Het openingsnummer “Money in de Bag” op de cd `Boogie Angst` van het Nederlandse duo “Kraak & Smaak“ verdwijnt in de lade van de Densen. Ik heb de smaak te pakken na Luisito Quintero, heb geen zin om het rustiger aan te doen. Hoeft ook niet, de aanstekelijke electronische funk/dance/samples/breakbeats op deze bijzonder geslaagde cd zorgen ervoor dat mijn muzikale zinnen tot het maximale geprikkeld worden. In die zin is het inderdaad “Money in the bag”. Levendig, krachtig, energiek, dat zijn hier de kernwoorden die ik het beste kan gebruiken als ik probeer te omschrijven hoe de klankindrukken van de cd-speler op mij inwerken.
Ik besluit om nu mijn lijstje cd’s niet af te werken zoals ik deze van te voren had gekozen maar laat mijn muzikale gevoel besluiten welke cd’s ik uit de kast haal. Tubular Bells III van Mike Oldfield (Warner Bros, 1998) verdwijnt in de lade van de Densen. Ik kies voor het nummer ”Outcast”. Het stevig gitaarwerk stelt hoge eisen aan het audiosysteem en in die zin ben ik benieuwd of de snelle motor van de Densen niet oververhit raakt. Dit blijkt gelukkig niet het geval, ondanks dat ook hier weer de muziek bijzonder krachtig en levendig wordt weergegeven. Ook nu weer valt op dat de Densen de neiging heeft het beeld wat verder naar voren te projecteren, meer de kamer in zogezegd, dan ik normaal gewend ben te ervaren. Ook nu weer draagt dit bij tot de ervaring meer actief bij de muziek te zijn betrokken dan ik normaal gewend ben. Bescheiden is de speler niet, de elektrische gitaren worden onvervalst rauw geprojecteerd. Tijdens de apotheose heb je daadwerkelijk het gevoel derdegraads brandwonden op te lopen, zo rauw en vurig gaat het spel van Mike Oldfield er aan toe. Desondanks … controle. Nergens gaat de speler overboord tijdens dit moeilijke stuk. Het beeld blijft stabiel en iedere gitaar blijft zijn rotsvaste plek houden in de muzikale storm. Het stevige laag raakt nimmer uit het spoor, blijft strak en gecontroleerd en draagt als vanzelfsprekend het rauwe gitaarspel daarboven.
Gas terug
Ik besluit even wat gas terug te nemen. Ik kies het nummer “Desert of Rain” op de cd Eolian Minstrel (Columbia 1991) van Andreas Vollenweider. Ik ben benieuwd of de Densen speler het timide geluid van de cd wat meer leven in kan blazen. Ik word inderdaad niet teleurgesteld. Daar waar de stem van Eliza Gilkyson vlak en futloos kan klinken op ingetogener systemen valt de tragiek in haar stemgeluid nu goed waar te nemen. Ook nu wordt haar stem verder de kamer in geprojecteerd dan ik normaal gewend ben maar komen de enigszins matte en ingetogen laagregisters beter uit de verf dan ik gewend ben van een speler van om en nabij de 1500 euro.
Naarmate ik langer luister valt me een andere eigenschap van de speler op. Men zou kunnen zeggen dat de speler in al zijn vurigheid geen romantiek zou kennen. Langer luisteren laat echter duidelijk horen dat ook de warmere klanken in de muziek niet worden vergeten. Het is namelijk de warme gloed in de stem van Eliza die me zo raakt in dit nummer dat bijna emotioneel wordt weergegeven door de Densen speler. Ik besluit de hele cd af te luisteren en naarmate ik langer luister lijkt de speler in staat twee tegenstellingen goed met elkaar te kunnen verenigen. Het levendige karakter van de cd-speler doet nimmer geweld aan de weergave van de warme tonen van de muziek. Dit is goed te horen op het instrumentale nummer “The years in the forest”. De blaasinstrumenten verliezen hier nooit hun warme gloed hetgeen het fraaie spel de warmte geeft die het verdient.
Tot slot verdwijnt de “Fantastie voor fluit”van Gabriël Fauré (Argos, 1982) in de lade van de Densen. Ook hier weer dezelfde indrukken: in plaats van dat ik op één van de eerste rijen zit word ik nu als het ware uitgenodigd op het podium te komen, zo dichtbij worden losse instrumenten en instrumentgroepen in de kamer geprojecteerd. De dwarsfluit staat als het ware voor me, maar wat het stuk zo treffend maakt: de warme gloed van het mooie instrument maakt dat ik geboeid luister naar het fraaie stuk dat ik reeds zo vaak gedraaid heb en me zo bekend in de oren klonk. Totdat ik het draaide op deze cd-speler en me deed beseffen dat de emotie van de dwarsfluit nog veel intenser is dan tot ik voorheen heb kunnen beluisteren.
Conclusie.
Densen heeft met de B410 een cd-speler op de markt gezet waarvan de kwaliteiten wat mij betreft meer dan duidelijk zijn bewezen. Echte minpunten heb ik niet kunnen bekennen maar daar ben ik, zeker als een apparaat duidelijk laat zien dat het de beloften in de praktijk waarmaakt ook niet actief naar op zoek. Het enige dat opvalt in minder positieve zin is de hoge uitgangsspanning van de speler die maakt dat de volumeknop van de versterker met meer beleid gehanteerd dient te worden dan te doen gebruikelijk. Wat mij betreft mag de uitgangsspanning wel wat minder hoog zijn. Versterkers met een al te gevoelige ingangsimpedantie hoeven dan niet meteen de schrik om het lijf te krijgen! Voor het overige maakt de speler wat mij betreft zijn beloften waar. Duidelijk is dat men bij Densen inzet op een klankkarakter waarbij de accenten meer liggen op levendigheid dan op bezinning, meer op nabijheid dan op veilige afstand en meer tempo dan op rust. Een groot compliment is wat mij betreft op zijn plaats aan de ingenieurs van Densen als men, naarmate men de kwaliteiten van de speler beter leert kennen, ervaart dat men ook de warme texturen binnen het klanksprectrum alles behalve uit het oog heeft verloren. De ruwe bolster blijkt dan ook een zachte pit te hebben, een schaap in wolfskleren zogezegd …
In ieder geval staat de vakantieperiode weer voor de deur, u kunt natuurlijk altijd kiezen om het vakantiegeld te besteden aan een aangename zon-zee-strand vakantie. U kunt natuurlijk ook thuis blijven, het vakantiegeld spenderen aan deze fraaie speler en samen met deze speler uw eigen muzikale avonturen beleven!
Prijs:
Densen B410: 1450 euro
Gebruikte Hardware: Componenten:
Netsnoeren:
Interlinks:
Ls kabel:
Overig:
|