REVIEWAccuphase

Pagina 2: conclusie

Werner Ero | 17 augustus 2016 | Fotografie Fabrikant | Accuphase

De eerste indruk

Voor het luisterdeel is het altijd een enorm voordeel wanneer producten niet hagelnieuw maar liefst volledig ingespeeld worden aangeleverd. Iets wat bij Paul Hattink van importeur Hi.Fine eigenlijk altijd het geval is. Hoewel gebalanceerd aansluiten zondermeer tot uitstekende resultaten leidt, wordt na de nodige experimenten toch vrij snel voor single ended verbindingen gekozen. Hoewel het stereobeeld er wel een fractie minder breed van wordt, nemen de puurheid, natuurlijkheid, vanzelfsprekendheid en de diepte en hoogte illusie juist toe. Mede door de grote welwillendheid van Paul, heeft de complete set hier de lange periode van meerdere maanden achter elkaar muziek kunnen maken. Iets waar ik altijd enorm blij mee ben, want juist in zo’n lange tijdspanne leer je producten echt goed kennen. Eén van mooiste eigenschappen van dit trio vind ik de bijzonder grote stabiliteit en continuïteit waarmee deze spullen dag in dag uit hun werk doen. Hier gelukkig niet het ene moment een wijd opengetrokken maar zielloze en afstandelijke weergave, om vervolgens de volgende dag ineens weer te veranderen in een donker en bijna futloos geluid! Niets daarvan bij deze Accuphase representanten, waarbij ik zelfs bij het regelmatig wisselen van de vele hier aanwezige luidsprekersystemen, nog steeds die indrukwekkend grote continuïteit kan ervaren.

En dat relatief beperkte vermogen van 2 x 45 Watt, hoeveel merk ik daar nu eigenlijk van? Als ik ‘helemaal niets’ zeg, zou ik niet eerlijk zijn. Maar laat ik zeggen dat de vermogensverschillen toch wel wezenlijk anders uitpakken dan ik op voorhand zou verwachten. Eigenlijk kan ik met alle hier aanwezige luidsprekermodellen, op de zeer stroomhongerige YG Carmel 2 na, alle muziek op alle sterkten afspelen zonder ergens een luidheidbeperking waar te nemen. Wel waarneembaar is de overgang tijdens constante energieafgifte wanneer de wijzers de 0 dB op de schaal overschrijden. Hoewel het nog steeds schitterend klinkt, kun je dan subtiel horen dat de A-47 eindversterker van het klasse A bereik naar AB overschakelt. Iets wat je bij goed luisteren net kunt ervaren door een lichte vervlakking en wat minder die ultieme rust en gemak. In de praktijk van alle dag blijft deze eindversterker echter maar doorgaan en is de weergave zelfs met de meters in de rechterhoek, nog steeds onvervormd en op hoog niveau presterend. Dat de fraaie C-2120 voorversterker ook een stevige duit in deze muzikale zak stopt, blijkt al snel wanneer ik de andere hier aanwezige voorversterkers op de A-47 eindversterker aansluit. Hoewel de andere hier aanwezige topproducten uiteraard voor bepaalde verschillen zorgen, blijkt de huiseigen C-2120 toch uiteindelijk de beste match te vormen. Vooral omdat ik een optimale balans aan totaaleigenschappen doorgaans prefereer boven enkele individuele ‘super eigenschappen’. Parameters die er op zichzelf best kwalitatief bovenuit kunnen steken, maar de totaalbalans minder goed als geheel laten integreren. Klankmatig zou ik deze voorversterker omschrijven als vloeiend, neutraal en allround qua eigenschappen. Het oplossende vermogen is hoog, maar wordt wel op een heel natuurlijke manier gepresenteerd. Hier dus niet dat vervelende geëtste en vaak over geaccentueerde ‘hifi’ geluid, waardoor je geest altijd in de analyserende modus blijft hangen, maar meer een weergave die uitnodigt om lang en ontspannen van muziek te genieten.

Luisteren

Omdat de DC-37 naast de eigenlijk bij het DP-900 sacd transport horende DC-901 DAC, de eerste losse D/A-converter van het merk is, wil ik deze graag in een apart luisterdeel bespreken. Ik heb er nooit een geheim van gemaakt dat ik fysieke discweergave tot op de dag van vandaag nog steeds muzikaal als meer bevredigend en realistisch ervaar dan welke stream-oplossing dan ook en gelukkig deelt ook het merk Accuphase dit gevoel. Interessant is nu hoe juist zo’n merk met deze conversieslag omgaat. Wanneer ik de DC-37 met de verschillende disc loopwerken en verschillende verbindingen beluister, hoor ik in ieder geval al meteen de kenmerken van een echt goede DAC. Tonaal en ruimtelijk mooi gelaagd, ontspannen, nergens hardheid, veel expressie en Accuphase typisch, meteen weer die uiterst stabiele en aanstekelijk voor het voetlicht gebrachte totaalpresentatie. Hoewel de bekende audiofiele parameters als lucht, ruimte, stereobeeld, oplossend vermogen en tonale balans zeker vol overtuiging worden ingevuld, ligt de invulling toch wezenlijk anders dan bij veel andere DAC’s. Anders gezegd liggen de kwaliteiten hier veel meer bij interpretatie van de artiesten, het gevoel en langdurig kunnen luisteren zonder artefacten dan op de technische aspecten. Heel belangrijk vind ik dat ook bij streaming audio (in ieder geval met de Reference Flow van AudioAanZee) de weergave aanzienlijk dichter bij echt goede discweergave in de buurt komt dan ik normaal waarneem. Niet wit en onnatuurlijk omlijnd, maar eerder mooi vloeiend, natuurlijk en soms met een bijna analoog smeuïg aandoende touch.

