In het voorjaar van 2019 hebben wij kennis gemaakt met de Little/One, een betaalbare, kleine, lichte actieve tweeweg luidspreker die in Amsterdam werd ontwikkeld en geproduceerd. Ondanks zijn kleine formaat produceerde de Little/One een zeer goede weergave van lage tonen. Hoe dan? De Little/One was voorzien van Motional Feedback (MFB), een oorspronkelijk door het Nederlandse Philips ontwikkelde techniek die kleine luidsprekers in staat stelt om een laagweergave te produceren vergelijkbaar met een vloerstaander. De makers van De Little/One hebben niet stilgezeten en hebben de afgelopen jaren gebruikt om de Little/One te verbeteren. Het resultaat is de Little/One Mk2. Hoe klinkt de Little/One Mk2?
Servolabs Little/One Mk2: inleiding
“Simpele natuurwetten stellen dat er een zeker verband is tussen de grootte van een luidspreker en de kwaliteit en hoeveelheid lage tonen die de luidspreker kan weergeven. Een vloerstaande luidspreker is dus vrijwel altijd beter in staat om lage tonen weer te geven dan een boekenplankmodel. Het Nederlandse Philips heeft in de jaren zeventig van de vorige eeuw onder de naam “Motional Feedback” een techniek ontwikkeld die kleine luidsprekers in staat stelt om een laagweergave te produceren vergelijkbaar met een vloerstaander. ... De kennismaking met de Little/One en met de techniek van Motional Feedback was aangenaam. De Little/One is little maar hij klinkt niet little. MFB is een bijzondere techniek die ten onrechte in de vergetelheid dreigt te raken. Dankzij de toepassing van MFB klinkt de Little/One als een vloerstaande luidspreker maar dan voor een prijs en een formaat dat eventuele drempels tot aanschaf en plaatsing weg zal nemen.” Aldus was de aanhef en de conclusie van de recensie over de Little/One die wij in het voorjaar van 2019 op dit medium hebben gepubliceerd.
Door de toepassing van Motional Feedback (MFB) was de Little/One een hele aparte luidspreker zonder vergelijkbare concurrentie. De Little/One werd enthousiast ontvangen door pers en publiek. De makers zagen daarin een goede aanleiding om de Little/One nader te beschouwen, te herzien en uiteindelijk te verbeteren. De nieuwe Little/One Mk2 gaat volgens de makers verder waar de oorspronkelijke Little/One is gebleven. Dat vonden wij een goede reden om de Little/One Mk2 uit te nodigen in onze luisterruimte voor een luistertest en recensie.
Wij zullen kort de geschiedenis van de totstandkoming van de Little/One Mk2 en de bijzondere MFB-techniek beschrijven, waarna we uiteraard gaan luisteren naar de Little/One Mk2. Is de herziening een verbetering en dus de moeite waard? Dat gaan we onderzoeken.
Van Archidio Little/One naar Servolabs Little/One Mk2
De oorspronkelijke Little/One is uitgebracht onder de merknaam Archidio. Drijvende krachten achter Archidio zijn Chris Dorricott-de Graef en Chris Camphuisen. De naam Archidio is een samenvoeging van architectuur en audio en geeft volgens Chris en Chris beknopt de kern van de activiteiten weer, t.w. het combineren van MFB techniek met Archidio vormgeving met als uiteindelijk doel goed geluid te combineren met een vormfactor met minimale impact op de aanwezige architectuur.
Het eerste product, een proof of concept, was de A0, een luidspreker in een schilderijpaneel op A0 formaat die een totale diepte van 10 centimeter combineerde met een -3dB punt van 40 Hz. Hoewel technisch een succes, was de A0 geen commercieel succes. Er bleek wel vraag naar een handzaam MFB-product en zo kwam het uiteindelijk tot de ontwikkeling en bouw van de Little/One. De Little/One – aanschafprijs 995 euro per paar – was wel een commercieel succes en dat bracht de ontwerpers ertoe om te onderzoeken hoe de Little/One verbeterd zou kunnen worden, bijvoorbeeld door plaatsing van duurdere drivers.
