REVIEW

Als een lijster

Als een lijster staat de Aguilla te zingen achter de Cambridge Audio set. Het laag heeft een behoorlijk gewicht terwijl Patricia Barber haar “Fortnight in France” staat af te werken. Het laag is voor zover de Azur 740A daarin helpt strak en vrij van bulten of dalen in het frequentiebereik. Gaat zelfs behoorlijk diep waardoor een aanwezige subwoofer werkeloos blijft toekijken. Het middengebied bloeit wijd open en is detailrijk, terwijl de hoge tonen pittig maar zonder nare bijverschijnselen vaart aan de muziek geven. Een combinatie om zo mee weg te lopen vind ik terwijl achtereenvolgens Ilona Knopfler, Mich en Scène en Hugh Masekela in de speler schuiven. Het openingsnummer op de cd van Ilona heeft een geweldige meerstemmige zangpartij waarna op de tweede track een klarinet de show steelt. De zang komt goed uit de verf, de klarinet draai ik dezelfde avond voor de lol nog eens. Zangeres Micheline van Hautem van Mich en Scène doet Brel herleven en neemt me mee in zijn leefwereld. Als Bruno Brel met haar “Marieke” zingt is dat helder afgezet tegen de muzikanten erachter. Tenslotte is het Hugh Masekela die snelle, fel klappende drums afwisselt met trompet, meerstemmige zang en ritselende percussie. De sfeer die van Hautem en Masekela in de muziek stoppen is probleemloos met een Aguilla over te brengen. Naast sfeer is het vooral de energie die in de set zit die aanstekelijk is en boeiend. Snel en dynamisch zijn steekwoorden waarmee de Aguilla nog lang niet beschreven is, die echter wel essentieel zijn om hem op zijn plaats te zetten. Aan alles komt een einde en de Cambridge Audio’s gaan terug in hun doos. Wat kabels omsteken van Dali naar Sonics, stroom omleggen en back in business met PrimaLuna.

Het verschil ligt hem in de nuances. Waar de Cambridge Audio vooral krachtig en strak was, is de PrimaLuna meer gericht op detail en subtiele structuren in muziek. Vooral een stem leeft op met buizen wat Katie Melua direct laat horen. Zij is pakkend en levendig, om verliefd op te worden. Ik twijfel wat ik prefereer, transistor met kracht, een wat zwakkere weergave met een vele mooiere stem. Het is straks aan uzelf wat u mooier gaat vinden met Sonics. Voorlopig ga ik op deze weg door vanwege het losse karakter en de mooie opbouw van een stereobeeld. Met Jacintha is het weer de stem die het meest de aandacht op zich vestigt. Vol sensualiteit en verleiding, volkomen boeiend en slepend. Zodra een mondharmonica inzet weet je dat niet alleen Jacintha maar de hele band verantwoordelijk is voor de weergave. “Summertime” is klam, vochtig met een opwindende ondertoon. Minder imposant is Carla Bruni die een veel te groot hoofd heeft gekregen. Ondanks de resolutie die vooral op track 12 naar voren komt van “Quelqu’n m’a dit” is dit niet een voorbeeld om de speakers mee te demonstreren. Daarvoor kun je beter Oscar Peterson gebruiken die energiek en dynamisch naar voren komt. De bas zet heftig aan, mijn kamer protesteert licht als Ray Brown plukt. Het spel van de meester pianist boeit me nu al meer dan 30 jaar en zijn muziek is net als anders ook op een Sonics Aguilla onnavolgbaar. Taj Mahal geeft het heerlijke live gevoel dat hoort bij kant één van de lp “Recycling the blues”. Kant twee waarop de Pointer Sisters aanvullen is een feestje waard. Vol detail, vol stemming met instrumenten in een rijke opname die stijf staat van de transparantie. Zonder een seconde in te leveren aan sfeer en muzikaliteit. De plaat is erg goed, op een goed systeem zoals met de Aguilla zelfs geweldig.

Herontdekt in mijn platenkast is Chopin gespeeld door Vladimir Ashkenazy. Een voorbeeld van pianospel en een uitstekende opname om de linkerhand en rechterhand uit elkaar te houden. Vraagt heel wat van een systeem om een grote vleugel neer te zetten en tegelijk intimiteit te bewaren. Wat de Aguilla uitstekend doet is het geluid los neerzetten in de luisterruimte en geen kastkleuring laten horen. Het volume kan hoog genoeg worden opgeschroefd om de buren het idee te geven dat mijn vrouw opnieuw piano aan het spelen is. Evenzeer speelt het lekker op een laag niveau al zijn de etudes 10 & 25 geen pianowerken om een boekje bij te lezen. Bovendien schrik je met regelmaat van de dynamiek sprongen die Ashkenazy maakt. Makkelijker in het gehoor maar wellicht nog moeilijker te spelen is de “Theatre Music” van Purcell. Uitgevoerd op authentieke instrumenten. Opnieuw dat vrije beeld dat hoogstens beperkt wordt in de breedte door de onderlinge afstand van de speakers. Pas als ik in staat ben instrumenten met gemak te kunnen volgen ben ik tevreden. Ik wil de lijn van het klavecimbel vast kunnen houden zonder dat het verdwijnt in de cello en de viool. Ik wil daarbij het gevoel hebben zelf de dirigent te zijn, vergelijk met luchtgitaar spelen komt om de hoek, iets waartoe deze muziek uitnodigt op de Aguilla. Hoe rijk is toch de historie met zulke meesterwerken en hoe verstandig is het om te investeren in een mooi muzieksysteem om een componist die stierf in 1695 tot leven te wekken. Henry Purcell werd maar 36 jaar. Stukken moderner is werk van Antonín Dvorák gespeeld door het Beaux Arts Trio. Piano, viool en cello. Vrolijk en licht. Met een hoge mate van speelsheid weergegeven.

De levendigheid komt regelrecht uit de muziek. Sommige speakers trekken zelf de aandacht door resonanties en onvolkomenheden in het kritische middengebied, de Sonics zijn daar vrij van en laten de luisteraar in alle rust genieten. Er ontstaan mede daardoor geen rare dynamiek sprongen als de weergave zich concentreert rondom de wisselfrequentie. Aardig detail is dat de Aguilla haarfijn blootlegt waar de muzikanten ten opzichte van elkaar staan en dat er geen enkele overeenkomst is met de opstelling op de hoesfoto. Ter eigen bevrediging tot slot een klavecimbelconcert in D van Haydn in de serie “The best of The Academy of St. Martin-in-the-fields”. Een grotere bezetting ten opzichte van de eerder gedraaide muziek. Een mooie brede spreiding van het orkest. Met aardige diepte, wat weinig hoogte afbeelding, veel detail, genoeg gewicht, een hoge mate van plezier voor de luisteraar. Een virtuoos stuk uit 1784 van “Papa” Haydn, die in vergelijk met Mozart geen belangrijke componist voor klavierwerken was. Het is op lp gespeeld door George Malcolm op klavecimbel.


EDITORS' CHOICE