Attack
Na de nodige muziek te hebben gespeeld zonder aantekenboek en veel mensen het systeem in de maag gesplitst te hebben is het tijd om pen en papier te grijpen. Ik pak een all time favourite in de vorm van “Tears of stone” van de Chieftains. Als eerste aan de beurt is Loreena McKennit om samen met de Chieftains op te treden. Het wordt een zeer eerlijke weergave die zuiver en strak op de rails staat. Diep en harmonieus met een enorme spreiding die het zoeken naar een hotspot totaal overbodig maakt. Waar nodig is het spel subtiel, op andere momenten vol kracht.
Na McKennit volgt Akiko Yano waar vooral de drums voor impact zorgen. Daarboven zweven kleine Japanse instrumentjes die als vogeltjes in de lucht hangen. Hoe harder ik speel des te leuker is de weergave en des te groter wordt het beeld. Het laag blijft strak als de ruimte gaat protesteren en de kopjes in de kast rammelen. De energie kan geen kant meer op terwijl de Beolab 5 zelf geen krimp geeft. Leuk voor feestjes en partijen in een vrijstaande woning of met de buren over de vloer.
Gegeven de punctuele basweergave duik ik een oude opname op van serie Twin Peaks. De mysterieuze klanken hangen in de ruimte en roepen een donkere sfeer op. De weergave is transparant en helder, omgeven met vele details zonder in te leveren op de baspartij die zo belangrijk is op deze cd.
Meer bas, meer bas. Holly Cole is er goed voor. De “Trainsong” heeft het nodig dat de bas sterk aanwezig is maar diezelfde bas mag niet overheersen. Dan zou de stem van Cole teveel aangetast worden. De Beolab kwijt zich met plezier van zijn taak (of is het haar taak?). Ik moet eerlijk toegeven dat het kalibreren zijn werk uitstekend heeft gedaan. Wat er mis gaat in de basweergave als je goed hard speelt is niet zo zeer te wijten aan de ruimte maar aan wat er in de ruimte kan rammelen. Dat rammelt vrolijk mee op de dreunen van Cole’s handlangers.
Draai ik daarna “The Briar and the Rose” dan gaat de Beolab goed om met de essentie van de muziek waarbij ik twee kanttekeningen zou willen plaatsen. Ten eerste kent de dynamiek ondanks het beschikbare vermogen een beperking. Eenvoudig te controleren door hetzelfde muziekstuk ook te draaien op de conventionele set. Daar zijn de hoorns sprekender en klappen op drums meer klappen, al ontbreekt het dan aan een deel van de zuiverheid die de Beolab ten toon spreidt. En de fameuze onderdrukking van kamer resonanties. Ten tweede zou de afbeelding van de instrumenten groter mogen zijn en imposanter. Je zit er als het ware te ver vanaf terwijl de stem wel op de juiste grote wordt neergezet. De stem is magnifiek, het hoog ingetogen, rustig zonder te lief te zijn en natuurlijk. Ook op “Shiver me timbers” blijft de indruk gelijk. Prima stemweergave, instrumenten mogen nadrukkelijker, meer dynamiek graag.
Om de snelheid van een systeem op het gehoor te bepalen is Deborah Henson-Conant met “Talking hands” de aangewezen cd. Het begint gelijk met de schier onmogelijke opgave om de mannenstem verstaanbaar te houden. De Beolab slaagt met vlag en wimpel. Het hele stuk is boordevol detail en nergens maar dan ook nergens kom je snelheid te kort. De puntigheid straalt er gewoon vanaf. Dat de kracht wat minder is leidt voor de luisteraar tot een keuze waarin of subtiliteit of pure rauwe power gekozen wordt. De Beolab houdt het op subtiel. Waarbij de vraag rijst welke vorm van weergave de oorsprong en de essentie het dichtste benadert. Ik kan zelf leven met of subtiliteit of pure kracht al zoek ik immer naar de combinatie van beiden. De Beolab geeft een andere invulling aan de term High Fidelity dan sommige andere topmerken. Hoezeer het gebrek aan kracht de zwakheid van het systeem laat zien komt terug met Keith Jarret tijdens “The Köln Concert”. De grootsheid van de vleugel laat te wensen over, wat dubbel jammer is omdat de rest van de weergave ongekend goed is. Elke toon separaat van de andere terwijl elke hand een eigen uniek spel laat zien. Het onzinnige gekweel van Jarret wat wij horen tijdens het concert is los van de vleugel waarneembaar en springt er ditmaal bovenuit. Meer indrukwekkend dan zijn “zang” is zijn spel. De hoge tonen met de rechterhand dringen in je ziel en nemen bezit van je wezen. Jammer dat het niet eenvoudig mogelijk is Jarret op LP af te luisteren. Ik weet dat de cd zijn beperkingen heeft en dat de Beolab daarom in het nadeel is.
Hoe meer muziek ik draai, hoe meer de sterke kanten maar ook de zwakheden naar voren komen van de Beolab. Met pop, klassiek, jazz en koorwerken blijven eerdere indrukken overeind. De Beolab is een topsysteem, maar ook een topsysteem kan een steekje laten vallen. De ingehouden laagweergave die ontzettend diep gaat in het frequentie bereik geeft de indruk dat je naar een soort buitenproportie monitor luistert. Lastig te omschrijven. Misschien heb ik altijd wel te veel laag in huis en is juist de Beolab correct.
Ik denk zelf dat de waarheid ergens in het midden ligt. Storend vind ik op een gegeven moment het gebrek aan dynamiek dat de weergave niet zozeer vermoeiend maakt maar wel minder spannend en pakkend. Gegeven lage volumes is dat gebrek juist heerlijk waardoor de Beolab zelfs op de achtergrond blijft boeien en de door velen uitgebannen loudness regeling als het ware een nieuw leven krijgt. Tegenover de zwakheden de sterke kanten als: de detaillering die gehaald wordt, de ongelofelijk strakke bas, het vermogen grote ruimtes te vullen, de natuurlijke aanpassing aan een B&O set, het imposante uiterlijk en natuurlijk de high end weergave. Eén ding staat als een paal boven water, wie denkt dat B&O niet in staat is high end geluid neer te zetten heeft deze speaker of nooit gehoord of moet dringend naar de oorarts. Dat de Beolab 5 niet ieders smaak zal zijn staat daar los van.