Wel, rond 4.00 uur ’s nachts en net op tijd heerst er voorlopige tevredenheid over de set. Er komt namelijk iemand luisteren. Dat gebeurt in principe alleen bij zeer hoge uitzondering, want zulk soort evenementen zitten hier niet in het systeem, om het op z’n allervriendelijkst uit te drukken. Reviewen is hier simpelweg een zakelijk, technology driven en professioneel proces en geen straattheater voor vage doelgroepen. Maar, ‘in case of’ is de ambitie wél om geen al te liederlijk figuur te slaan. Na het bezoek volgt uiteraard het ‘technische’ luisteren. Dat is een modus waarin reviewers en vakgenoten enige tijd kunnen blijven hangen, die verder geen enkele relatie heeft met muziekbeleving en vormen van sociaal geaccepteerd gedrag. Je bijt je dan als een terriër vast in de weergave-aspecten van het geheel. Het resulteert uiteindelijk in het bekende shoot-out lijstje, waar vooral de negatieve punten groot enthousiasme zullen genereren bij concurrerende luidsprekerfabrikanten en de bijbehorende distributieketen. Helaas vangen beide processen hier bot. De kritisch ingezette technische luistermode gaat in no time over in muziekbeleving en een confrontatie met de neurale systemen waar de emoties zich manifesteren. Ook het shoot-out lijstje toont een ontstellend gebrek aan fundamentele tekortkomingen, of zoals HR-mensen dat formuleren: aan ontwikkelpunten die je persoonlijk profiel oppoetsen. Maar, de lezer zit natuurlijk niet te wachten op ranzige onthullingen uit het emotionele domein. Die wil een beschrijving van het product in klare termen, van iets dat eigenlijk niet in woorden is te vatten. Nou is het natuurlijk snel en gemakzuchtig scoren om op te schrijven dat deze luidspreker ruimtelijk klinkt, dynamisch is, een goede balans biedt, neutraal is, lineair, fraai en onderscheidend laag presenteert en uitblinkt in homogeniteit en detaillering. Dat lijstje geldt inmiddels voor 75% van het luidsprekeraanbod, met kleine variaties in de eigenschappen per model. Dus, op basis van zo’n lijstje zal de consument niet snel naar de winkel bewegen. Het is ook verbazingwekkend dat er na pakweg tachtig jaar luidsprekerproductie nog steeds exemplaren te vinden zijn die niet aan die genoemde basiseigenschappen voldoen. Waar het dus om gaat is de luidspreker-plus. Een model met een dermate verbetering van die basiseigenschappen, dat er sprake is van geluidsmatig toegevoegde waarde. Aan de TAD zijn dan ook een aantal van die plussen te vinden. Dat zijn gedeeltelijk verbeteringen van de basiseigenschappen.
Zoals de werkelijk magistrale detaillering, stage-afbeelding en focussering. Dat gaat simpelweg een stap verder dan bij veel andere weergevers. Maar, daardoor veroorzaakt zoiets ook een toegevoegde waarde in de plus-eigenschappen. Die eigenschappen zijn in principe makkelijk te herkennen. De TAD CE1 is te kwalificeren als een muzikaal meetinstrument. Dat betekent dat het geluidsbeeld klankmatig niet romantisch is, maar nagenoeg identiek aan de zogenaamde microfoonfeed. In andere woorden: deze monitor is zelf niet aanwezig. Er staat alleen een extreem open en transparant venster richting de opname. Daarbij hoort een enorme schoonheid en zuiverheid van weergave. Bij de juiste aansturing staat er dan ook een geheel vrije 3D-afbeelding met een enorme dynamiek, detaillering en drive. De klankechtheid is super en het eindresultaat kent een schrikbarend realisme. Met name het middengebied is excellent en er wordt een groot en volwassen beeld geprojecteerd. Alsof er heel grote luidsprekers spelen. Nou zijn een aantal van die plus-eigenschappen snel uit te leggen in de termen van ‘meetinstrument’. Deze TAD is in zoverre een meetinstrument, dat studio- en masteringtechnici werkelijk alles kunnen horen dat belangrijk is voor hun werkzaamheden. Daarin is uiteraard de professionele achtergrond van Technical Audio Devices herkenbaar. Maar het tweede deel van de kwalificatie luidt ‘muzikaal’. De genoemde plussen kunnen natuurlijk makkelijk versleten worden als ‘over the top’ aanwezige eigenschappen. Bijvoorbeeld detaillering door de tweeter een paar dB extra te geven. Maar zo simpel is het hier niet. Alle plus-eigenschappen zijn hier dermate goed gëintegreerd met elkaar dat ze in individuele zin nooit opvallen. Deze TAD schreeuwt geen hyperdetail, hyperlaag of hyperdynamiek. Die muzikaliteit betekent dat alleen de inherente kwaliteiten van de instrumenten en stemmen binnen de opname-context spreken. Als een saxofoon dynamisch klinkt, kan de TAD dat vertalen. Als het subtiele snarenspel op een harp detailrijk is, laat de TAD dat horen. Als een grammofoonplaat, afgespeeld op een draaitafel die het juiste tijd- en fasegedrag heeft, een werkelijk mindblowing drumsolo presenteert, dan laat de TAD dat één op één horen. Maar absoluut zonder zelf aanwezig te zijn, dingen weg te laten of zaken toe te voegen. Ook al met geopende ogen, staan die muzikanten grijpbaar voor je neus. Maar de muzikaliteit gaat verder, hoewel het begrip natuurlijk uiterst moeilijk te omschrijven is. Omdat deze TAD zo’n realistische en perfecte weergave presenteert, is de aanslag op het gevoel en de emotie van de luisteraar natuurlijk groot. Deze luidsprekers betrekken het gehoor meteen in de muzikale performance. Het is dan ook onmogelijk om tijdens de weergave nog te gaan denken in individuele geluidsmatige eigenschappen van het systeem. Wie heeft het tijdens een live-concert in hemelsnaam over focussering van de klarinet, detaillering op de g-snaar of de dynamiek van de grote trom? Wie luistert, zit meteen op het belevingsniveau. Dat is precies wat een goed audiosysteem moet doen. Direct doorschakelen van de opname naar de beleving. Wat zich daar tussen bevindt, mag niet opvallen. Misschien is die vanzelfsprekend verlopende short-cut wel de holy grail.
