ARTIKEL
De basis is de vloer
Gastauteur |
16 maart 2006
De berekening en/of de meting van de nagalmtijd in een gegeven ruimte is dus het startpunt voor nagalmbeheersing, omdat duidelijk wordt waar de ruimte wel en waar deze niet een bruikbare mate van natuurlijke absorptie inbrengt. De twee kale voorbeeldruimtes met gelijke afmetingen en totaal verschillende constructie-eigenschappen (fig. 3a & b) hebben daardoor ook een totaal verschillende nagalmtijd, zelfs indien er geen uiterlijke waarneembare verschillen zijn. De wanden, de vloer en het plafond kunnen immers voor het zicht precies hetzelfde afgewerkt zijn. Onder deze afwerking bevindt zich de constructie van de ruimte zelf en die heeft een hele dikke vinger in de pap voor wat betreft de natuurlijke absorptie van een ruimte of diens afwezigheid!
Het komt ook wel voor dat de situatie uit fig. 3b ertoe leidt dat de constructie veel te veel laagfrequente energie afvangt waardoor er een “suckout” ontstaat – een veel te korte nagalmtijd in een vrij smal frequentiegebied. Als dat het geval is wordt het probleem erg gecompliceerd of zelfs onoverkomelijk, omdat het niet mogelijk is om verloren energie weer terug te halen. De enige oplossing is om de constructie zodanig aan te passen dat voorkomen wordt dat teveel energie verloren gaat en dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.
fig.3c---nagalmtijd kale testruimte met bijna TEVEEL natuurlijke laagabsorptie
Op zichzelf is deze startsituatie nog niet eens zo slecht, aangezien hier ook het echte laag onder 100Hz door de constructie onder controle wordt gehouden en dat is dan weer een enorm verschil met fig. 3a, waar door totale afwezigheid van natuurlijke laagabsorptie de nagalmtijd vele malen te lang is en dus behoorlijk zware middelen gaat vereisen om in orde te komen. Middelen die het equivalent aan energie kunnen absorberen dat een houten vloer plus plafond tezamen van nature opnemen. Dat gaat verder dan een kleedje op de vloer en een tube trap in de hoek.
Voorkeur, Stijl, Budget.
Een ruimte geeft de ontwerper doorgaans alle ruimte om de nagalmtijd op wel 10 verschillende manieren prima in orde te krijgen. Elk van die 10 manieren levert uiteindelijk een goede eindsituatie op: een nagalmtijd die binnen de gestelde target valt. De tien wegen die naar Rome leiden leveren akoestisch gezien dezelfde eindsituatie op. Het verschil tussen deze wegen zit ‘m vooral in de eigenaar van de ruimte, die zijn voorkeur voor een bepaalde stijl van aankleding kenbaar maakt aan de ontwerper. Hij kan een voorkeur hebben voor een stijlvolle aankleding met veel edelhouten elementen, maar hij kan evengoed een voorkeur hebben voor warme stoffering of voor budgetoplossingen. Hij kan voornemens zijn om zelf aan de slag te gaan en zoveel mogelijk zelf te bouwen en te implementeren, maar hij kan ook gebruik maken van kant-en-klare producten of van diensten die op afspraak door een aannemer geleverd worden. Uiteindelijk is het beschikbare budget de werkelijke bepalende factor, omdat de kosten van de tien wegen heel sterk uiteen kunnen lopen. Akoestisch verantwoorde wandaankleding kan minder dan 7 euro per m2 kosten, maar het kan ook 170 euro per m2 kosten, terwijl beide keuzes toch gewoon tot dezelfde nagalmtijd leiden. Het oog wil soms ook veel.
Een ontwerper van thuisakoestiek behoort mijns inziens de wens van de klant voorop te stellen. Het maakt hem immers niet uit of iemand voor veel of voor weinig geld zijn ruimte wil verbouwen; voor de ontwerper telt in principe enkel de eindsituatie die akoestisch correct en overeenkomstig de gestelde target behoort te zijn. Dat klinkt simpeler dan het is. Weliswaar zijn er heel veel mogelijkheden, maar elke keuze voor één van die mogelijkheden zal 90 andere daarmee onbruikbaar maken. Je kunt bijvoorbeeld niet kiezen voor hoogpolig tapijt en tegelijkertijd ook voor textielwanden, omdat het zeer waarschijnlijk zal resulteren in een overgedempt hoog en hoogmidden. De belangrijkste keuzes worden zodoende al meteen aan de basis gemaakt.
De Basis is de Vloer.
Voor mij als ontwerper van akoestische infrastructuren is het belangrijkste uitgangspunt het idee dat de eigenaar heeft van zijn eigen, toekomstige ruimte. “Als akoestiek niet zou bestaan, hoe zou je ruimte dan eruit zien?” is de vraag die duidelijk maakt wat ik bedoel. Er volgen dan meestal een aantal ideeën die in het hoofd van de eigenaar zitten en die met name iets zeggen over het uiterlijk van de voltooide ruimte en natuurlijk over zijn budget daarvoor.
In de praktijk is het soort vloer dat in de ruimte zal worden aangebracht meestal welbewust door de eigenaar overdacht. De keuze voor een bepaald type vloer is fundamenteel en bepalend voor de rest van de akoestische aankleding. Omdat hoogpolig tapijt al zoveel hoog- en midhoogabsorptie introduceert dat de target voor frequenties boven 2,5 tot 3kHz daarmee al gerealiseerd is, zullen alle verdere maatregelen voor de wanden en het plafond gericht moeten zijn op het zoveel mogelijk ontzien van datzelfde midhoog en hoog om overdemping te voorkomen en het middel erger te maken dan de kwaal. In fig. 4a hieronder is in de voorbeeldruimte van fig.3a een zwaar (4kg/m2) wollen laagpolig (5mm) en kamerbreed tapijt gelegd op een dikke (8mm) rubber onderlaag. Het effect is enorm!
fig.4a---nagalmtijd voorbeeldruimte met zwaar kamerbreed tapijt
Hoewel het midhoog en hoog boven 3kHz aardig in orde is, net als in feite het hele middengebied vanaf 500Hz, is er in heel het gebied daaronder niets gebeurd. De ruimte was niet geschikt om in te luisteren, maar is dat nu nog altijd niet. De grafiek is aan de bovenkant nog altijd begrensd op 8,5 seconden…