De Noorse pianist Tord Gustavsen is een prachtig voorbeeld van Scandinavisch minimalisme op jazz gebied. Samen met Harold Johnson op contrabas en Jarle Vespestad op drums, geeft dit bezielende trio met Being There acte de presénce op hun alweer zesde album op het fameuze ECM label. In eerste instantie lijkt het om relaxt gepresenteerde easy listening composities te gaan. Maar wie verder en vooral beter luistert, merkt dat deze meesterwerkjes heel knap in elkaar steken en vol zitten van die typische Noorse melancholie. Naast Tord maakt ook drummer Jarle veel indruk door van zijn drumkit regelmatig een waar melodieus muziekinstrument te maken. Het mooie van dit Accuphase trio is dat de componenten geen moment van de muzikale boodschap afleiden en je echt op soms bijna buisachtige wijze, uren ongestoord en zonder irritatie diepgaand kunt genieten.

Een heel stuk heftiger gaat het eraan toe met de originele masteropnamen van Paul Hattink Hatfield’s End. Want hoewel de inmiddels al weer wat oudere cd-producties uitstekend zijn gelukt en ook vandaag de dag nog steeds voor het nodige audiofiele plezier zorgen, gaan de originele bestanden op de Reference Flow streamer nog een heel stuk verder. Niet in het minst doordat er ook een waar scala aan zelfs nooit uitgebrachte nieuwe varianten op de harde schijf aanwezig is. Door dit extreem dynamische materiaal tot het uiterste gedreven, laten de goudkleurige broeders met verve zien dat ze qua expressie tot nog veel meer in staat zijn. Want wauw, wat kan zo’n A-47 klasse A eindversterker zich toch bliksemsnel als een tijger in de regelmatig abrupte dynamiekerupties vastbijten! Extra vermeldenswaardig is dat deze speelwijze absoluut niet tot standaard klasse A gedragingen hoort en eigenlijk veel meer een ideale mix van de beste klasse AB ontwerpen (gemak, omlijning, neutraliteit, snelheid) met de positieve eigenschappen van klasse A combineert! Grote klasse, heel knap gedaan en een groot compliment aan de ingenieurs van Accuphase!

Conclusie 

Het was werkelijk een waar genoegen om gedurende zo’n lange periode met regelmaat van dit Accuphase trio gebruik te mogen maken. Doorgaans komt er met het verstrijken van de tijd altijd wel een lijstje met bepaalde bedenkingen bovendrijven maar dit keer bleef het scherm helemaal leeg! Hoewel de apparaten gezamenlijk natuurlijk niet echt tot een koopje kunnen worden gerekend, is de prijskwaliteitsverhouding wel opvallend goed en bieden ze veel waar voor het geld. De C-2120 is in dit drietal het schakelende hart en doet dat in volledige rust en met de hoogst mogelijke precisie. Naast de hoge stabiliteit, bedrijfszekerheid en de aantrekkelijke muzikale en natuurlijke klankinslag, is de eigenschap om bij zowel hoge als lage volumeniveau niets buiten het niveau zelf te veranderen, een enorm waardevolle. Alles blijft rotsvast op zijn plaats staan en het podium treedt bij wisselende sterktes niet ineens opvallend naar voren of naar achteren.

De DC-37 DAC die uitstekend met zowel PCM als DSD bestanden overweg kan, sluit hier perfect op aan. Wederom een zeer praktisch ingestelde schakeleenheid die naast veel informatie en een perfecte lay-out, ook klankmatig volledig weet te overtuigen. Nee, deze DAC biedt niet het extreme inzicht dat een duurdere dCS Rossini of EMM Labs DAC2X wél voor elkaar krijgt. Maar net als de Accuphase voorversterker is deze DC-37 wel wederom een toonbeeld van homogeniteit en is er vooral een mooie combinatie gevonden tussen oplossend vermogen en daadwerkelijk genieten.

De topper van dit gezelschap is wat mij betreft echter de prachtige A-47 klasse A eindversterker. Niet alleen visueel de mooiste om te zien, maar qua klank het meest vernieuwend. Want zelden heb ik namelijk een klasse A ontwerp gehoord waarbij niet alleen de balans ongeacht het volumeniveau zo mooi intact blijft, maar ook de positieve eigenschappen van klasse A/B met de beste klankmatige eigenschappen van klasse A weet te combineren. Dus je hebt hier en de muzikale ziel, kleur, betrokkenheid en grandeur van typisch klasse A, maar ook de snelheid, neutraliteit en nuchterheid van klasse AB. Dat alles vervolgens ook nog eens verpakt in een chique, super duurzame en mooi gestileerde verpakking. Als totaalcombinatie slaat Accuphase hier nieuwe wegen in zet met deze nieuwe reeks aan zeer correct geprijsde modellen, de toon zoals high-end audio werkelijk is bedoeld!   

MERK





EDITORS' CHOICE