REVIEWOctave

Opstelingsperikelen

Het inpassen van de V70 SE in mijn bestaande set vergt wat meer aandacht dan normaal. Dit is te wijten aan de luidsprekers in combinatie met de V70 SE. Mijn eigen Focal Diablo Utopia systemen matchen niet geweldig met de KT-88 klank. Te hard, te opvallend, mede wegens het gebrek aan laag uit de Focal monitor. Heel goed is te horen, hoeveel dynamiek en kracht schuilt in de versterker en hoeveel details naar buiten komen, maar het is niet optimaal. Met de komst van een paar PMC Fact.8 vloerstaanders met volwaardige basweergave verandert dat snel.

Met de PMC aan de klemmen ontstaat een heerlijke set waar ik de rest van de tijd mee speel. De CD-speler is een combinatie van een Cyrus loopwerk en een handgebouwde non-filtering/non-oversampling buizen-DAC. De platenspeler komt van Transrotor, met SME arm en Transfiguration element, gekoppeld aan een HAT phonoversterker. Interlinks van Crystal Cable, netspanning met Kemp spul en opnieuw Crystal Cable. Het geheel staat op een Quadraspire rek en voor de akoestiek hangen resonators van Acoustic System aan de muur.

Van CD naar LP

Een versterker koop je om muziek mee te maken. Dat is de afgelopen tijd veelvuldig gebeurd. Na een lang en aangenaam zomerreces is het goed om de platen- en CD-kast in te duiken en daar de juweeltjes bij elkaar te zoeken. Voorbeelden, die ik nodig heb om voor u te beschrijven hoe de Octave presteert. Allan Taylor is een mooi voorbeeld met zijn The Beat Hotel. De stem van Allan heeft dat lekkere krakerige behouden. Laag rolt door de kamer, een beetje teveel van het goede, edoch dat staat in de putjes geperst. Kleine percussie komt als een achtbaan voorbij door het stereobeeld. Impact is groot en diep. De Octave heeft de nodige kracht meegekregen. Debet aan de imponerende indruk is uiteraard ook de PMC Fact.8 luidspreker. Opvallend hoe mooi de stem constant verstaanbaar is. Erg levendig en nadrukkelijk verheven boven de muziek. Dit is een cd die ik apart leg om straks mee aan de slag te gaan als ik de Octave Black Boxes kan aansluiten. Het laag zou dan nog een paar strepen strakker kunnen worden en de stem een stap menselijker. Laat ik echter niet op de zaken vooruitlopen.

Een volgende mannenstem haal ik van de CD Wool van The Nits. Mede gekozen vanwege het diepe laag, de percussie en de later invallende backing vocals. Hoe meer stemmen te horen zijn, des te groter de vreugd. Bovendien maakt de groep van Robert Jan Stips heerlijke en spannende muziek. Twee aspecten vallen telkens op. Ten eerste het enorm stabiele stereobeeld waarin exact aan te wijzen is, waar mensen of instrumenten staan. Ze bewegen niet, blijven netjes op hun plek in een eigen domein. Ten tweede laat de PMC het geluid volkomen los in de ruimte. In alle uren die ik naar het complete systeem heb geluisterd, heeft het geluid nooit aan de speakers geplakt. Terwijl het opstellen geen uren in beslag hoefde te nemen. Neerzetten, schuiven, licht indraaien, bas instelling kiezen en klaar.

Wie mij kent, weet dat Rachel Ferrell altijd tot de favorieten behoort en langs zal komen. Ik kies opnieuw voor haar CD die live is opgenomen in Montreux. Als ze het nummer aankondigt zegt ze het zelf: “Iedereen heeft My Funny Valentine als eens gezongen”. Maar weinigen deden het met zo’n stembeheersing als Rachelle. Met zulk fraai pianospel, zoevende bas en subtiele bekkens. De combinatie van Octave en PMC geeft het gevoel, in de zaal aanwezig te zijn. Direct, zonder op te dringen, duidelijk en rijk aan detail, zonder vervelend "hifi" te gaan klinken. Trefwoord is: natuurlijk en eerlijk. Vooral eerlijk. Er is weinig voorstellingsvermogen nodig om je in de studio achter de mixconsole te wanen, waar een kleine draai aan de knoppen een wezenlijke verandering in de weergave kan betekenen. Ik begin te beseffen dat ik maar weinig schrijf over de Octave zelf. Een goed teken, want een versterker behoort in dienst te staan van de muziek en die niet zelf te gaan maken.

