Weinig recente ontwikkelingen in de filmwereld worden zo uitgebreid gevolgd en belicht als de onstuitbare opmars van Avatar, het spectaculaire 3D-epos van James Cameron. Vrijwel dagelijks vind je in de media berichten over de verwikkelingen rond het baanbrekende project, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar de techniek achter de film en de peilingen rond de meest recente box office cijfers.
De vraag werd niet wanneer Titanic - met ruim 1,8 miljard dollar aan de internationale kassa tot voor kort de meest succesvolle bioscoopfilm aller tijden - naar plaats twee zinkt (dat gebeurde op 25 januari jl.), maar hoe hard het resultaat van de revolutionaire visie van Cameron dat topsucces voorbij stoomt en waar het allemaal ophoudt.
foto © 20th Century Fox
De filmmaker, die eerder technologische grenzen doorbrak door met Terminator 2 de applicaties van CGI op de kaart te zetten, sluit daarmee een jaar af waarin 3D (weer) enorm belangrijk lijkt te worden. En ook tijdens CES 2010 in Las Vegas is meer dan uitgebreid aandacht besteed aan de mogelijkheden van de technologie - beeldinnovatie staat daar tenslotte al langer hoog op de agenda. Vanzelfsprekend met de focus op consumentenelektronica; de driedimensionale televisie verschijnt nog dit jaar op de markt. Een segment waar in de nabije toekomst enorme groei in verwacht wordt. Tenminste, als het aan de grote elektronicabedrijven ligt. Reden genoeg om de recente ontwikkelingen en toekomstige verwachtingen van de technologie, zowel voor filmplezier in het rode pluche van de bioscoop als op de bank thuis, onder de loep te nemen. Hoe werkt het? Wat zijn de verschillen tussen 3D in de bioscoop en 3D thuis, en wat zijn de implicaties van de opkomst van driedimensionale televisies? Is dit het begin van het einde voor ‘gewone’ 2D? En willen we dat wel?