Het resultaat is de Little/One Mk2, het onderwerp van deze recensie. Kort samengevat, de Little/One Mk2 heeft duurdere en veel betere drivers gekregen. Tevens hebben de makers besloten om de Little/One Mk2 onder de merknaam Servolabs uit te brengen. De actieve tweeweg luidspreker heeft immers niet zoveel met architectuur te maken. De kreet “servo” duidt op de techniek die in de Little/One Mk2 is verwerkt.
Wie onze recensie over de eerste Little/One heeft gelezen, heeft kennis kunnen nemen van de techniek van Motional Feedback (MFB). We willen niet onnodig herhalen en daarom geven we nu slechts een korte beschrijving van de in de Little/One Mk2 verwerkte MFB-techniek. Ook zullen we de onderdelen beschrijven waar de Little/One Mk2 uit is opgebouwd.
Servolabs Little/One Mk2: wat is Motional Feedback?
De techniek die bekend staat onder de naam Motional Feedback in het Engels ook vaak “servo drive” genoemd dateert uit de jaren 50-60 van de vorige eeuw en is door het Nederlandse Philips in de jaren zeventig doorontwikkeld tot een productierijp concept. De techniek heeft tot doel de vervorming van de weergave van lage tonen te minimaliseren en stelt daardoor kleine luidsprekers in staat een laagweergave te produceren vergelijkbaar met een die van veel grotere vloerstaanders. De techniek werkt volledig analoog, zowel in de originele luidsprekers van Philips als in de eerste Little/One en de Little/One Mk2.
Voor een natuurgetrouwe geluidsreproductie dient het door de luidspreker geproduceerde geluid zo gelijkvormig mogelijk te zijn aan de door de versterker in de vorm van elektrische energie aangeboden muziek. Bij hoge tonen en middentonen zijn inmiddels zeer goede resultaten haalbaar omdat de hoeveelheid om te zetten energie beperkt is, dit in tegenstelling tot de lage tonen waar de hoeveelheid energie dusdanig is dat de kans op afwijkingen in de omzetting vele malen groter is.
Wat hebben fabrikanten allemaal bedacht om de weergave van lage tonen te verbeteren? Veel fabrikanten hebben grote kasten gebouwd zodat de geplaatste woofer alle ruimte kreeg om het aangeboden signaal vrij en zonder tegenwerkingen te kunnen volgen. Ook is er gezocht naar manieren om tot hogere rendementen en kleinere maten te komen met vernuftige vindingen zoals afgestemde poorten of taps toelopende tunnel constructies. Sommige fabrikanten hebben de behuizing van bepaalde modellen zelfs in het geheel weg gelaten. Wat al deze maatregelen gemeen hebben is dat ze niets doen aan de oorzaak van het probleem: het gebrek aan controle van de versterker over de beweging van de woofer. Al deze maatregelen bestrijden tot op zeker hoogte de gevolgen van het probleem, maar laten de oorzaak dus voor wat het is.
Om de controle terug te krijgen gebruikt MFB een mechanisme wat binnen de elektrotechniek bekend staat als “terugkoppeling”, een techniek die, als zich in een systeem een afwijking voordoet, automatisch een correctie in een tegengestelde richting aanbrengt om verdere afwijkingen van de gewenste richting tegen te gaan.
