ARTIKEL

Betonnen kathedraal op de hei

Redactie HiFi.nl | 30 januari 2014 | Fotografie PHOTO40

Leon Sebregts | architect | architectuurhistoricus
Verborgen op de Veluwe ligt één van de meest markante, maar ook meest onbekende gebouwen van Nederland. De afgelegen ligging en het grote contrast tussen de statige architectuur en het lege en ruige landschap maken Radio Kootwijk tot een uniek complex, dat velen tot de verbeelding spreekt. In Europa zijn alleen in Duitsland, Engeland en Zweden vergelijkbare zendercomplexen voor radiotelegrafie en -telefonie te vinden.

Radio Kootwijk is een voorbeeld van het in het begin van de twintigste eeuw onder architecten en industrieel ontwerpers geldende adagium 'form follows function'. Vormgeving, maar ook materiaalgebruik en locatiekeuze, waren dienstbaar aan de functie van het zenden. Naast deze doelmatigheid streefden architect Jules Luthmann en opdrachtgever Post en Telegrafie (PT) ook een zekere monumentaliteit na. Radio Kootwijk moest een eerbetoon worden aan de technologische vooruitgang en het vernuft van het menselijk brein. Met name in het hoofdgebouw komen functionaliteit en monumentaliteit op een bijzondere wijze samen. Een voorbeeld is de vijver voor het gebouw, die niet alleen het indrukwekkende silhouet van het bouwwerk weerspiegelt, maar ook als koelwaterbassin fungeerde.

Om storingsvrij te kunnen zenden en ontvangen, was een afgelegen locatie noodzakelijk. In een cirkel rondom het zendgebouw stonden ooit zes 212 meter hoge antennes van de langegolf-zender. De zendcirkel, met een doorsnede van 1200 meter, werd volledig vrijgemaakt van struiken en bomen. Een netwerk van koper in het droge zand versterkte de zendfunctie. Ten oosten van het hoofdgebouw verrezen in de loop der tijd verschillende bijgebouwen. Werkplaatsen, loodsen, een watertoren, een transformatorgebouw, een tehuis voor ongehuwde ambtenaren en woonhuizen voor werknemers maakten van Radio Kootwijk een geheel zelfvoorzienende nederzetting.

Het symmetrische hoofdgebouw uit 1923 bestaat uit een 48 meter hoge zendtoren, met erachter een zeven traveeën lange machinehal. Een beproefde opzet die Luthmann kopieerde van het Grossfunkstation in het Duitse Nauen. Het gebouw is geheel in beton uitgevoerd, een noviteit in de jaren twintig van de vorige eeuw. De toepassing van het meer traditionele hout of staal was vanwege de warmteontwikkeling van de zendapparatuur en verstoring van de radiosignalen niet mogelijk. Constructeur Jan Emmen ontwierp een imposante constructie van betonnen steunberen, die in het interieur overgaan in spanten die het getrapte dak dragen. Zand en grind voor het beton werden uit de nabije omgeving gehaald. Luthmanns betonnen monumentaliteit vertoont kenmerken van de art deco, een eclecticistische stijlbeweging die zich kenmerkt door de omarming van technologie en het gebruik van geometrische figuren. Ook de invloed van het Duits Expressionisme, de Amsterdamse School en Scandinavische en Egyptische architectuur zijn zichtbaar. De mix van inspiratiebronnen heeft een gebouw opgeleverd dat kenmerken heeft van zowel een kathedraal als een fabriek als een Egyptische sfinx.

De connectie die het gebouw letterlijk tussen west en oost tot stand brengt, komt terug in de gestileerde decoraties. Beeldhouwer Hendrik van den Eijnde plaatste boven de entree een beeltenis van een Europese en een Aziatische vrouwfiguur en boven het rondboogvenster in de achtergevel een adelaar als verbeelding van de vrijheid van radiogolven in de lucht. De labyrintische vloer van zwarte en witte tegels roept eveneens associaties op met het verre oosten. Wanneer zonlicht op mystieke wijze door de hoge vensters naar binnenvalt, is duidelijk dat natuur en cultuur hier al meer dan negentig jaar een verbond hebben.


EDITORS' CHOICE