Bovendien ontdekten we op DAB+ autoradio's in diverse testauto's de mogelijkheid om op te nemen of pauzeren. Dat kan bijvoorbeeld plezierig zijn wanneer er een telefoontje binnenkomt. Ook op draagbare- en woonhuis radiotoestellen kan dat mogelijk worden.
Kortom: het kon alles bij elkaar opgeteld wel eens een heel interessante noviteit worden. Het lijkt zodoende op zijn minst slim om bij aanschaf van een radiotoestel of autoradio te kiezen voor een ontvanger die FM én de nieuwe digitale uitzendtechniek kan verwerken. Met een variant op een bekende reclamekreet: een slimme radioluisteraar is op zijn toekomst voorbereid.
Dat geldt overigens des te meer voor de auto, want het is niet ondenkbaar dat je nu een nieuwe auto koopt en over drie tot vijf jaar tijdens de vakantie in Scandinavische landen alleen nog ruis op de FM-radio hebt. Die tijdspanne is dus al minder dan één autogeneratie.
Beter geluid?
Over ruis gesproken: dat is met digitale radio iets uit het verleden. Hij doet het of doet het niet, maar daartussenin zit geen ruis fase. Daar komt nog bij dat 'Digital Radio+' met een nieuwe compressietechniek en een verbeterde foutcorrectie van het gecomprimeerde digitale signaal werkt (AAC+ audio codec).
Je kunt op je sloffen aanvoelen dat ook hier weer de aloude discussie rond analoog versus digitaal zal ontstaan. De een zal het hebben over 'warmer' geluid en de ander over 'storingvrij en helderder'. Vooralsnog lijkt DAB+ in huis inderdaad niet de route naar audio nirvana, maar eerder iets voor handzame toestellen. In de auto is het bij uitstek op zijn plaats.
Volkswagen biedt nu bijvoorbeeld op alle modellen DAB+ als 'losse' optie aan
Vooral bij muziek waar veel 'hoog' in zit, viel ons bij de eerste luisterindrukken een verbetering op. Het heeft er waarschijnlijk mee te maken dat in FM alles boven 15kHz wordt afgekapt. De kreet 'cd-kwaliteit' slaat bij DAB+ echter nergens op. Ook al is AAC+ er wel op afgestemd om bij relatief lage bitrates onder de 96 kb/s een relatief hoge geluidskwaliteit te halen.
Bob Gorter van de publieke omroepen: "In de praktijk zitten we op een bitrate van 64 kb/s. Daarmee klinkt muziek nog goed. Voor gesproken nieuws kan het ook wel wat minder, bijvoorbeeld 48 kb/s.”
Uitbreiden zenders
Het is belangrijk om te weten dat je pas ergens begin 2014 en misschien zelfs iets later echt landelijk op goed afgeregelde ontvangst mag rekenen. Zoals we van kenners horen, speelt intussen naast het opstarten van de zenders ook een proces waarbij de zenders letterlijk op elkaar gesynchroniseerd moeten worden.
"Voor de radiostations van de NPO (de publieke omroep) staat de teller nu op 16 zenders. Zes bij de bestaande tien van het eerste generatie net. Na de winterstop komen er nog acht bij. Tussen 2015 en 2017 wordt dat verdubbeld naar 48 zenders, zodat het ook in huizen en gebouwen goed te ontvangen is.”
Hoeveel de commerciële stations er hebben, wordt niet duidelijk. In elk geval hebben ze vanaf hun start in september 2013 een zekere voorsprong. Logisch, want nu de kogel eenmaal door de kerk is, hebben zij hun vizier meteen strak op de nieuwe mogelijkheden gericht. Vergeet niet: als je alle mogelijke extra informatie als 'digitaal data rugzakje' op het signaal van de radiozender kunt meesturen, vallen daar soepel allerlei commerciële mogelijkheden bij te bedenken. Waarschijnlijk ook wel per regio.