Bij MFB wordt een speciaal soort microfoon gebruikt, een zogenaamde versnellingsopnemer of accelerometer die in het hart van de woofer is geplaatst, om te controleren of het door de woofer geproduceerde geluid gelijkvormig is aan het ingangssignaal van de versterker. Mocht dit niet het geval zijn dan wordt deze alsnog gedwongen het aangeboden signaal te volgen waardoor invloeden van buitenaf geminimaliseerd worden. In tegenstelling tot DSP (= Digital Signal Processing) werkt MFB in het analoge domein en werkt door het ontbreken van AD/DA-conversie zonder vertragingen. Iedere golfbeweging wordt met de snelheid van het licht gecontroleerd en waar nodig gecorrigeerd. Het resultaat is een zeer natuurgetrouwe weergave van lage tonen, aldus de makers van de Little/One en de Little/One Mk2.
Servolabs Little/One Mk2: woofer van Scanspeak, tweeter van SB Acoustics, ieder met een eigen klasse D eindtrap
Het basisidee van de eerste Little/One is onverkort aanwezig in de Little/One Mk2, d.w.z. een grootse weergave van lage tonen uit een klein kastje halen door gebruik te maken van MFB. De makers van de eerste Little/One hebben ook de nodige verbeteringen in hun ontwerp verwerkt. De Little/One Mk2 heeft o.a. betere drivers gekregen.
Volgens de makers van de Little/One Mk2 had de eerste Litle/One een uitstekende laagweergave maar was winst te behalen in het midlaag gebied en de aansluiting op het bereik van de tweeter. De bouwers zijn aan de slag gegaan met drivers van Sica, ScanSpeak, SB Acoustics en Faital Pro. De Faital Pro viel af door het ontbreken van fundament. De driver van Sica was teveel gericht op de professionele audiomarkt en mistte de finesse die de drivers van ScanSpeak en SB Acoustics wèl hebben. Uiteindelijk is de keus gevallen op een driver van ScanSpeak o.a. vanwege het hoger doorlopende frequentiebereik en dus de betere aansluiting op de tweeter.
Omdat het frequentiebereik van de nieuwe woofer hoger doorloopt, kon de overnamefrequentie van de tweeter naar boven worden geschoven en dat is gunstig vanwege de lagere vervorming. De ontwerpers gingen testen en luisteren en trokken de conclusie dat tweeters met een eigen kamer en een neodymium magneet het beste klinken. Na evaluatie van drivers van ScanSpeak, Seas, Dayton en SB Acoustics is uiteindelijk gekozen voor een driver van SB Acoustics. Deze tweeter laat een bijzonder recht frequentieverloop zien door toepassing van een membraam met een gewicht van slechts 0,3 gram, een lage eigen resonantie van 960 Hz, hoge Xmax van 1,2 millimeter en een eigen drukkamer. De tweeter wordt actief aangestuurd via een eigen eindtrap en een 24 dB/Octaaf vierde orde LR hoogdoorlaatfilter op 2,4 kHz.
De ontwerpers hebben ook de elektronica van de Little/One herzien. De verschillen tussen de oude en de nieuwe drivers zijn groot maar de verschillen tussen een klasse AB en klasse D versterker zijn weliswaar waarneembaar maar binnen het bestaande ontwerp zodanig klein dat wederom voor klasse D is gekozen, mede vanwege het hoge rendement, de geringe warmteproductie en de lagere kostprijs. De cross-overfilters zijn natuurlijk aangepast aan de hogere cross-overfrequentie en ook het MFB correctiecircuit is aangepast aan de nieuwe woofer en de verbeterde StarBass 54 accelerometer, die minder gevoelig is gemaakt voor storingen veroorzaakt door straling van mobiele apparaten.
De Little/One MK2 wordt aangedreven door een Piratelogic BH2D (Bass High 2 klasse D kanalen) versterkermodule en is verbonden met de drivers via soepel meeraderig koperdraad voorzien van een siliconen mantel om parasitaire trillingen te dempen. De module bevat een cinch-connector, een niveau/volumeregelaar en een 24 Volt DC-aansluiting voor de externe voedingsadapter.Ten slotte is de dynamic low protection aangepast n.a.v. de nieuwe woofer van ScanSpeak.
