Dynaudio levert een speciaal voor hun kleinere monitoren ontworpen standaard, genaamd Stand 1 (leverbaar in zwart of zilver). Er was ten tijde van de recensie even geen demo-set voorhanden, maar met onze eigen 30 kilo zware en 60 centimeter hoge stands werden de Focus 110`s meer dan afdoende verankerd. De Dynaudio`s werden beluisterd zonder frontjes en met schuim-pluggen in de baspoorten, omdat dat respectievelijk resulteerde in een schonere hoogfrequentweergave en een meer gearticuleerd laag. De CD South van Heather Nova verdween in de lade van de Marantz om de track `Tested` (solo gitaar en zang) te beluisteren. De inzet, met het hoog gezongen woord "simplicity" kwam met een rijke en open nagalm naar voren waarbij haar zang gedurende de track met een natuurlijke, warme tonaliteit en veel souplesse werd weergegeven. De zang kwam ook met een gedetailleerde articulatie en goed te volgen ademhaling naar voren, maar de sibillance-weergave werd met name bij `s`-klanken nadrukkelijker weergegeven dan met mijn eigen Studio 2SE`s. De subtiel bespeelde gitaar kwam ook als zodanig over; het snarenspel kreeg een luchtige en verfijnde presentatie mee. De wijze waarop de studio-akoestiek met uitstekende `bloom` en schaal werd weergegeven bleef toch het meest opvallende aan de weergave.
Van het Miles Davis album The Musings Of Miles werd de track `I Didn`t` beluisterd. De mooie drum intro van Philly Joe Jones kwam met een tegelijkertijd losse en stevige sound naar voren, waarbij de rim-shots droog en `snappy` klonken en de bekkens helder maar ook expressief werden weergegeven. De ronde aanblaasgeluiden en typische hese bekerklank van Miles Davis` trompetspel kwamen beide goed uit de verf. De piano werd wat kleiner afgebeeld dan met de (Stirling) LS 3/5a`s maar kwam desondanks opmerkelijk duidelijk over. Het basspel van Oscar Pettiford klonk warm en elastisch. Deze muziek werd op zeer ontspannen wijze en met een goede flow gepresenteerd, waarbij met name de drum-partijen van Mr. Jones lekker expressief overkwamen. De ritmische weergave was goed maar de `swing` was minder sterk aanwezig dan met de Stirlings. De 110`s hoefden zich echter nergens voor te schamen, mede omdat ze hier met meer kostbare mini-monitor collega`s werden vergeleken.
De MCA Heavy Vinyl persing van de LP Buddy Holly werd uit de platenkast gehaald om de track `Everyday` door de Gyger II tip van de MC 15 te laten aftasten. De timbrale weergave van de zang was van hoog niveau en de stem van Buddy Holly kwam met veel presence naar voren. De schoot-percussie (handtikken op broek) werd met duidelijke petsen gepresenteerd, waarbij de nadruk meer op de handen dan op de schoot lag (een impulsieve maar slanke presentatie). De xylofoon klonk tonaal erg goed, zonder een spoortje glare, en werd telkens met een lang hoorbare natuurlijke galm weergegeven. Het geheel kreeg een behoorlijk plastische presentatie mee, waarbij moet worden opgemerkt dat de zang in deze track hier zelden zo natuurlijk en uitgewogen werd gehoord via sub-1500 Euro weergevers.
Van de Fleetwood Mac LP Rumours werd de track `Never Going Back` gedraaid. Het gitaarspel kwam soepel over, met impulsieve en `schoon` klinkende aanzetten maar kwam al met al wat tekort aan sprankelendheid. De samenzang klonk homogeen en tonaal uitgewogen, waarbij de individuele stemmen met een goede timbrale differentiering werden gepresenteerd. Deze track kreeg een strakke ritmische weergave mee, maar het snarenspel kwam wat aan zeggingskracht tekort (zowel met de NVA als de Exposure versterker) en kwam daarom wat minder aanstekelijk over.
Een Scandinavische opname werd tevoorscijn gehaald; de Opus 3 HDCD Good Stuff van Eric Bibb, waarvan de track `Where The Green Grass Grows` werd beluisterd. De zuchtende geluiden van het harmonium werden prachtig weergegeven en de stem van Eric Bibb klonk dusdanig natuurgetrouw dat er bij de eerste noot even werd gedacht dat iemand de luisterruimte was binnengelopen. De samenzang met de mannelijke gospelgroep Needed Time zorgde zelfs voor kippenvel. De akoestische gitaar van Bibb stond geheel los van de rechter luidspreker, en de met `brushes` gespeelde drums kwamen met een open presentatie en goed gedifferentieerde slagen naar voren, zowel qua intensiteit als het raakpunt op de trommelvellen.