Het relatief kleine kastje van de Q 100 meet 18x30x27 centimeter (BxHxD), wat een mooi formaat is voor op onze massieve met zand en schietlood gevulde Target stands. De versterker is de onvolprezen Marantz PM KI Pearl, en we gebruiken afwisselend onze Sonos Zoneplayer 90 met Arcam rDAC, Marantz UD8004 en Clearaudio Performance platenspeler als bron.
En al bij de eerste tonen schieten diverse wenkbrauwen omhoog, en na een half uurtje met enig ongeloof luisteren zie ik me voor een dilemma gesteld. Hoe ga ik hier iets over schrijven zonder veelvuldig gebruik van superlatieven die het tegengestelde bewerkstelligen van wat ik er oprecht mee beoog: in bloemrijke bewoordingen de superheid van dit bescheiden speakertje bezingen. Een overdaad aan lovende woorden kan worden opgevat als overdreven, door commerciële belangen gemotiveerde aanprijzing. Maar wat moet ik dan.
Een poging dan toch maar. Om te beginnen ontbreekt ieder spoor van scherpte, terwijl de detailrijkdom meer dan voldoende en uitstekend in balans met de rest van de weergave is. Ook bij zeer luid spelen blijft het beeld stabiel en aangenaam om naar te luisteren. Het laag dat de Q-100 produceert is strak, relatief diep en ook weer erg goed gedimensioneerd. De weergave is neutraal met een spoortje van warmte dat ik ze graag vergeef. De ruimtelijke weergave is ook op hoog niveau, de luidsprekers verdwijnen bijna volledig in het geluidsbeeld, en er lijkt geen echte voorkeur te bestaan voor bepaalde muzieksoorten.
De ultieme lakmoestest is de al vaker aangehaalde track van John Martyn - Small Hours - die een soort referentie is geworden op de redactie. De elektronische hartslag die diep in het beeld zit ligt goed onder de enorme zee aan geluid die door de Q 100 wordt geprojecteerd. De gakkende ganzen en de nachtgeluiden rondom het meertje worden bijna holografisch neergezet. Kippenvel gegarandeerd. Instrumentale jazz van Anat Fort en haar trio op ECM wordt met een mooi timbre en veel energie weergegeven, waarbij de staande bas lekker ronkt, en de piano – altijd een moeilijk instrument voor luidsprekers in de lagere prijsklasse – neutraal en snel is. Ook in dynamisch opzicht staat de Q 100 zijn mannetje, zonder compressie of ander mechanisch gekreun en gesteun.
Vette rock en zwaar klassiek zijn iets minder geloofwaardig, maar een drama is het niet. De beperkingen die je dan hoort zitten hem meer in de fysieke afmetingen van de luidspreker dan in de mechanische beperkingen van de Uni-Q unit.
Conclusie
Is er dan echt niks mis mee? Nou, niet veel, en al helemaal niet voor het geld. Als ik heel eerlijk ben denk ik wel dat de kwaliteit van de units echt veel beter is dan die van de gebruikte behuizing. Die zijn weliswaar van een hoge afwerkingsgraad en zien er luxe en dus duur uit, maar erg zwaar zijn ze desondanks niet. En dat resulteert in een klein spoortje kastkleuring dat ongetwijfeld zal verdwijnen als deze verbazingwekkende unit bijvoorbeeld in een Reference behuizing zou worden toegepast.
Maar dat neemt niet weg dat deze luidspreker voor de adviesprijs van 249 euro per stuk een belachelijke prijs/kwaliteit verhouding etaleert. Laat ik het zo zeggen: als ik een paartje mee naar huis zou mogen nemen zet ik ze zonder voorbehoud in mijn masteringstudiootje neer. Dat belooft wat voor de grotere familieleden in deze serie, waar overigens nog eens twee extra formaten van de nieuwe Uni-Q unit voor worden gebouwd.
Het is een dappere en mijns inziens zeer slimme beslissing van Kef om deze revolutionaire unit te introduceren in de goedkoopste serie. Vaak druppelt zoiets door vanuit de `formule-1` klasse, en er is ongetwijfeld gebruik gemaakt van technieken die zijn ontwikkeld voor de nobele Reference serie en de bijna buitenaardse Muon, maar dat vind je in dit geval dan wel terug in de vorm van geheel nieuwe units die Kef ook had kunnen bewaren voor de nieuwe topklasse. Nu komt het meteen binnen ieders bereik. En dat, beste mensen, is een zeer goede zaak!