Omdat de drivers van de Little/One Mk2 iets groter zijn dan van het eerste model, zijn de tweeters uit het midden geplaatst zodat de baffle en dus de hele behuizing niet groter zou worden. Een klant die een paar Little/One’s koopt krijgt een exemplaar met de tweeter linksboven en een exemplaar met de tweeter rechtsboven. Bij de plaatsing kan worden gekozen voor de tweeters aan de binnenkant of buitenkant. De Little/One Mk2 mag ook horizontaal geplaatst worden en vanwege het ontbreken van een baspoort mag dat ook strak tegen de muur.
Ook het uiterlijk van de Little/One is herzien en verbeterd. De randen van de behuizing van de Little/One Mk2 zijn afgerond, die van het eerste model waren veel hoekiger. De Little/One Mk2 is uitsluitend leverbaar in een afwerking met matzwarte warnex-verf. Dit is een watergedragen verf die veel wordt gebruikt voor “on-the-road” apparatuur. Bij de woofer van het vorige model was de inbouw van de StarBass accelerometer vrij goed zichtbaar in negatieve zin. Bij de nieuwe ScanSpeak woofer is het gelukt de inbouw vrijwel onzichtbaar te laten plaatsvinden.
De Little/OneMk2 krijgt net als het eerste model muzieksignaal via een cinch-ingang. De Little/One Mk2 is makkelijk in gebruik. Hij schakelt automatisch aan als muzieksignaal wordt aangeboden via de cinch-ingang. Na circa 15 minuten stilte gaat de Little/One Mk2 weer uit, d.w.z. in slaapstand. Het energiegebruik in slaapstaand is met 0,5 Watt verwaarloosbaar.
Een XLR-ingang ontbreekt maar dat is verklaarbaar als we de prijs en de doelgroep in aanmerking nemen. Kunnen we leven zonder XLR-aalsuiting op de Little One Mk2? Laten we even vooropstellen dat een XLR-kabel niet per definitie beter klinkt dan een cinch-kabel. Wat wel per definitie waar is, is het feit dat een XLR-verbinding minder gevoelig is voor verstoringen als sprake is van lange kabels, zeker als veel kabels dicht tegen elkaar aanliggen en er ook nog eens stroomkabels bij liggen. Dit is de reden dat in professionele omgevingen vrijwel uitsluitend met XLR-kabels wordt gewerkt. Voor een woonomgeving zijn cinch-verbindingen prima zolang de lengte van de kabels niet te groot is. Dus ja, we kunnen leven met de enkele cinch-ingang op de Little/One Mk2.
Ten slotte een opsomming van eigenschappen en technische specificaties. Daarna gaan we muziek luisteren.
Servolabs Little/One Mk2: eigenschappen en technische specificaties
- Woofer, merk en type: ScanSpeak 15W/8434G00, diameter 15 centimeter, impedantie 8 Ohm, Coated Fiberglass Cone, Ferrite Magnet, Alu Ring
- Tweeter, merk en type: SB Acoustics SB26STCN-C000-4, diameter 26 millimeter, Copper shorting ring, soft fabric dome, neodymium motor
- Versterking: Piratelogic BH2D tweeweg 50 Watt klasse D module met LR2/4 Xover, Dynamic Low Protector and 20 dB MFB control loop
- Input: -10 dBu @ 50Kohm (240 mVolt), instelbare gevoeligheid
- Frequentiebereik: 35 Hz tot 15 kHz (-3 dB)
- Gewicht: 3,5 kilogram per stuk
- Afmetingen : 17 x 17 x 24 centimeter
- Voeding via externe 24 Volt 90 Watt 230 Volt adapter
- Kleur: zwart Warnex, rough finish
- De Little/One MK2 wordt per paar verkocht voor 1.499 euro, exclusief verzending, met vijf jaar carry-in garantie op de Little/One Mk2. De meegeleverde voedingsadapter valt buiten deze garantie.