Zelf doen?
Ook in de recording- en masteringwereld zijn deze TAD’s positief ontvangen. Studio-technici spreken over een monitor waar werkelijk alles mee te horen is. Elke subtiele verandering die bijvoorbeeld aangebracht wordt met behulp van een Pultec EQ (origineel van Pulse Techniques of een digitale plug in) is waarneembaar. Maar naast de lofuiting over het professionele nut, komt het woord ‘muzikaal’ steeds terug. De inherente kwaliteiten van deze luidspreker verhinderen dan ook redelijkerwijs een vorm van hobbymatige activiteit, die inherent is aan het leven van veel audiofielen en muziekliefhebbers. Hifi-systemen worden bij voorkeur zelf thuis samengesteld. Wie navraag doet bij winkeliers, importeurs en audioprofessionals, zal horen dat het merendeel van de thuissetjes uitermate slecht presteert. Geen probleem voor iemand die hobbymatig wil knutselen met hifi. Wel een probleem voor iemand die een focus heeft op muziek en de allerbeste weergave daarvan. Het resultaat van het geknutsel is dat er overal systemen staan, van goedkoop tot superduur, die niet in de buurt komen van de prestaties die mogelijk zijn. De TAD CE1 is geen hobby-project. In ieder geval niet voor iemand die serieus werk maakt van muziekweergave. Om alles uit de CE1, of andere systeemcomponenten te halen, is de hulp van een professional noodzakelijk. Als u een huis wilt bouwen, belt u toch een architect? Als u een topsysteem ambieert (dat kan voor 1500 euro, maar ook voor 300K), dan belt u een deskundige dealer of audioprofessional. In ons land gaat het dan om een handjevol personen die echt kunnen helpen.
Conclusie
Er valt nog veel te vertellen over de TAD CE1. Weinig zinvol, want een luidspreker is bedoeld om naar te luisteren. In woorden is moeilijk te vangen wat deze weergever doet. Een goed geplaatst en getuned TAD CE1-systeem laat een duidelijke plus horen. De méérwaarde van zo’n TAD wordt door professionals en studio-technici binnen tien seconden herkend. Een echte muziekliefhebber met live-ervaring zal geen individuele eigenschappen kunnen identificeren en bespreken, maar direct de zo goed mogelijke vertaling van de werkelijkheid en de muzikaliteit herkennen. Is zo’n TAD dan twee keer beter dan de concurrentie? Dat kan vooralsnog niet. De ontwikkeling van luidsprekers gaat evolutionair, met een significant toenemend prestatieniveau in de afgelopen tien jaar. Maar misschien is de TAD wél twee keer muzikaler, los van het gegeven dat je zoiets vanuit de statistiek niet kunt zeggen. Daarmee is de TAD CE1 absoluut bedreigend voor de concurrentie. Iemand die van plan is om rond de 20K in luidsprekers te willen investeren, kan redelijkerwijs niet om een kennismaking met de CE1 heen. Bezoek derhalve een aantal winkels, zoek naar objectieve en steekhoudende argumenten in het verhaal van de verkoper, ga vervolgens echt luisteren, gooi emotie over merken en vooroordelen overboord, vertrouw op de eigen oren, koop de luidspreker en laat de rest van het systeem door een deskundige samenstellen. Zet daarna op Facebook en Twitter dat er een CE1 in huis staat. De rest van de social community zal zich dan realiseren dat u iets begrijpt van verantwoorde, realistische en muzikale weergave.
Rhapsody
www.rhapsody.nl
TAD
http://tad-labs.com/en/
REVIEWRhapsody
Moeilijk in woorden te vangen…
Ruud Jonker |
08 juli 2015