Hij is open en doorzichtig, levert een stereobeeld naar alle kanten, zet een zangeres op de juiste hoogte, speelt met de muziek op een soepele en aangename manier. Dat moet wel lekker passen bij Fay Lovsky en haar La Bande Dessinée. Vrolijk stroomt de muziek de kamer in. Gedreven en harmonieus. Speels en lekker. Terwijl CD niet eens de beste bron in huis is. Die eer blijft vooralsnog voorbehouden aan de zwarte schijf. Fay is iemand die je moet leren kennen. Echte muziek, oorspronkelijk, origineel. Een artieste die veel te weinig op de radio te horen is. Haar CD’s kosten waarschijnlijk niet veel, de aanbiedingen liggen om de hoek, voor weinig heeft u uren plezier. Daar is niet persé een Octave voor nodig, maar het helpt wel om het plezier extra groot te maken.

Naar de LP. Beverly Craven maakte haar debuut met Promise Me en bestormde daarmee de hitlijsten. Ik hoorde het nummer voor het eerst tijdens een etentje in een restaurant en een paar dagen later kwam de muziek in huis om nooit meer weg te gaan. Ja, een oude LP tikt, ja, de groef is her en der beschadigd. Toch is er niets dat zo’n gevoel van realisme en totale bevrediging kan brengen als dit zwarte goud. Alsof de Octave dat aanvoelt: volle inzet, tot volle tevredenheid. Breed neergezet, veel breder dan de CD kan halen. Met een gemak zoals dat voorbehouden lijkt aan een goede buizenversterker, waarbij de PMC als een vergrootglas werkt en her en der de foutjes in de mix genadeloos blootlegt. Dat hoort erbij! Weg met de gladde producties van tegenwoordig, dynamiekloos en pretentieloos uitgevoerd door buitengewoon aantrekkelijke dames, die helaas meer lijken te weten van hun haarlokken en figuur dan van zangnoten. Zo’n gewoon Engels wijfie trekt je in de muziek, past niet op MP3 formaat, vraagt om een mooie set, omdat ze dan tot leven komt. Als Beverly op deze set zingt over liefde, dan voel je dat tot in je botten. Dan loop je na afloop naar je partner en zoen je haar. Dat doet de Octave met mij.

Van één vrouw naar vier mannen die een strijkkwartet vormen en Schubert spelen. Fraaie Tacet opname waar geen transistor aan te pas gekomen is. Best wel toepasselijk met de buizen phonoversterker en buizen geïntegreerde versterker die mijn uitzicht vormen. Het Auryn Quartet krijgt hulp in de vorm van een extra cello, bespeeld door Christian Poltéra. Fraai werk, bij vlagen triest, op andere momenten sprankelend van vreugde. Steeds soepel glijdend en de naar muziek snakkende ziel verwarmend. De klank van de viool is erg mooi getroffen, met de juiste mate van kast en snaar. Een viool kan (oneerbiedig gezegd, vergeeft u mij) kattengejank produceren, vooral als je niet intens luistert maar een paar nadrukkelijk aanwezige violen de achtergrond laat vormen van een conversatie. Gelukkig ben ik alleen en is Schubert veel te mooi om er doorheen te praten. Net als bij eerder gespeelde (pop)muziek is het beeld breed, open, in een waaier neergezet, levendig en vooral natuurlijk weergegeven. Speelsheid door dynamiek, strak in het laag, nimmer troebel of versluierend. Terwijl de muziek blijft zoals hij is bedoeld en niet die vervelende "hifi-trekjes" vertoont. Vergist u zich niet: daarmee wil ik niet zeggen dat de Octave een ouderwets buizengeluid zou hebben. Bruin, donker of vergevingsgezind. Die tijd ligt ver achter ons. Vandaag de dag is de keuze voor transistor of buizen een kwestie van voorkeur. Er bestaat geen specifieke buizenweergave meer. De keuze heeft veel meer te maken met de preferente wijze van muziek beleven door de luisteraar en de (on)wil iets meer op de versterker te letten dan met een transistor nodig is.

MERK





EDITORS' CHOICE