1993 was het jaar waarin het publiek kennis maakte met een waar wonder binnen de evolutie. Niet in werkelijkheid natuurlijk, maar middels de ‘CGI’ van ‘Industrial Light and Magic’ en de befaamde ‘poppenmaker’ Stan Winston, die samen met regisseur Steven Spielberg de krachten bundelde om Michael Crichton’s ‘Jurassic Park’ tot leven te brengen. Deze film was niet alleen baanbrekend op het gebied van ‘special effects’ maar betekende ook de introductie van ‘Digital Theater System’ oftewel ‘DTS’.
Ook ‘DTS’ kent tal van discrete en matrix-based encoders en decoders om de luisteraar van een compleet omringende geluidsstage te voorzien. De discrete varianten, zowel het 6-kanaals `DTS` als het 7-kanaals `DTS-ES`, zijn al eerder besproken in het tweede deel van deze artikelreeks. Omtrent deze laatste variant bestaat vaak wat verwarring. `DTS-ES` was in eerste instantie gedeeltelijke gebaseerd op matrix-decoding. Het extra surround kanaal, vaak ten onterechte aangeduid als ‘surround back’ of ‘surround rear’, zat verborgen in de twee discrete surroundkanalen. Met een matrix decoder kon dit extra surroundkanaal worden geëxtraheerd. Later werd er door ‘DTS’ voor de consumentenmarkt een nieuwe generatie ‘DTS-ES’ encoder en decoder ontwikkeld, waarbij het derde surroundkanaal als discreet kanaal kon worden opgeslagen en weergegeven. Om enige duidelijkheid te geven kreeg deze nieuwe generatie encoders en decoders de toevoeging ‘discrete’, terwijl men de eerdere generatie omdoopte tot ‘DTS 6.1 Matrix’. Beide generaties waren echter specifiek bedoeld om 5.1 en 6.1 matrix-opnames als 6.1 weer te geven. De encoders en decoders waren nog niet geschikt om tweekanaals stereobronnen tot surroundgeluid om te toveren.
Om van elke tweekanaals stereobron een 6-kanaals surroundweergave te kunnen maken, ontwikkelde men ‘DTS Neo:6’. Net zoals de Dolby Laboratories variant, is deze decoder in staat om een surroundveld te creëren uit elke tweekanaals stereobron (bestaande uit een driekanaals frontstage en een 3 kanaals surroundveld). Het LFE-kanaal komt niet voor rekening van de decoder. ‘DTS’ baseert dit op het gegeven dat een AV-receiver, geïntegreerde AV-versterker of surround-processor, meestal over een uitgebreid bass-management beschikt die het herrouten van de laagweergave voor zijn rekening neemt.
De ‘DTS Neo:6’ decoder filtert het tweekanaals stereosignaal in diverse ‘subbands’. Elke ‘subband’ wordt door de decoder in een surroundveld gepositioneerd, zodat er weer verschillende ‘surround subbands’ontstaan waarmee de meerkanaals weergave wordt geconstrueerd. Doordat elke subband apart wordt aangestuurd, kan elk geluid binnen het surroundveld zijn eigen duidelijke positie krijgen. Op deze manier wordt een ruimtelijk beeld geschept met een duidelijke lokalisatie van de diverse geluiden. De architectuur van de decoder is onafhankelijk van de bron, dit kan een tweekanaals stereo-opname zijn, maar ook een 4:2 matrix opname of zelfs een 5:1 en 6:1 matrix opname. De reconstructie van het meerkanaals surroundveld is gebaseerd op de luidsprekerconfiguratie van de gebruiker. Heeft deze een centerluidspreker opgesteld, dan wordt een centerkanaal gecreëerd, is de centerluidspreker niet aanwezig dan wordt er een fantoom centerkanaal gecreëerd met behulp van de linker en rechter frontluidspreker.
SRS Labs en Circle Surround
SRS (Sound Retrieval System) Labs, een audiotechnologisch bedrijf, dat inmiddels al weer meer dan 10 jaar de markt voorziet van hun producten. Maar zij zijn niet alleen op de Home Theater markt actief, op nagenoeg ieder gebied van de electronicamarkt waar iets met audio gedaan wordt, kan gebruik worden gemaakt van de producten van SRS Labs. Van PDA’s tot hoofdtelefoons, van mobiele telefoons tot computers, overal zijn de audiotechnologische producten van SRS wel te vinden.
Merken als ‘Accuphase’, ‘Marantz’, ‘Kenwood’ en ‘Theta Digital’, maken gebruik van de componenten en van de technologie die ontwikkeld is door SRS Labs voor de Home Theater markt. Het huwelijk tussen SRS Labs en de Home Theater applicaties begon met hun ‘TruSurround’ decoders. In tegenstelling tot de meerkanaals matrix decoders van bijvoorbeeld Dolby Laboratories was ‘TruSurround’ ontwikkeld om van elke meerkanaals opname - discreet of matrix-encoded - een ‘downmix’ te maken naar slechts twee kanalen. De weergave van deze twee kanalen berust echter niet op de vertrouwde tweekanaals stereoweergave. SRS Labs tracht met hun technologie een ‘surroundfeeling’ aan het tweekanaals geluidssignaal mee te geven, compleet met ‘fantoomcenter’ en ‘fantoomsurrounds’.
Deze technologie is inmiddels al behoorlijk verouderd en was voornamelijk gericht op die doelgroep die nog niet beschikte over een meerkanaals luidsprekeropstelling. Voor tweekanaals stereo-opnames had SRS Labs al eerder hun ‘audio enhancements’ zoals ‘Dialogue Clarity’, ‘TruBass’ en ‘WOW’ ontwikkeld. Toen men deze ‘enhancement tools’ implementeerde in hun ‘TruSurround’ decoder was de nieuwe generatie ‘TruSurround XT’ geboren. Ook hier weer een downmix van een meerkanaals opname naar een tweekanaals weergave met surroundsimulatie. Met ‘TruSurround TX headphone’ werd het zelfs mogelijk om dezelfde surroundsimulatie via de hoofdtelefoon te ervaren.
Met ‘Circle Surround’ zette SRS Labs de eerste stappen in de wereld van meerkanaals decoders. ‘Circle Surround’ is een 5.1 decoder dat van elke tweekanaals signaal, al dan niet matrix-encoded, een 5.1 meerkanaals weergave kan maken. Een opvallend gegeven is dat SRS Labs er destijds al in slaagde om hun decoders dusdanig te ontwikkelen dat een volledige bandbreedte voor elk kanaal werd bereikt, tezamen met een goede aansturing van elk individueel kanaal. De ‘ProLogic’ decoder van Dolby Laboratories had hier toch duidelijk het nakijken. Net zoals bij ‘TruSurround XT’ is de ‘Circle Surround II’ decoder een voortborduursel op de eerste generatie. Naast de ‘enhancement tools’ zoals ‘Dialog Clarity’ en ‘Cinema Bass’ is de uitbreiding van een 5.1 matrix-decoder naar een 6.1 matrix-decoder de grootste verandering.