UcD begrepen we al snel dat weergave op hoog niveau (niet hoog in de zin van luid, maar gemeten in kwaliteit), alleen maar mogelijk is met deels UcD techniek en deels conventionele schakelingen. Onze keus viel op een zeer conventioneel opgebouwde voeding waarin een forse transformator past, snelle diodes en een buffercapaciteit met vele kleine condensatoren in plaats van twee forse elco’s. Dat doen de meeste fabrikanten van klasse D apparatuur niet, zij gebruiken schakelende voedingen die gewoon niet goed genoeg zijn in onze ogen. De UcD chip ziet om zich heen componenten die gekozen zijn op basis van klank. In de loop der jaren hebben we ontzettend veel ervaring opgedaan welke componenten goed zijn en welke ingezet mogen worden in het kritische signaalpad. Dat leverde de MA240 op.”
De ontwikkeling staat niet stil en samen met Philips zijn boards ontwikkeld die veel grotere vermogens aankunnen. UcD chips past Ad in brug toe en hij kan op die manier versterkers bouwen van twee maal 200, 400, 600 en zelfs 800 Watt per kanaal. Zoemen we in op de 200 Watt versie dan blijkt er per kanaal een gebrugde module te zijn, gelijk aan die welke in de MA240 niet gebrugd is toegepast. Een niet gebrugde module is op zich in staat tot het leveren van 7,5 Ampère stroom continue met pieken tot 10 Ampère. Te verwachten zijn van Audioart losse eindversterkers die genoemde vermogens gaan leveren. Of modules die luidsprekers actief kunnen aansturen. Kijk maar naar de DD 5.0a die volledig actief werkt. Overigens een zeer goede monitor luidspreker die in het “buikje” een dubbele woofer herbergt welke in tandem werkt. Wat leidt tot een veel diepere weergave met veel minder vervorming dan mogelijk zou zijn met een enkele woofer. De zogenaamde Anti-Resonantie techniek wordt maar weinig door fabrikanten toegepast, terwijl de resultaten spectaculair goed zijn.
Mogelijk omdat de doorsnee consument eerder afgaat op een zichtbare dubbele woofer die de indruk van forse laagweergave wekt, dan op een kwaliteit weergever die uitleg behoeft waar de verkoopprijs op gebaseerd is. In de fabriek kom ik trouwens een serie mono versterkers tegen in een behuizing die achterop een willekeurige luidspreker geschroefd kan worden of gecombineerd met inbouwsystemen. Ad vertelt verder over UcD: “Het probleem in onze industrie is dat mensen die audioapparatuur ontwikkelen nog zo weinig luisteren. Veelal wordt het schema dat bij het component geleverd is (d/a converter chip,op-amps etc) klakkeloos overgenomen. Dat levert een resultaat op met uitstekende specificaties, technisch zeer verantwoord, maar het klinkt vaak nergens naar. Met Philips (UcD techniek) gaat dat anders, een uitstekende samenwerking tussen de application engineers van Philips en Audioart leidt tot oog voor elkaars behoefte en toepassing. Door die samenwerking is b.v. bewezen dat klasse D het in zich heeft om juist zonder enige vorm van compressie te kunnen werken. Iets wat met conventionele techniek alleen haalbaar is met heel veel power transistors in een parallel schakeling met daarachter een enorme voeding. Zoals sommige Amerikanen al jaren voorstaan. Met het bijbehorende prijskaartje. UcD en klasse D zal een steeds grotere vlucht gaan nemen verwacht ik.”
Om zijn woorden over compressie te onderstrepen draait Ad muziek over zijn grootste line source luidspreker systemen die in de productiehal staan. De 2 x 600 Watt vult moeiteloos de forse hal. Wat direct opvalt is hoe “gemakkelijk” de muziek wordt weergegeven, alsof en een ongelimiteerde hoeveelheid vermogen ter beschikking staat, van high end kwaliteit en ter waarde van duizenden euro’s. Toch is het enige dat speelt is een compacte versterker die er niet warm of koud van wordt.