De aanloop kan nog zo lang zijn; op een gegeven moment komt het ogenblik waarop de deuren opengaan en de groep toegelaten wordt tot de ruime zaal met het podium waarop de luidsprekers tentoongesteld staan waar het uiteindelijk allemaal om draait, de Dynaudio Consequence Ultimate Edition. Mijn eerste gedachte is; dit zijn toch gewoon twee Consequence modellen? Op het eerste gezicht is er geen verschil met de originele versie. Ook al herinner ik mij de Consequence dan in kersen uitvoeringen met gouden ringen om de units, iets wat hier veranderd is in wengé hout met chromen omlijstingen.
Foto: het podium met de Consequence Ultimate Edition luidsprekers
Nog steeds de op het oog aparte baskast bovenin en de grote kast met de vier andere units. Dat er wel degelijk verschillen zijn wordt even later door Wilfried Ehrenholz nader toegelicht. Tussen en ruim achter de beide imposante weergevers staat een installatie waarvan het hart gevormd wordt door dat andere ‘cost no object’ project van Dynaudio, de Arbiter voorversterker met aparte voeding en de bijbehorende mono eindversterkers. Zij zijn middels Ocos luidsprekerkabels verbonden met de Ultimate Editions en zullen geen enkel probleem hebben om de luidsprekers met hun gevoeligheid van 85 dB adequaat aan te sturen. Tot voor kort verlieten ieder jaar nog regelmatig enkele Arbiters de fabriek maar inmiddels zijn een aantal onderdelen niet langer verkrijgbaar en moest de productie derhalve gestopt worden.
Met gepaste trots vertelt herr Ehrenholz over zijn nieuwe luidspreker. Circa twee jaar geleden ontstond het idee om een opvolger voor de Consequence te ontwerpen. Nieuwe inzichten maakten het mogelijk om een uitstekend ontwerp nog verder te vervolmaken. Dat het originele uit 1984 daterende ontwerp zijn tijd ver vooruit was moge blijken uit het feit dat voor de Ultimate Edition uitgegaan is van hetzelfde concept. Ook hier dus het unieke inverted driver arrangement met de beide tweeters aan de onderkant en de woofer bovenin. Maar daar houdt de overeenkomst dan ook op.
Foto: Consequence Ultimate Edition - foto van Dynaudio
Met zijn maten van 430 mm breed, 630 mm diep en 1330 mm hoog is de Ultimate Edition met name hoger dan zijn voorganger. Ook is hij met zijn 114 kilo nog zwaarder uitgevoerd. Het lijkt een luidspreker te zijn die opgebouwd is uit twee kasten maar dat blijken er vier te zijn; de basunit staat bovenop het uit twee kasten bestaande middengedeelte dat op zijn beurt weer rust op de voet waarin één van de filters opgeborgen is. De andere filters zijn bevestigd tegen de achterwand van het middengedeelte. Was de baffle van de voorganger nog in te draaien, deze baffle is dat niet. En de units mogen er dan hetzelfde uitzien, het zijn speciaal voor deze speaker nieuw ontwikkelde units. Ehrenholz benadrukt nog eens dat deze units niet zo zeer beter zijn dan die welke in de andere top luidsprekers zoals de Master Evidence ingezet worden. Ze zijn eerder geoptimaliseerd voor dit ontwerp.
Terloops deelt hij nog een sneer uit aan de concurrentie die steeds maar weer experimenteert met nieuwe materialen. Dynaudio doet dat niet. Hij maakt een vergelijking met banden voor auto’s. Bandenfabrikanten optimaliseren de samenstelling en het ontwerp maar het materiaal blijft rubber. Het individuele karakter van iedere unit is het best zichtbaar in de wijze waarop de trechter vormgegeven is. Ze zijn onderling allemaal verschillend. Iedere unit in dit ontwerp bestrijkt een nauwe bandbreedte en Dynaudio hoeft in zijn eerste orde filter dan ook geen correcties aan te brengen om te voorkomen dat units elkaars gebied ten dele overlappen.
Foto: Consequence Ultimate Edition tweeter - foto van Dynaudio
De tweeter en super tweeter zijn samen verantwoordelijk voor het tot 30 kHz doorlopende hoog. Voor het laag wordt Dynaudio’s unieke Compound Bass System ingezet waarbij een tweede onzichtbaar ingebouwde passieve woofer ervoor zorgt dat de druk in de baskast constant blijft. Het laag loopt uitzonderlijk ver door. Eigenlijk is dit onvoorstelbaar voor een passief systeem. Door het gebruik van een Variovent pijp kon het resonantiepunt van circa 22 à 23 Hz verlegd worden naar 17 Hz. Waarmee dus ook de ware orgelmuziekliefhebber volledig aan zijn trekken komt.