REVIEWAstin Trew

Hoofdmoot: luisteren

De hoofdmoot van een recensie is het gedeelte waarin de recensent probeert te beschrijven, wat hij of zij heeft gehoord en heeft ervaren met het apparaat dat hij of zij ter recensie kreeg. Een niet altijd eenvoudige zaak, omdat je niet steeds wilt terugvallen op dezelfde terminologie, niet altijd dezelfde muziek wilt gebruiken, maar aan de andere kant de lezer een houvast wilt geven. Een vergelijking met eerdere recensies, met versterkers die eerder langs kwamen. Bovendien probeer ik immer fris van start te gaan en ballast achter mij te laten. Vergelijken is leuk, maar belangrijker is het resultaat dat behaald kan worden. U blijft immers thuis niet vergelijken, u wilt gewoon ongestoord en prettig muziek luisteren.

Muziek die bijvoorbeeld wordt gespeeld door Pieter Wispelwey op cello. Gesteund door Richard Egarr op orgel/piano/klavecimbel en door Daniel Yeadon op barokcello. Het spel van Wispelwey heeft iets bovenaards in kwaliteit. Iets waarvan ik dacht, dat alleen een heel kostbare installatie de magie zou kunnen weergeven. Met de At2000 en de At3500 blijkt dat heel veel geld uitgeven niet nodig is. Vanaf de eerste noot die in de cd-speler werd opgewekt, staat de At2000 te stralen. Met een opzienbarende overtuiging zet hij Pieter via de Ruark speakers in de luisterruimte. Ik draai de cd met regelmaat op een set die vele malen duurder is, die nog meer laat horen, maar kan weinig verschil ontdekken in het plezier waarmee ik luister.

Ik geniet van de meeslepende cello, die bij vlagen intens droevig kan klinken, op andere momenten juist de vreugde van Bach weet te vertolken. Wat de At2000 bijvoorbeeld heel goed doet, is de weergave losmaken van de luidsprekers. Hij bouwt een keurig stereobeeld op, dat gezien de kleine bezetting van de muzikanten binnen de afstand tussen de luidsprekers blijft. Daarmee bewaart de At2000 de intimiteit van de opname en tegelijk wordt door de hoogte en de diepte in de weergave de akoestiek van de opnameruimte gecreëerd. Tot in de finesses is Pieter hoorbaar, zijn strijkstok, zijn ademhaling, de bewegingen van hemzelf en van zijn musici.

Ik kan ademloos en lang luisteren. Gisteravond ook al, 150 minuten Bach Sonatas en Partitas van Julia Fischer. Alleen solo viool, verder niets. Een normaal mens wordt daar gek van, ik las mijn boek, dronk een cognac, veerde vaak op door het geboden spel en genoot 150 minuten lang. Voorwaar een compliment voor de Astin Trew combinatie. Ik blijf nog even bij klassiek met een lp van Argo, waarop The Academy of St. Martin-in-the-Fields een vroeg werk van Mozart speelt. De plaat uit 1970 bewijst twee dingen: ten eerste dat de lp toen al minstens de kwaliteit had van de hedendaagse doorsnee-cd, en ten tweede, dat de At2000 niet alleen goed speelt met eigen componenten, maar evenzeer met die van andere fabrikanten. De levendigheid, die ik eerder bij Fischer en Wispelwey kon vinden, straalt ook van de lp. Op meeslepende wijze krijgen we een kijkje in het kunnen van een jonge Mozart. De Symfonie nr. 14 schreef hij een maand voor zijn zestiende verjaardag.

De in afmeting beperkte Ruark luidspreker sluit naadloos aan op de At2000. Geeft alles weer, alleen laat hij de laagste tonen weg. Het middengebied ligt open voor mij, het hoog is zowel met de plaat als daarnet met de cd ingetogen, doch niet beperkt of afgetopt, de midbas is mooi gedefinieerd en loopt niet dicht. Er bestaat noch in de elektronica noch in de luidspreker een valse wamte die het ontbreken van diep laag moet maskeren. De At2000 doet in dat opzicht heel erg aan een fraaie buizenversterker denken. Niet zo verwonderlijk, de gebruikte MOSFET transistoren gedragen zich min of meer als een elektronenbuis. Daarmee staat de At2000 ver af van slecht toegepaste klasse D techniek (let wel, je kunt klasse D ook goed toepassen). Voor sommigen onder u een zegening, voor de puristische analisten wellicht en teleurstelling. Tot nu toe maakt de At2000 muziek gemakkelijk en toegankelijk. Voor mij het belangrijkste dat een versterker moet doen. Ik wil muziek kunnen beleven, niet uitbenen tot op het bot met het verkeerde idee naar echte hifi te luisteren. Dat is vermoeiend en op den duur totaal onbevredigend. Vandaar mijn huidige voorkeur voor elektronenbuizen in de signaalweg.






EDITORS' CHOICE