Tegenover de houten kast staan tegen de achtergrond van een groen gordijn twee “gewone” Pied Pipers, prijzen vanaf FL. 3540,- per paar, opgesteld. Zij blijken te spelen op een installatie die zich in de houten kast bevindt. Onderdeel hiervan is ook een door Gerbrand zelf vervaardigde platenspeler met een marmeren plinth waarop ik de naam Aura ontwaar.De arm is van SME en als cartridge doet het fameuze Blue Point Special mc element dienst. Tussen de beide Pied Pipers in opnieuw een olieverf schilderij van een pianist. Ditmaal de Nederlandse pianist Wibi Soerjadi die niet onder stoelen of banken steekt dat hij vindt dat The Pied Piper de luidspreker is waarover zijn cd’s het best klinken. In zijn woning schijnt hij er eenentwintig te hebben staan. Her en der staan foto’s van Wibi of van zijn cd’s. Tegen de wand recht tegenover de installatie hangt nog een groot olieverf schilderij van een violiste waarin ik Emmy Verheij meen te herkennen; ook zij is een groot fan van The Pied Piper. Dit is ook de hoek waarin de Home Theater set opgesteld staat. Twee gewone Pied Pipers met een in een meubel geïntegreerde Pied Piper center speaker en twee Pied Piper achter luidsprekers. Het meubel meet 67 x 95 x 50 cm ( HxBxD ) maar kan ook in andere maten geleverd worden. In het meubel is verder ruim plaats voor vier componenten met standaardmaten. De center luidspreker heeft een impedantie van 6 Ohm, een rendement van 92 dB/1Watt/1m en een frequentiebereik van 28-50000 Herz. De achter luidsprekers hebben een impedantie van 8 Ohm, een rendement van 90 dB en een frequentiebereik van 50-15000 Hz. Afmetingen: 50 x 22 x 30. ( HxBxD) Gerbrand haast zich te vertellen dat de meest optimale home theater opstelling zich bevindt in de kelder van de “Shop” aan de Grote Houtstraat. Deze winkel wordt gerund door de gebroeders Marc en Alexander Nijholt. Aanvankelijk bouwden zij in licentie Pied Pipers in hun winkel in Almere. Nu zijn zij opgenomen in TSN en verkopen zij via hun winkel in een winkelstraat in Haarlem.
Gerbrand nodigt ons uit om te gaan zitten en zet muziek op. Daarbij grijpt hij meteen naar zijn meesterstuk; de actieve Pied Pipers in combinatie met de Sony, waarover hij overigens uitsluitend normale cd’s draait deze middag, en de Vincent voorversterker. Hij vertelt dat hij voor deze voorversterker gekozen heeft omdat er gebruik gemaakt wordt van onderdelen van Europese fabrikanten zoals Siemens en Alps. Zelf vervangt hij enkele weerstanden voordat de voorversterker naar de klant gaat. Terwijl wij genieten van een prima kopje koffie vertelt hij dat hij mijn columns gelezen heeft en dat hij daarin datzelfde aantreft wat hij zo belangrijk vindt; de emotie en de muziek. Hij leest daarin ook dat het gaat om perceptie en dat bij perceptie het visuele het auditieve vooraf gaat. Elektronica is er slechts om de muziek weer te geven. Hij onderkent ook de kracht van de associaties in de muziek. Zo vertelt hij over zijn associatie met het nummer “La fille aux yeux claires”van Michel Sardou. Een beeldschoon nummer voor hem. Waarom? Het herinnerde hem aan zijn dochter met haar mooie heldere ogen. Hij ontpopt zich als een man met een grote passie voor muziek. De ene na de andere cd verdwijnt in de lade en hij verhaalt onderwijl over zijn animositeit met Klaas Feenstra. Ik hoor het aan en verbaas me over zijn coulance jegens deze Fries. Het verhaal klinkt zeer overtuigend. Hij houdt het kort en wil niet dat dit verder naar buiten gebracht wordt.
Vervolgens begint hij aan een sessie zoals hij die bijna dagelijks heeft voor potentiële klanten.Hij begint dan met een opname van Spike Jones uit 1943. Een opname die, zo zegt Gerbrand “beestachtig goed” verdoekt is. Dan stapt hij over naar één van de eerste uitvoeringen van “Ne me quite pas”van Jacques Brel. Ook neemt hij vaak de carrière van “old blue eyes” Frank Sinatra als leidraad.De hele audiofiele geschiedenis is af te lezen uit de carrière van deze Sinatra. In de opnames van net na de oorlog met orkesten van Billy May en Nelson Riddle hoor je dat de entertainer Sinatra en het orkest naar elkaar luisteren en op elkaar reageren. Je hoort diepte etc. door de opname met twee microfoons. Met het kopen van zijn eigen studio en platenlabel Reprise hoor je dat het verandert in meersporen techniek waarna de pingpong effecten optreden. “That’s life” is daar een mooi voorbeeld van.Hammond orgel in het ene kanaal en het achtergrondkoortje in het andere kanaal. Het latere werk van hem is in studio’s opgenomen en daar kwam helemaal geen interactie meer aan te pas. Dit blijkt o.a. uit het feit dat Sinatra in zijn latere opnames alleen nog maar reageert op het orkest terwijl hij in zijn eerste opnames steeds voorloopt op de melodie.